Politieke en institutionele geschiedenis van de
Nederlanden
BOEK LEZEN + ACTUA!
DEEL 1: Het Ancien Regime (ca 1000-17950
Hoofdstuk 1: territoriale vorstendommen (11de tot 14de eeuw)
1.1 Territoriale evolutie
2. De volksverhuizingen
- Nomaden: Germaanse stammen die zich gaan vestigen
- Franken, …
- Vermenging zich met de bevolking
- De kerk in Europa kende het schrift, door invloed van kerk willen ze het recht
toeleggen aan de Germanen
-
3. De groei van het Merovingische Rijk
- Salische franken: ong. België
- Kerngebied dat basis legt van Karolingische dynastieën
- Clovis: krijgsheer dynastie van de Merovingers
- Merovingische dynastie: Germanen
- Bereiken hun hoogtepunt rond 500
- Vorst veroverd die gebieden en controleert die
- Staatsgreep dus van de merovingers naar de karolingers
4. Verdeling van het Karolingisch rijk
- Rijk van Karel de Grote moet worden herverdeeld
- Karolingers hun erfenis wordt verdeeld tussen de zonen
- Koninkrijk verdeeld tussen meerdere zonen rijk valt uiteen
- 3delen: westelijk, oostelijk deel en middenstrook
- Middenstrook wordt opgevreten door west en oost
- België zit op breuklijn: daarom dat er veel oorlogen hebben plaatsgevonden in België
tussen de grootmachten
- Conflict Duitse en Franse deel omdat ze het bezit rond de schelde willen
bemachtigen, want dat was zeer interessant voor handel
- Ze wilde beide het geopolitieke overwicht behalen
5. De zuidelijke Nederlanden
- Middeleeuwen
- Graafschap Vlaanderen: regio in Europa dat als eerste ontwikkeld is
- In Italië ontstaan stadsstaten
- In België ontstaan sterke steden zoals Brugge
, - 1100: kaart bovenaan is het graafschap Vlaanderen, ten oosten zijn er graafschappen
die erbij horen maar ook op zichzelf staan
- Lokale heren die een gebied in leen hebben, die mogen dat bezitten van de graaf
- Ze zijn geen soeverein dus hebben geen hoogste gezag de graaf van Vlaanderen is
leenheer en die heeft onder hen leenmannen
- 1300: kaart onderaan: Vlaanderen is 1 gebied geworden leenmannen worden
minder belangrijk
- Hertogdom Brabant, prinsbisdom luik en namen vormen zich
- De Nederlanden bestaan uit een aantal vorstendommen
- Er is een staatsvorming en eenmaking van het versnipperd land van voordien
1.2 De basis van de staatsmacht: de feodaliteit
1.2.1 Wat voorafging: de Karolingische feodaliteit (1ste feodaliteit)
KAROLINGISCHE PERIODE:
- KDG deelde zijn rijk in gouwen
- Karel De Grote was eerst koning, later keizer
- KDG benoemde een graaf
GRAAF:
- De graaf is afzetbaar en heeft de volledige bevoegdheid van KDG = alle macht dat de
vorst over het hele rijk heeft, die macht heeft die graaf over zijn gebied
- Taak: vertegenwoordigen op een lokaal niveau het vorstelijke gezag
- Omringd door vazallen en schepen (rechtspraak)
KAREL DE VROME:
- Bewind na KDG
- Zoon van KDG
- De functie van graaf werd erfelijk verzwakking greep keizer op zijn graven
INVLOED KAROLINGERS:
- Actie ondernomen tegen de verzwakking: ambtenaren verbinden aan de graven
- Uitvinding van de feodale verhoudingen
FEODALITEIT:
- Gezagsverhouding met leenheer en leenman
- Hiërarchische verhouding met wederzijdse rechten en plichten
- Dit werd bezegeld door een eedaflegging; feodale verhouding werden geformaliseerd
gebaren te stellen (knielen)
- Leenman zweerde gehoorzaamheid, maar was niet overgeleverd aan diens willekeur
weerstandsrecht: een leenman had het recht om de band met een
onrechtvaardige leenheer te verbreken
Positief aspect:
- Ze ontvingen gunsten van de heer
1. Bijhorende inkomsten
2. Een grond in leen graven hun graafschap ook in leen kwam
ONTSTAAN FEODALE PIRAMIDE
= je bouwt een piramide uit door het gezag steeds te verdelen
1. Keizer Karel De Grote
Grond geven in leen
2. Graven van de gebieden
Grond geven in leen
3. Leenmannen
Grond geven in leen
4. Leenmannen deden verder aan het achterlenen
…
OVERAL TER WERELD IS ER EVOLUTIE DOOR LACHTSSTRUCTUREN GEBASEERD OP
GRONDBEZIT DAT HIERARCISH VERDEELD IS
STERKTES EN ZWAKTES VAN DIT FEODAAL SYSTEEM:
Sterkte:
- Persoonlijke afhankelijkheidsverhoudingen succes
Zwakte:
- Door constant je macht te verdelen en af te staan, ben je niet in staat om contact te
hebben met je leenman moeilijk bestuurbaar
- De feodaliteit is verbonden met een erfelijk systeem GROTE ZWAKTE
GROTE ZWAKTE VOLLEDIGE AUTONOMIE VAN DE VAZAL
, Oorzaak:
1. Graven hadden in hun gebied een volledige bestuurlijke bevoegdheid gekregen
2. Graven kregen door de feodaliteit een rechtstreeks gebruiksrecht over gronden
3. Graafschap neigde naar erfelijkheid
Volledige autonomie van de vazal
Gevolg:
- Zwakte van de koninklijke macht deinde verder uit naar de graven en naar lagere
niveaus DESINTEGRERENDE FACTOR IN KAROLINGISCHE RIJK
Ontstonden lokale heerlijkheden
- Gronden die de leenheer bezat
- Hij bezat heerlijke rechten, handhaafde de orde, inde belastingen
- De leenheer haf rechten waaraan de inwoners op zijn heerlijkheid aan werden
onderworpen
- Hij had recht tot het bezitten van slaven die waren onroerend goed en onvrij
slavenrecht is een deel van de Germaanse rechtscultuur
- De slaaf is roerend bezit: romeinse recht
- De slaaf is verbonden aan de grond: Germaans recht
- Andere mensen: vrije personen die soms karweien moesten doen
- Slaven worden mee verkocht met de grond, mogen niet trouwen enz.… zorgt voor
de vlucht van de slaven naar de stad
- Migratie van het platteland naar de steden
- Slaven hadden wel zekerheid van hun inkomen en woonplaats
- 1900: wegen niet volledig, verliest grip op zijn systeem
- Europa wordt weer een lappendeken
- En voegen later alles terug bij elkaar
- Lokale heren breiden gebieden uit bouwen piramide terug op
1.2.2 de heropleving van de feodaliteit in de Nederlanden na 1000 (2de
feodaliteit)
1 STE FEODALITEIT:
- Feodaliteit vanuit boven gegroeid
- Band tussen leenheer en leenman
- Ineenstorting Karolingische rijk door het erfelijk karakter
10 DE EEUW: nieuwe beweging
- Territoria werden samengevoegd en onderworpen aan een nieuwe heerser
- Staatsopbouw begon dus opnieuw maar van onderuit
- Leenheer werd leenman en zo naarboven toe
- Er kwam gebiedsuitbreiding doordat heren werden onderworpen/ ondergeschikt
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur zoestaes. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.