Samenvatting Beter in spelling, ISBN: 9789024421589 Schriftelijke communicatie
Samenvatting 'Beter in Spelling'
Tout pour ce livre (8)
École, étude et sujet
Hogeschool Windesheim (HW)
Hbo Rechten
Spelling
Tous les documents sur ce sujet (3)
4
revues
Par: arnocorbee • 1 année de cela
Par: Robinweide15 • 2 année de cela
Par: sanneklijn2002 • 11 mois de cela
Par: ilsedejonge02 • 2 année de cela
Traduit par Google
good recap!!
Vendeur
S'abonner
jilldejonge12
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting spelling en formuleren
Spelling:
Hoofdstuk 1 werkwoorden
De pv in de tegenwoordige tijd:
- Is ik het onderwerp? Schrijf dan alleen de stam: ik loop, ik word.
- Is iets anders het onderwerp? Schrijf dan stam + t: jij loopt, u loopt.
- Staat je na de pv en is je te vervangen door jij? Schrijf dan geen t: dan word je ziek.
- Staat de pv in het meervoud? Schrijf den het hele werkwoord: we worden, ze worden.
De pv in de verleden tijd:
- Regelmatig werkwoord? Schrijf dan stam + te(n) of stam + de(n). gebruik ’t ex-kofschip:
eindigt het woord zonder -en op t, x, k, f, s, ch of p? schrijf dan een t. in alle andere gevallen
een d.
- Onregelmatig werkwoord? Dan verandert de klinker. Daar is geen regel voor.
Het voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord:
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge en eindigt op t of d: gerookt, gebeurd. Gebruik ’t
ex-kofschip om te kiezen tussen d of t.
- Het tegenwoordig deelwoord schrijf je altijd met een d: lachend, pratend.
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord:
- Schrijf de bijvoeglijke vorm zo kort mogelijk: het bestede bedrag.
Gebiedende wijs:
- De gebiedende wijs bestaat in de meeste gevallen uit stam zonder t: kom, word lid.
- Uitzondering: de beleefdheidsvorm waarbij ‘u’ het onderwerp is, krijgt een t.
Engelse werkwoorden:
- Engelse werkwoorden volgen de Nederlandse regels voor regelmatige werkwoorden. De
schrijfwijze wordt soms vernederlandst: ik stres, ik chil, ik scoor. Maar: ik save, ik update.
- Wil je weten of je een t of d schrijft in de verleden tijd en in het voltooid deelwoord? Pas dan
net als bij Nederlandse werkwoorden de regels van ’t ex-kofschip toe.
Hoofdstuk 2 meervoud
Basisregel: s of en:
- Schrijf het meervoud met s of met en: Kachel -> Kachels, hond -> honden.
Soms met trema:
Woorden op -ee of -ie krijgen een trema in het meervoud. Je maakt het meervoud met -en of -n:
- Eindigt het woord op -ee? Dan eindigt het meervoud -eeën (ideeën).
, - Eindigt het woord op -ie en valt de klemtoon op de -ie? Dan eindigt het meervoud op -ieën
(amfibieën).
- Klemtoon niet op -ie? Dan eindigt het meervoud op -iën (poriën).
Eén of twee medeklinkers:
Woorden op -ik, -it, -el, -es of -et krijgen een of twee medeklinkers voor de uitgang -en.
- Valt de klemtoon op de laatste lettergreep? Dan verdubbelt de laatste letter: gezwel ->
gezwellen.
- In andere gevallen voeg je alleen -en toe: havik -> haviken.
Meervoud op -s: soms een apostrof:
- Schrijf de s meestal aan het woord vast: diners, lentes, etuis, inays.
- Schrijf een apostrof bij woorden die eindigen op -a, -i, -o, -u of -y en bij afkortingen: alinea’s,
bikini’s, bv’s.
Latijnse woorden:
- Woorden op -us hebben meestal een meervoud op -i: Chemicus -> chemici.
- Woorden op -um hebben vaak twee meervouden: Aquariums, aquaria en centrums, centra.
Beide(n), sommige(n), alle(n), enkele(n):
- Geen n als het woord bij het er direct op volgende zelfstandige naamwoord hoort: alle
mensen, beide collega’s.
- Geen n als het woord verwijst naar zaken of dieren.
- Wel een n als het woord zelfstandig gebruikt is en verwijst naar personen.
Hoofdstuk 4 Aan elkaar, los of met een streepje:
Basisregel:
- Schrijf samengestelde zelstandige naamwoorden aan elkaar: wat een woord is, schrijf je als
een woord. Bedrijf + terrein -> bedrijventerrein. Dat het om een woord gaat, kun je vaak
horen aan de uitspraak. Het woord heeft een hoofdaccent: het bedrijventerrein, de
informatietechnologie.
Woorden met een naam erin:
- Schrijf een samenstelling aan elkaar vast als die begint met een eigennaam. Spaties in de
naam blijven staan: Pieter Paul Rubenshuis.
Woorden met botsende klinkers:
- Kunnen twee klinkers die niet bij elkaar horen, als een klank gelezen worden? Zet dan een
streepje: auto-uitlaat. Zet trema als het een niet-samengesteld woord is: reünie.
Woorden met afkortingen en speciale tekens erin:
- Tussen een afkorting (of een losse letter, of een cijfer of symbool) en een ander woord zet je
een streepje: kno-arts, T-shirt.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jilldejonge12. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.