Een samenvatting die alle kennis bevat voor een Nederlands toets over argumenteren; soorten argumenten en standpunten, de verschillende argumentatiestructuren, drogredenen en argumentatieschema's.
Standpunten
Als je een standpunt over iets inneemt, dan geef je je mening over die zaak.
Er zijn drie soorten standpunten:
★ een positief standpunt: ik vind dat we als voorbereiding op het examen meer oude examens
moeten maken.
★ een negatief standpunt: volgens mij moeten we als voorbereiding op het examen niet meer
oude examens maken.
★ een standpunt van twijfel: ik ben er nog niet over uit of het goed is dat we als voorbereiding op
het examen meer oude examens moeten maken.
Argumenten
Met argumenten kun je je eigen standpunt verdedigen of het standpunt van een ander aanvallen.
Met een weerlegging ontkracht je een (tegen)argument.
Je herkent een argument vaak aan signaalwoorden als: want, omdat, namelijk, aangezien en
immers. Een argument = een onderbouwing
Feitelijke en waardelijke argumenten
★ Feitelijk argument
Iemand ondersteunt zijn standpunt met een feitelijke uitspraak.
Ik ga liever niet mee naar Parijs (standpunt), want Parijs is een grote, dichtbevolkte stad
(argument).
★ Waarderend argument
Iemand ondersteunt zijn standpunt met een waarderende uitspraak.
Ik ga graag mee naar Parijs (standpunt), want Parijs heeft de mooiste musea van de hele wereld
(argument).
Tegenargument
Met een tegenargument ontkracht je een standpunt of een argument:
- De kans is groot dat ze je na je overlijden als orgaandonor zullen gebruiken (standpunt); ze
zitten immers te springen om donororganen (argument).
- Slechts een op de 5000 overledenen wordt gebruikt als orgaandonor (tegenargument).
- Ik wil niet meer naar Italië op vakantie (standpunt), want je kunt er in restaurants
nauwelijks vegetarische gerechten krijgen (argument).
- Wat een onzin: de Italiaanse keuken is juist beroemd om zijn groente- en kaasschotels
(tegenargument).
, Argumentatieschema’s
Een argumentatieschema is het verband tussen het argument en het standpunt.
Een argumentatie kan gebaseerd zijn op:
● oorzaak en gevolg
● kenmerk of eigenschap
● voor- en nadelen
● voorbeelden
● vergelijking
● autoriteit
★ Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
Er wordt vanuit gegaan dat een feit of gebeurtenis zal leiden tot een ander feit of andere
gebeurtenis.
Zijn vader is onlangs overleden (oorzaak en argument). Daardoor is voor hem op dit moment zijn
examen van minder belang (standpunt en gevolg).
★ Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
Als alle onderdelen van een groep hetzelfde kenmerk hebben, dan heeft één onderdeel van die
groep dit kenmerk ook.
Jeroen is eigenlijk nog een groot kind (standpunt), want het liefst speelt hij nog met zijn piraten
lego (argument).
★ Argumentatie op basis van voor- en nadelen
Er wordt een afweging gemaakt: de voordelen worden vergeleken met de nadelen en op basis van
de uitkomst daarvan wordt er een oordeel uitgesproken.
Als je 4 havo over doet, dan krijg je wel een goede basis om in 5 havo met goede cijfers te slagen.
Daar staat tegenover dat je het weliswaar heel zwaar krijgt als je overgaat naar havo 5, maar dat
je toch ook een kans hebt dat je meteen slaagt (argumenten). Als ik jou was, zou ik het proberen in
5 havo (standpunt).
Ook is het mogelijk dat alleen de voordelen óf alleen de nadelen als argumenten genoemd worden.
Dan is er sprake van argumentatie op basis van voordelen, of op basis van nadelen.
je moet zonnecellen op het dak plaatsen (standpunt): dat is goed voor het milieu en goed voor je
portemonnee (argumenten).
★ Argumentatie op basis van voorbeelden
Een standpunt wordt ondersteund aan de hand van voorbeelden.
Je kunt absoluut niet op hem rekenen (standpunt). Zo kwam hij gisteren zonder af te bellen niet
opdagen en toen hij dat verjaardagscadeautje zou kopen, was hij dat ook vergeten (argumenten).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur isazwartbol. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.