Samenvatting Thema's Maatschappijleer (rechtsstaat) voor HAVO
Tout pour ce livre (128)
École, étude et sujet
Lycée
HAVO
Maatschappijleer
4
Tous les documents sur ce sujet (638)
Vendeur
S'abonner
hesennina
Aperçu du contenu
Paragraaf 1, Wat is democratie?
Politiek kun je het best beschrijven als: het nemen van allerlei besluiten om het land te besturen. Ze
maken beslissingen over dingen die algemeen van belang zijn zoals:
Welvaart, zoals ze zorg voor voldoende banen
Volksgezondheid, zoals wegwerken wachtlijsten in ziekenhuizen
Infrastructuur, zoals aanleg van straten, bruggen, snelwegen enz.
Onderwijs, zoals veranderen van eisen van het eindexamen voor havo en vwo.
Buitenlandse betrekkingen, zoals uitzenden van militairen
Openbare orde en veiligheid, zoals het inzetten van meer militairen
Voor deze dingen betaal je ook belasting.
Een democratie is een bestuurs vorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de
politieke besluitvorming. ‘Overblijfsel’ van directe democratie is het referendum, waarbij
kiesgerechtigden burgers rechtstreeks Mogen stemmen over een politiek vraagstuk of wetsvoorstel.
Nederland heeft een indirecte democratie Dat noemen ze ook wel een parlementaire democratie.
Omdat de gekozen vertegenwoordigers samen het parlement vormen.
Belangrijkste kenmerken van de grondwet:
Burgers hebben politieke grondrechten
- Alle nederlanders hebben vanaf 18 jaar het recht om te stemmen en om verkozen te
worden.
- Iedereen mag een politieke partij of vereniging oprichten.
- iedereen mag demonstreren of op een andere manier zijn mening uiten
Over politieke besluitvorming staan belangrijke regels in de grondwet:
- De regering en het parlement maken samen de wetten.
- wetten gaan pas gelden als de meerderheid in het parlement daartoe besluit.
Ondanks het meerderheids principe houdt een democratie rekening met de rechten van
minderheden. Hierdoor kunnen grondrechten niet zomaar worden afgeschaft, ook niet als
de meerderheid dat zou willen.
Er is persvrijheid. Journalisten bepalen zelf waar ze over berichten en op welke manier ze dat
doen. Ze hebben geen toestemming nodig van de overheid hiervoor.
We spreken van dictatuur Wanneer alle macht in handen is van een persoon of een kleine groep
mensen. Naast alleenheerschappij van personen zijn er ook dictaturen die gebaseerd zijn op een
ideologie. Hier hebben burgers weinig tot geen individuele vrijheden.
Een andere vorm is religieuze dictatuur, zoals in iran. Het volk kiest in parlement en de president ,
maar voor alle politieke besluiten is goedkeuring van niet gekozen geestelijke leiders nodig. Ten
slotte Kennen we militaire dictaturen daar heeft het leger alle macht.
Dictaturen hebben meestal de volgende kenmerken:
Een machtenscheiding ontbreekt, want alle is in handen van één persoon of een kleine
groep.
De grondrechten Woorden niet gerespecteerd. Burgers hebben geen recht op een vrije
meningsuiting en geen mogelijkheid om te protesteren tegen overheidsbesluiten.
Er bestaat geen vrije pers . Journalisten komen in de problemen als die kritisch berichten
over de machthebbers. Soms beoordeeld de overheid vooraf alle publicaties een tv
uitzendingen en wordt informatie via internet gefilterd of geblokkeerd. Dit noemen we
censuur.
Oppositiepartijen zijn vaak verboden . Omdat ze kans lopen om gearresteerd te worden,
vluchtte op op de politiek te bieden naar het buitenland om vanuit daar verzet op de
politiek te bieden.
, Er is een grote publieke rol voor de militairen. Om verzet van het volk te kunnen
onderdrukken heeft de regering de steun van het leger nodig. Daarom worden soms
generaals als minister opgenomen in de regering.
Er is meestal sprake van verkiezingsfraude. Hoewel dictator vaak met geweld aan de macht
komen, organiseren ze vervolgens schijn verkiezingen om hun macht te legitimeren. Om
zeker te zijn van winst frauderen ze met de uitslag.
De regering van snel en efficiënt besluiten nemen over zaken als werkgelegenheid ,
onderwijs en
gezondheidszorg. Want er is niets of nauwelijks oppositie.
Paragraaf 2, Politieke stromingen
Een samenhangend geheel van ideeën over de gewenste inrichting van de samenleving is een
ideologie, vanuit daar ontstaan bijna alle politieken partijen. Daarbij word gekeken naar 2 vragen:
1. Welke waarden en normen staan centraal?
2. Wat is de gewenste rol van de overheid op sociaal-economisch gebied?
Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
Links, mensen die voor een sterke, actieve rol van de overheid op het gebied van economie,
uitkeringen onderwijs en gezondheidszorg zijn. Links wilt de ongelijkheid tussen mensen
minder maken.
Rechts, deze mensen willen juist zo min mogelijk bemoeienis van de overheid op sociaal-
economisch gebied. Ze vinden dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor een beter bestaan.
Er zijn 3 verschillende stromingen: liberalisme, socialisme en confessionalisme.
Liberalisme (rechts):
Deze stroming ontstond eind 18e eeuw (Tijdens Franse Revolutie). Hun ideaal is persoonlijke en
economische vrijheid en ze waren tegen hoge belastingen.
Liberalen nu vinden vrijheid nogsteeds belangrijk en zijn voor de vrijemarkteconomie. En de overheid
moet zich tot kerntaken richten. Ze vinden ook dat mensen niet afhankelijk moeten worden van de
overheid, daarom is het liberalisme rechts. Voorbeelden: VVD, D66, PVV en GroenLinks.
Socialisme (links):
Ontstond in 19e eeuw als reactie op de slechte werksomstandigheden van arbeiders. De socialisten
wilde een eind maken aan armoede en ongelijkheid. Maar ze verschilden onderling hoe ze dat doel
wilde bereiken.
Communisten: wilde dat de arbeiders door een revolutie alle macht zouden nemen.
Sociaaldemocraten: wilde verkiezingen en dan hervormingen doorvoeren.
Socialisten noemen we nu sociaal-Democraten. Ze staan voor gelijkwaardigheid van mensen. Daarom
willen ze ook dat de overheid zwakkere steunt. Ook willen ze hoge belastingen voor rijken. Ze willen
onderwijs voor iedereen. Ze willen dat iedereen gelijke kansen heeft. Daarom zijn ze links,
voorbeelden zijn De PvdA, SP en GroenLinks.
Confessionalisme (midden):
Het confessionalisme baseert zich op het geloof, in nl vooral christendom. Aan het eind vd 19 e eeuw
vormde de katholieke en protestanten beide een politieke partij. Beide streven ze naar een
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hesennina. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.