Resume
Samenvatting Microbiologie met leerdoelen
- Cours
- Établissement
Microbiologie met leerdoelen en alle bacterien.
[Montrer plus]
Vendeur
S'abonner
sauysal
Avis reçus
Aperçu du contenu
Les 1 microbiologieKan de verschillende groepen micro-organismen naar domein indelen
Indeling micro-organismen
- Bacteriën
• Prokaryoten
• Ongedifferentieerde cellen met veel variatie. Ongedifferentieerde cellen kunnen verschillende functies
uitoefenen of sporen vormen. Sporen zijn een soort minicellen die DNA bevatten en in de bodem terecht
kunnen komen. Daar kunnen ze voor een lange tijd aanwezig zijn totdat de milieuomstandigheden weer
overleef baar zijn. Zo kunnen ze weer overleven.
• Verdeeld in taxonomische groepen:
• Hoge diversiteit in fysiologie en ecologische rol: Ze kunnen overleven in verschillende leefomgevingen. Elke
bacterie heeft een andere eigenschap om te kunnen overleven. Bijvoorbeeld darmbacteriën of buiten
bacteriën
- Archaea
• Prokaryoten
• Ongedifferentieerde cellen
• Historisch geassocieerd met extreme omgevingen, maar niet uitsluitend extremofielen: archaea kunnen
overleven in extreme omstandigheden. Ze behoren niet tot de extremofielen, want ze worden ook gebruikt
voor normale omstandigheden.
• Ze zijn niet bekend als parasieten of pathogenen van planten en dieren. We hebben ook archaea in onze
darmen, maar die maken ons niet ziek.
- Eukaryoten
• Ondermeer planten, dieren en schimmels
• Zowel eencellig als meercellig
• Heel divers in grootte/vorm/fysiologie. Veel diversiteit want bijvoorbeeld boom doet iets anders dan wij
mensen.
Kan de verschillen tussen prokaryoten en eukaryoten cellen
benoemen en eigenschappen van de groepen benoemen
Verschillen tussen microbiële cellen:
- Prokaryoten
• Bacteriën en archaea. Het verschil tussen een
bacterie en archaea is dat er verschillende
celmembranen zijn en andere biochemische
routes
• Geen kern, DNA ligt los in de cel
• Geen membraan omgeven organellen
• Enkel circulair chromosoom dat aggregeert om
het nucleoide gebied te vormen
• Kan plasmiden (extra chromosomaal DNA)
hebben die speciale eigenschappen verlenen,
zoals antibiotica resistentie.
• DNA is smal en compact
- Eukaryoten
• Planten, dieren, algen, protozoa en schimmels
• DNA ligt in een membraan omgeven kern.
• Cellen bevatten organellen waarin specifieke cel functies plaatsvinden
• Chromosomen zijn lineair en liggen in de kern.
• Lang en veel DNA
Gemeenschappelijke eigenschappen microbiële cellen
- Cytoplasmatisch (cel) membraan: De functie is het scheiden tussen binnenkant van de cel en buitenkant van de
cel.
- Cytoplasma: Water mengsel van macromoleculen, kleine organische stoffen, ionen en ribosomen in de cel.
- Ribosomen: eiwit synthetiserende structuren.
- Celwand: aanwezig in sommige microben; verleent structurele sterkte
,Kan voorbeelden noemen van hoe micro-organismen de mens en de omgeving beïnvloeden
Micro-organismen zijn onmisbaar voor het leven op aarde. Ze zorgen voor de stikstof
cyclus:
N2 is niet goed beschikbaar voor planten, maar deze hebben planten en dieren wel nodig
om eiwitten te produceren. Dit wordt gedaan door bacteriën (stikstoficiatie). Die bacteriën
zorgen dus dat N2 beschikbaar wordt voor verbindingen die planten kunnen opnemen.
Mensen krijgen die stikstofverbindingen binden door die planten op te eten. Deze kunnen
mensen vrijlaten door bijvoorbeeld overlijden of poepen. Dan zijn er weer bacteriën die
zorgen dat stikstof weer in lucht in komen.
Impact van micro-organimsen op de mens: meeste micro-organsimen zijn onschadelijk voor
de mens. Sommige zijn zelfs nuttig. Bijvoorbeeld darmbacterien, die zorgen voor de
darmgezondheid. Enkele soorten zijn schadelijk voor de mens. Microorgansimen kunnen
zich goed aanpassen aan milieuomstandigheden. Bijvoorbeeld bacteriën die plastic
afbreken met bepaalde enzymen die zij hebben.
