Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Orthopedagogiek: Theorieën, Doelgroepen En Werkvelden (P0U13A) €3,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Orthopedagogiek: Theorieën, Doelgroepen En Werkvelden (P0U13A)

 22 vues  3 fois vendu

Deze samenvatting is enkel het deel theorieën. Het deel werkvelden en doelgroepen staan apart op mijn account.

Aperçu 4 sur 94  pages

  • 19 avril 2021
  • 94
  • 2019/2020
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (30)
avatar-seller
elinebunnik
Eline Bunnik 2e bachelor pedagogische wetenschappen

Orthopedagogiek: theorieën en werkvelden

Les 1: inleiding – 10/02/2020
Kritisch theorie kunnen toepassen op casussen of filmmateriaal. (examen)

Werkvelden luisteren via weblectures!

Examen: 12 punten op meerkeuze, 5 punten open vraag en 3 punten opdracht

Algemeen theoretische kaders

1. Individu – context denken
Is het eindpunt van een lang traject.
1.1.Medisch model
Traject begint bij het denken over personen met een beperking, vanuit dit model.
 Functiebeperkingen werden lange tijd sterk vanuit een medisch model bekeken
o Diagnostiek gericht op het individu dat beperking vertoont
• Persoon is onderwerp van onderzoek
o Oorzaak: neurobiologisch mono-causaal defect (“ik kan er zelf niets aan doen”)
• Waarom heeft een persoon een beperking
• ‘het zit in de persoon’ is het idee
o Connotatie van permanentie
o Behandeling = individuele therapie

 Stoornisgericht en reductionistisch denken

MAAR… waarom hebben sommige mensen gewoon veerkracht en anderen BV eerst door een
depressie moeten gaan. DUS niet elke persoon die BV een verlamming heeft zal op dezelfde manier
in het leven staan en dus een andere behandeling moeten hebben

 Individuen met dezelfde genetische afwijking vertonen grote verschillen in cognitief en social
functioneren
o BV kinderen met het syndroom van Down: zit veel variatie in
 Mate van functioneren is niet te voorspellen op basis van medische afwijkingen alleen
 Medisch model moet aangevuld worden (= 1e aanleiding om tot individu context
denken te komen)

1.2.Burgerschapsmodel
 Mensen met een beperking zijn gewone burgers en mogen op een volwaardige manier
deelnemen aan onderwijs, tewerkstelling
o NIET hokjes denken
o Wél een inclusieve maatschappij
 Die dankzij ondersteuning kunnen deelnemen aan alle aspecten van de samenleving
 Geen reden tot afzonderlijke woon-, vrije tijd, werk- of relatieomgeving
è Inclusief denken
è Handicap als sociaal construct: grondlegger Fougeyrollas)
o Er bestaat niet zoiets als een handicap, het wordt pas een probleem als die
persoonskenmerken en omgevingskenmerken niet op mekaar zijn afgestemd




1

,Eline Bunnik 2e bachelor pedagogische wetenschappen

1.3.Handicapcreatiemodel (Fougeyrollas)
Handicapsituatie is BV dat iemand met een
verlamming van de benen de les niet kan volgen
doordat de aula op de derde verdieping is en er
is geen lift.

Een probleem is enkel een probleem als de
persoonskenmerken en de
omgevingskenmerken niet op elkaar afgestemd
zijn.




1.4.Biopsychosociaalmodel (Engel, 1980)
Centrale idee: de werking van het geheel is
meer dan de som van de delen

Je kan de werking van een hoger systeem niet
reduceren tot werking van lagere systemen bv.
persoon tot depressie of tot neurotransmitter

Geen lineair-causaal deterministisch model
maar een ecologisch model


Er zijn verschillende factoren die ervoor zorgen waarom iemand wel of niet veerkracht zullen vinden.
(samenspel van deze 3)
=> DIT is hoe we kijken naar beperkingen! (niet meer het medische model)


1.5.Ecologisch model (Bronfenbrenner)
Enkel naar de persoon kijken is niet goed, we
moeten naar de ruimere context kijken.
 Micro
 Exo
 Macro – bredere maatschappij waarin
we leven

BV kind wordt langdurig ziek en moeder beslist
om vrij te krijgen van werk (dit laatste hangt
samen met parent’s work environment) en hoe
de baas zich dus opstelt heeft indirect een
effect op het kind.

Je hebt dus directe en indirecte sociale
invloeden.




