economie samenvatting jong en oud (belastingschijven)
economie jong en oud samenvatting
Heb je hulp nodig, ik help je graag met mijn samenvatting! Ik hoop op deze manier dat jullie goed genoeg geïnformeerd zijn over de lesbrief Jong en Oud van het vak Economie.
Tout pour ce livre (12)
École, étude et sujet
Lycée
HAVO
Economie
5
Tous les documents sur ce sujet (1240)
Vendeur
S'abonner
MiddelbareNerd
Avis reçus
Aperçu du contenu
Jong en Oud
Hoofdstuk 1: School of baantje
Het gevangenendilemma
In het oorspronkelijke gevangenendilemma gaat het om twee criminele die samen een zwaar misdrijf
hebben gepleegd. We noemen hen Paco en Zacco. Ze zijn opgepakt en afzonderlijk opgesloten en
hebben geen contact met elkaar. Om het bewijs rond te krijgen heeft de politie een bekentenis
nodig. Als beiden zwijgen krijgt de politie het bewijs niet rond en worden de verdachten twee jaar
opgesloten. Als een van beiden bekent, krijgt hij strafvermindering tot 1 jaar. De spelers staan voor
een moeilijke keuze, een dilemma.
Voor Zacco is bekennen de dominante strategie (= De strategie die het meest oplevert, ongeacht de
strategie van de ander.) Paco en Zacco zullen dus beiden kiezen voor bekennen en krijgen elk tien
jaar gevangenisstraf. Paco en Zacco weten dat ze beter af zijn als ze allebei zwijgen. Toch komt deze
uitkomst niet tot stand omdat ze elkaar niet vertrouwen. Als Paco zwijgt, is ij bang dat Zacco bekent.
Paco moest dan 22 jaar zitten en Zacco komt na één jaar vrij. Voor Zacco geldt hetzelfde. Om het
risico van de lange gevangenisstraf te vermijden, zullen ze beide bekennen.
Stel ze mogen overleggen dan kiezen ze allebei om te zwijgen. Maar Paco kan dan toch bijvoorbeeld
bekennen. Pas wanneer een bindende afspraak (= Een afspraak waar je (juridisch) niet van af
kunt/niet onderuit kunt.) is gemaakt, zal er samenwerking ontstaan.
Levensfase
In verschillende opdrachten zul je verschillende mensen die in een verschillende fase van het leven
zitten. Dit noem je levensloop (= Verschillende fasen in het leven van een persoon: kinderfase,
ouderfase en grootouderfase.) Een keuze uit de ouderfase kan invloed hebben op de toekomst van
de kinderfase.
,Hoofdstuk 2: De jeugd
Het opvoeden van kinderen kost veel geld en daarom geeft de overheid steun in de vorm van:
Inkomensafhankelijke subsidie op de kinderopvang
Kinderbijslag
Gratis schoolboeken op de basisschool en het voortgezet onderwijs
Sociaal leenstelsel
Veel jongeren hebben eigen middelen. Ze krijgen zakgeld, kleedgeld of hebben een baantje. Als ze
hun inkomen uitgeven aan kleding, uitgaan, bellen, enz. is er sprake van consumptie. Het deel van je
inkomen dat je niet uitgeeft, wordt gespaard. Als je meer wilt uit geven dan je hebt, moet je geld
lenen.
Consumeren = het kopen van goederen voor de eigen behoeftebevrediging
Sparen = het niet consumeren van een deel van het inkomen
Lenen = het geld dat je alvast gebruikt van je toekomstige inkomen
Sparen is het uitstellen van consumptie en het lenen is het vervroegen van consumptie. Er wordt
geruild over de tijd. Geld verdienen en geld uitgeven gebeuren in verschillende periodes.
Als je geld leent, moet je rente betalen en als je spaart, ontvang je rente. De keus tussen nu een
scooter kopen en lenen of eerst sparen en later eentje kopen hangt af van:
Het belang van de behoeftebevrediging (nut/plezier_
De hoogte van de rente
(verwachte) prijsstijgingen (= inflatie)
De keuze tussen werken of studeren is ook een voorbeeld van ruilen over de tijd. Wie op jonge
leeftijd kiest voor een baan, heeft als vroegverdiener meer mogelijkheden om te consumeren. Als je
kiest voor doorleren, word je een laatverdiener en moet je consumptie uitstellen. Maar dan heb je
wel kans op een hoger inkomen per jaar.
Als jongeren studeren, kunnen ze geld lenen bij de overheid tegen een relatief lage rente: het sociale
leenstelsel/ studenten met ouders met een laag inkomen kunnen daarnaast een tegemoetkoming
krijgen. Ook krijgen studeren een ov-kaart.
, Hoofdstuk 3: Werken en belasting betalen
De inkomens die mensen verdienen in het productieproces, worden primaire inkomen genoemd. De
primaire inkomens zijn loon, rente, huur, pacht en winst (KANO)
Loon is een beloning voor de arbeid die je verricht, rente ontvang je over je spaargeld, huur en pacht
krijg je als je een gebouw of grond aan iemand anders te beschikking stelt en winst is de beloning
voor een zelfstandige ondernemer.
Over inkomen moet loonheffing betaald worden. De loonheffing bestaat uit loonbelasting en premie
volksverzekeringen. De loonheffing is een voorschot op de inkomensheffing die achteraf per jaar
wordt vastgesteld over het totale inkomen dat je in een jaar verdiend hebt
Over je brutoloon moet je behalve loonheffing ook nog sociale premies voor
werknemersverzekeringen en een premie voor het pensioenfonds betalen. Het loon dat overblijft na
aftrek van de belastingen en sociale premies noemen we het nettoloon.
Berekening loonheffing
Van het bruto jaarinkomen mogen bepaalde uitgaven afgetrokken worden voordat de loonheffing
wordt berekend. Deze aftrekposten zijn onder andere bijzondere ziektekosten en de rente over een
hypothecaire lening op je eerste woning. Als de aftrekposten van het bruto inkomen zijn afgehaald,
blijft het belastbaar inkomen over.
Bruto inkomen
Aftrekposten -
Belastbaar jaarinkomen
De loonheffing wordt berekend volgens het schijventarief. Er zijn in Nederland vier schijven met een
steeds hoger heffingspercentage. Het is daarom een progressief belastingstelsel. Naarmate het
inkomen stijgt, moet over de toename van het inkomen een hoger percentage betaald worden. De
overheid gaat hierbij uit van het draagkrachtbeginsel. Het draagkrachtbeginsel houdt in dat hogere
inkomens in verhouding meer belasting betalen dan lagere inkomens. Hierdoor veranderen de
inkomensverhoudingen tussen de hoge en de lage inkomens. De inkomensverschillen worden relatief
kleiner. Er is dan sprake van nivellering van inkomens/
Op het totale heffingsbedrag worden heffingskortingen in mindering gebracht. Iedereen heeft recht
op algemene heffingskorting en daarnaast zijn er nog aanvullende kortingen, zoals de arbeidskorting.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MiddelbareNerd. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.