Dit is een samenvatting van economie over hoofdstuk 8. Hierin staat onder andere duidelijk en overzichtelijk geschreven over de Europese unie en hoe de handel in zijn werk gaat met betrekking tot inflatie, importquote, wisselkoers, betalingsbalans ect.
Economie paragraaf 4 en begrippen vmbo-gt hoofdstuk 3 leerjaar 3
H4 - Ben je verzekerd? Vmbo-gt - Jaar 3
Tout pour ce livre (21)
École, étude et sujet
Lycée
VMBO
Economie
3
Tous les documents sur ce sujet (237)
Vendeur
S'abonner
sonnemans
Avis reçus
Aperçu du contenu
Economie samenvatting hoofdstuk 8
Samenvatting economie hoofdstuk 8.1
Je leert in deze paragraaf:
● Waarom er handel is met het buitenland
● Wat er op de betalingsbalans van ons land staat
● Hoe belangrijk de buitenlandse handel voor Nederland is
Nederland is een echt handelsland. We verkopen veel goederen en diensten aan
buitenlandse bedrijven en personen. Dat noem je exporteren of uitvoeren. Door te
exporteren verkopen nederlandse bedrijven veel meer dan wanneer ze hun producten alleen
in ons land zouden verkopen. De export levert ons land veel inkomsten op.
De producten die Nederland exporteert, moeten eerst worden geproduceerd. Daarvoor
hebben Nederlandse bedrijven werknemers nodig, bijvoorbeeld productiemedewerkers. De
esport zorgt dus ook voor veel werkgelegenheid.
Een deel van onze export bestaat uit goederen die we eerst invoeren en daarna
doorverkopen aan het buitenland. Dit noem je wederuitvoer. In dit geval zijn de ingevoerde
producten kort in het bezit van een Nederlands bedrijf, bijvoorbeeld een overslagbedrijf in de
Rotterdamse haven, en worden daarna doorverkocht aan het buitenland.
Nederland koopt veel goederen en diensten uit het buitenland. je noemt dat importeren of
invoeren. Er zijn verschillende redenen waarom we producten uit het buitenland importeren.
Zo importeren we bepaalde producten:
● Als die in het buitenlad geodkoper gemaakt kunne worden.
● Als die buitenlandse producten een betere kwaliteit hebben.
● Als bepaalde grondstoffen niet of weinig voorkomen in Nederland.
● Als we bepaalde landbouwgewassen niet kunne verbouwen omdat ons klimaat er
niet geschikt voor is.
● omdat Nederlandse consumenten de keuze willen hebben tussen verschillende
producten en merken.
Het bedrag dat we in totaal met de export verdienen, noem je de uitvoerwaarde. Wat we in
totaal betalen voor de import van goederen en diensten in de invoerwaarde. De in- en
uitvoerwaarde bereken je als volgt:
Invoerwaarde = ingevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid
Uitvoerwaarde = uitgevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid
In een jaar voert Nederland 415 miljoen liter wijn in. De gemiddelde prijs van een fles
ingevoerde wijn is € 2,30.
de invoerwaarde is 415 000 000 x € 2,30 = € 954.500.000
De import van goederen en diensten kost ons geld. Die import kunnen we betalen met de
opbrengst van onze export, want de export levert ons geld op. De Nederlandsche bank
(DNB) houdt een overzicht bij van alle betalingen aan het buitenland en alle ontvangsten uit
het buitenland. Dit overzicht noem je de betalingsbalans. Op de betalingsbalans van ons
land staat:
, ● De totale waarde van de geëxporteerde goederen en diensten. Dit zijn onze
ontvangsten uit het buitenland.
● De totale waarde van de geïmporteerde goederen en diensten. Dit zijn onze
betalingen aan het buitenland.
Als onze totale uitvoerwaarde groter is dan de invoerwaarde, heeft Nederland een overschot
op de betalingsbalans. Je zegt dan: het saldo op de betalingsbalans is positief. als een land
meer importeert dan exporteert, dan is er een tekort op de betalingsbalans. het saldo is dan
negatief.
Als je wilt bepalen hoe belangrijk de internationale handel voor ons land is, dan vergelijk je
de totale invoerwaarde of totale uitvoerwaarde van Nederland met ons nationaal inkomen.
Dat zijn alle inkomens van de inwoners van ons land bij elkaar opgeteld.
De totale invoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen noem je de exportquote.
Hoe hoger de import- en export quote, hoe belangrijker de internationale handel voor een
land is.
Importquote = totale invoerwaarde : nationaal inkomen x 100 =
exportquote = totale uitvoerwaarde : nationaal inkomen x 100 =
Nederland heeft in een bepaald jaar een nationaal inkomen van € 680 miljard. De totale
invoerwaarde in dat jaar is € 485 miljard.
De importquote is: € 485 miljard : € 680 miljard x 100 = 71,3%
Aan de hoge importquote en exportquote kun je zien dat Nederland afhankelijk is van
internationale handel. Je zegt ook wel: Nederland heeft een open economie. Landen die
naar verhouding weinig in en uitvoeren ten opzichte van hun nationaal inkomen hebben een
meer gesloten economie.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sonnemans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.