2

,Eline Bunnik 2e bachelor pedagogische wetenschappen

1.6.Classificatiesysteem
DSM gaat enkel opzoek naar mentale stoornissen, kijken naar wat de elementen van die stoornis zijn
en vanaf welke leeftijd en dergelijke.

MAAR 2E classificatiesysteem ICF (beschrijven niet enkel of iemand iets kan of niet, maar kijken ook
naar in welke mate die persoon kan deelnemen aan de maatschappij)
 Termen in ICF zijn neutraal geformuleerd
 Hiërarchische niveaus van typeringen, met scoring
 Gemeenschappelijke taal tussen disciplines en landen
 Aanwijzingen voor interventies bij individu én context




1.6.1. Functies/




anatomische eigenschappen
 Functies: fysiologische en mentale eigenschappen van het menselijk organisme
o Bv. stem en spraak, mentale functies
 Anatomische eigenschappen: positie, aanwezigheid, vorm en continuïteit van
onderdelen van het menselijk lichaam
o Bv. anatomische eigenschappen van het zenuwstelsel, van het urogenitaal
stelsel
 Stoornissen: afwijkingen in of verlies van functies of anatomische eigenschappen

1.6.2. Activiteiten en participatie
 Activiteiten: onderdelen van iemands handelen
o Bv. leren
 Beperkingen: moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten
 Participatie: iemands deelname aan het maatschappelijk leven
o Bv. onderwijs volgen
o Participatieproblemen: problemen die iemand heeft met het deelnemen aan
het maatschappelijk leven
1.6.3. Externe en persoonlijke factoren
 Externe factoren: iemands fysieke en sociale omgeving
o Bv. technologie, attitudes
o Persoonlijke factoren: iemands individuele achtergrond

1.7.Orthopedagogiek als wetenschap
 Zelfde evolutie in denken op te merken van individu naar individu-context denken
 Vroeger: Heilpädagogik
o Door afwijkingen in het kind ontstaan ontwikkelingsbelemmeringen
o Gingen kijken naar waar wijkt het kind af van de norm
o Heilpädagogik = leer van het onderwijs, de opvoeding en zorg aan kinderen
met ontwikkelingsbelemmeringen

3

, Eline Bunnik 2e bachelor pedagogische wetenschappen

 Nu: Orthopedagogiek
o De wetenschappelijke studie van het (be)handelen in problematische
opvoedingssituatie (POS) in diverse contexten

POS: Een door de betrokkenen als nagenoeg perspectiefloos ervaren opvoedingssituatie, waarin zij er
zonder deskundige hulp van buitenaf niet in slagen het geheel zodanig te veranderen dat het weer
perspectiefbiedend wordt. Ter Horst, 1980

1.7.1. Opvoeding
 Opvoeding = samenleven van volwassenen met een kind, met wiens ontwikkeling ze
begaan zijn en bereid zijn tot duurzame relatie te engageren
o Interactioneel
o Complementair
o Circulair
 In dagelijkse interacties:
o Stelt het kind in zijn gedrag een pedagogische vraag
• Wat het kind nodig heeft
o Doen de ouders in hun handeling een pedagogisch aanbod wat normaal
gezien vrij automatisch gaat MAAR POS

 BV een kind heeft elke maandagochtend buikpijn, dan is er de vraag wat is de betekenis
van die buikpijn en daaruit wat heeft een kind nodig

Opvoeding VS POS




POS:
 Vanzelfsprekendheid in de opvoeding valt weg, ze weten niet meer wat te doen en dan
krijg je dus je perspectiefloosheid
 Perspectiefloosheid – hier komt de orthopedagoog in actie
o Kindperspectief: ontwikkelingsloop wordt belemmerd
• Bv. Bjarne heeft ASS
o Ouderperspectief: handelingsverlegenheid
• Bv. Moeder Els weet niet hoe ze met haar puberende zoon Max
moet omgaan

2. Gespreksvaardigheden: belangrijk voor de opdracht !
Niet alleen wat je zegt maar ook hoe je je gedraagt heeft een impact
 Bestaat uit:
o Grondhouding
o Gespreksvaardigheden
o Observatievaardigheden
2.1.Grondhouding
Op basis van de theorie van Carl Rogers: 3 regels waaraan je je moet houden voor een goed gesprek
 Echtheid
o Niet voordoen als iemand die je niet bent


4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elinebunnik. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72042 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,49  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter