Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting hoofdstuk 4 cel en leven vwo 4 nectar €3,69   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting hoofdstuk 4 cel en leven vwo 4 nectar

 0 vue  0 fois vendu
  • Cours
  • Type
  • Book

Samenvatting hoofdstuk 4 cel en leven van het vwo 4 leerboek nectar

Aperçu 2 sur 7  pages

  • Non
  • 4
  • 20 avril 2021
  • 7
  • 2020/2021
  • Resume
  • Lycée
  • 4
avatar-seller
4.1 Levende cellen


Een organisatieniveau is de schaal waarop biologisch onderzoek plaats vindt.
De organisatieniveaus zijn gerangschikt van molecuul, organel, cel, weefsel, orgaan,
orgaanstelsel, organisme, populatie, soort, levensgemeenschap.
Levenskenmerken van een organisme;
- opgebouwd uit een of meer cellen
- groei
- voortplanting
- stofwisseling
- waarnemen van en reageren op veranderingen in de omgeving
- organisatie van erfelijk materiaal
De grootte van cellen is beperkt door hun oppervlak-volumeverhouding. Cellen hebben
zuurstof nodig. Het volume bepaalt de mate van zuurstofbehoefte. De grootte van het
oppervlak bepaalt de snelheid van uitwisseling van stoffen met de omgeving, bijvoorbeeld
zuurstof. Eencelligen staan met hun hele oppervlak in direct contact met de omgeving
waarmee ze stoffen uitwisselen. Meercellige organismen staan niet met alle cellen direct in
contact met hun buitenomgeving. Hoe groter de organismen zijn, hoe kleiner de verhouding
oppervlakte-volume is. De volumetoename , het aantal cellen dat zuurstof behoeft, is een
derdemachtsfunctie. De oppervlaktetoename is een tweedemachtsfunctie.
Met het toenemen van de omvang van een organisme neemt het volume dus sneller toe dan
het oppervlak waarmee een organisme zuurstof uit de omgeving kan opnemen.
Voor dit probleem hebben meercellige organismen darmen, kieuwen en longen ontwikkeld.
Deze organen hebben elk een groot oppervlak voor de uitwisseling van stoffen.
Alle meercellige organismen zijn ontstaan uit een bevruchte eicel. Deze cel deelt, en de
gevormde cellen ook. De eerste cellen lijken nog sterk op elkaar. In het volgend stadium van
de ontwikkeling van een embryo ontstaan cellen die verschillen in grootte, vorm en functie.
Dit heet celdifferentiatie. Ook verschillen ze in de eiwitten die ze maken. Groepen cellen
met dezelfde bouw en functie vormen samen een weefsel.
Problemen op celniveau werken door op andere organisatieniveaus, een infectie verspreidt
zich met de celdelingen.
Stamcellen zijn ongedifferentieerde cellen die kunnen blijven delen. Er zijn 3 types;
1. Embryo’s, embryonale cellen kunnen in principe differentiëren tot elk gewenst type cel.
2. Navelstreng, deze lijken al sterk op volwassen stamcellen. Zij kunnen niet meer tot elk
type cel uitgroeien.
3. Volwassen organen, deze zijn zo te beïnvloeden dat ze veranderen in cellen met een
bepaalde functie.

, 4.2 Industrie op miniformaat


Eiwitten zijn belangrijk voor het lichaam. In je darmkanaal verteer je de eiwitten tot losse
aminozuren. Die neem je op in je bloed. Ze vormen de grondstoffen om je lichaamseigen
eiwitten te vormen. De eiwitproductie begint in de celkern. In de kern ligt het DNA met de
chromosomen. De bouwinstructies voor het maken van eiwitten door de cel liggen
opgeslagen in het DNA. Dit proces begint wanneer de cel een kopie maakt van het stukje
DNA met de bouwinstructie voor een bepaald eiwit. Deze kopie is in de vorm van een RNA-
molecuul. In het kernmembraan zitten kleine openingen, de kernporiën. Het RNA-molecuul
gaat via deze openingen naar de ribosomen in het grondplasma.
*Ribosomen zijn de organellen die de aminozuren aan elkaar koppelen volgens de
bouwinstructie van het RNA. Zo ontstaat het juiste eiwit. Ribosomen liggen los in het
grondplasma of zijn gebonden aan het ER.
*ER is een netwerk van twee membranen met tussenruimte. Het werkt als een
transportsysteem. Er zijn twee typen ER; glad ER (zonder ribosomen) en ruw ER (met
ribosomen aan de buitenzijde van de membranen). In de tussenruimte van het ER krijgen de
eiwitten een nabewerking dankzij enzymen. Vervolgens worden ze verpakt in
transportblaasjes en gaan ze voor verdere afwerking naar het Golgi-systeem.
*Golgi-systeem bestaat uit een stapel platte schijven, gevormd uit membranen. De blaasjes
met eiwitten afkomstig van het ER versmelten met de membranen van het Golgi-systeem.
Hierdoor kunnen de eiwitten binnen komen. Vervolgens krijgen de eiwitten de laatste
aanpassingen om de juiste vorm te krijgen. Ten slotte snoert het Golgi-systeem de blaasjes
met eiwitten af en vervoert ze naar het celmembraan. Ze komen terecht in het afvoerbuisje
van bijvoorbeeld een verteringsklier, of in het bloed als het om een eiwithormoon gaat.
*ATP is een molecuul waarin je cel energie opslaat. De cel
kan die energie vrijmaken waar en wanneer dat nodig is.
Cellen halen deze energie uit brandstoffen zoals glucose.
*Mitochondriën zijn te herkennen aan hun staafvormige tot
ronde vorm. In dit organel gebeurt voornamelijk het opladen
van de energie.
*Lysosomen zijn blaasjes met enzymen. Deze enzymen
breken versleten organellen af. De cel verpakt versleten
organellen af, die uiteindelijk samensmelt met een lysosoom. Vervolgens kan de cel de
afbraakproducten hergebruiken of uitscheiden.
*Celskelet zorgt voor de stevigheid van cellen. Het celskelet bestaat uit een netwerk van
verschillende eiwitdraden. Het geeft een cel zijn vorm. Cellen veranderen voortdurend van
vorm en organellen verplaatsen zich in het cytoplasma. Het celskelet is dan ook constant in
beweging.
*Centriolen komen alleen in dierlijke cellen voor. Ze hebben de vorm van een cilinder.
Ze spelen een rol bij de celdeling: ze verdubbelen en gaan elk naar een tegenovergestelde
kant van de cel. Van hieruit splitsen en verdelen ze de chromosomen over beide helften van
de cel. Zo ontstaan er twee dochtercellen.
* Chloroplasten/bladgroenkorrels zijn organellen die specifiek zijn voor planten en enkele
eencelligen. In de chloroplasten vindt fotosynthese plaats. Het inwendige bestaat uit onder

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nikkivanderklei8. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67096 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,69
  • (0)
  Ajouter