Het nut van de impact van micro-organsimen op de mens:
- Landbouw (stikstof)
- Darmmicrobiotica
- Voedselbereiding (kaas, yoghurt, alcoohol) = fermentatie
- Industrie
• Waterzuivering (water)0
• Biotechnologie (genetisch gemodificeerde MO
• Geneesmiddelenproductie (celfabrieken)
• Biobrandstof productie
Kan vertellen wat de bijdrage aan de microbiologie is geweest van de in de les genoemde personen
Medische microbiologie:
- Bacteriologie
- Virologie
- Parasitologie
- Epidemiologie
- Immunologie
- Preventie (voorkomen van ziekten)
Geschiedenis
- Edward Jenner: 19e eeuw, vaccinatie tegen pokken, vaccinatie met koepokstof
- Louis Pasteur (chemist en microscopist):
• Ontdekte dat alcoholische gisting niet chemisch, maar een biologisch gemedieerd proces is. M.b.v.
pasteurfles met zwanenhals weerlegde hij theorie van spontane generatie: het leven onstond
spontaan uit niet-wonend materiaal. Geleid tot ‘’pasteurisatie’’ ontwikkelde vaccins ovor miltvuur,
kippen cholera en hondsdolheid. Pasteurisatie is het verhitten tot 70 graden, meeste bacteriën gaan
dan dood.
Pasteurkolf werking: verhitten zodat het bouillon niet besmet raakt. Als er dan microorganismen in
zouden komen konden ze niet verder dan het begin stukje. Als het troebel werd, betekende het dat er
micro-organismen in zaten.
, - Ignaz Semmelweis: vrouwenarts, 19e eeuw, bestrijding kraamvrouwenkoorst door handen te wassen met chloor.
Hygiene maatregelen werden bedacht.
- Robert Koch (arts en microbioloog);
• Experimenteel bewijs voor micro-organsimen als veroorzakers infectieziekten.
• Ontdekking veroorzakers van anthrax, tuberculosis, en cholera
• Koch's postulaten
• Ontwikkelde vaste voedingsbodems om pure kweken te kunnen maken
• Observeerde de diversiteit aan kolonievormen/kleuren
• Nobel Prize for Physiology and Medicine in 1905
• Onderscheid kunnen maken tussen verschiilende micro-organsimen: groeien op voedingsbodems o
de micro-organsimen te scheiden van elkaar en kolonies te laten vormen.
Koch’s hypothese:
Het postulaat is het bewijs om aan te tonen dat micro-organismen ziekteverwekkers zijn:
1. Ziek/dood vergelijken met levend
2. Bloed op plaat uitstrijken
3. Ziek/dood organisme krijg pathogeen erbij op de bloedagar
4. Zieke krijg kolonies
5. Gezonde wordt gebruikt om pathogenen te testen op het dier en als die dan de zelfde
symptomen hebben betekent het dat dit door het pathogeen komt.
- Alexander Fleming: 20e eeuw, pencilline, lysozym.
• Schimmels zijn in staat om bacteriën te doden. Lysozymen is ook in staat om een bacterie te doden,
dit komt door een enzym in het traanvocht/speeksel dat de micro-organsimen kan lyseren.
- James Watson, Francis Crick, Rosalind Franklin: structuur van het DNA. Crispr-cas
• Cirspr-cas: bacterieel immuunsysteem ter verdediging tegen bacteriofagen. Aanpasbaar systeem.
Precieze modificatie DNA ook in andere eukaryoten cellen mogelijk. Toepassing in genetische
modificatie, reparatie gendeficienties.
- Carl Woese: rRNA verwantschap voor het bouwen.
Vroeger werd de indeling als volgt gedaan:
- Morfologische kenmerken
- Fysiologische kenmerken
- Biochemische kenmerken
Tegenwoording: overeenkomsten in DNA/ rRNA sequenties.
, Weet wat de begrippen facultatief en obligaat of strict (an-)aëroob betekenen
Aeroob: groeien met behulp van zuurstof
Anaeroob: groeien zonder zuurstof
Aertolerant anaeroob: Organismen die geen zuurstof gebruiken, maar wel kunnen overleven in aanwezigheid van zuurstof.
Strikt:obligaat, sommige organismen gebruiken geen zuurstof en kunnen niet in aanwezigheid van zuurstof leven.
Facultatief: optioneel, sommige organismen kunnen anaeroob en aeroob leven.
Stofwisseling;
Glycolyse start de energieopwekking.
1) Glycolyse produceert ATP en reduceert NAD+ tot NADH terwijl glucose wordt geoxideerd tot pyruvicinzuur
(druivenzuur). Bij ademhaling (respiratie) wordt het pyruviczuur omgezet in de eerste reactant in de KREBS-cyclus.
2) De Krebs-cycle produceert ATP en verminderd NAD+ (en andere elektronendrager genaamd FADH2) terwijl het CO2
afgeeft. De NADH en FADH2 van beide processen dragen elektronen naar de elektronentransportketen.
3) In de elektronentransportketen wordt de energie van de elektronen gebruikt om veel ATP te produceren.
Elektronenacceptor O2 = aeroob
Andere elektronenacceptor:
anaeroob
De fermentatie is anaeroob.
Sommige gebruiken nitraat voor
fermentatie in plaats van zuurstof
die respireert dan is die anaeroob.
Afbraak voedingsstoffen → energie
- Aerobe ademhaling:
O2 = e- acceptor
- Anaerobe
ademhaling:
O2 = e- acceptor
- Fermentatie
(vergisting): wel
glycolyse, geen
CZC. Anaeroob
proces.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sauysal. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans