College 1 Inleiding In De Pedagogische En Onderwijswetenschappen 2A Jongens zijn slimmer dan meisjes, ISBN: 9789082542202
Samenvatting collegestof + literatuur ipo 2A
Inleiding in de Pedagogiek 2a
Tout pour ce livre (10)
École, étude et sujet
Universiteit Leiden (UL)
Pedagogische Wetenschappen
IPO 2A
Tous les documents sur ce sujet (29)
Vendeur
S'abonner
jannelemmen
Aperçu du contenu
Jongens zijn slimmer dan meisjes
Grote schoonmaak (college 1)
-Iedereen gelooft iets anders over het onderwijs. Ook in het onderwijs zijn er religies,
geloofssystemen of ideologieën. Soms zijn ze het stilzwijgend oneens, maar vaker nog liggen ze zo in
de clinch met elkaar dat het veel wegheeft van een heilige oorlog of kruistocht.
-Stel dat er morgen een nieuwe onlinetool uitkomt: fictieve website Gomba -> op eenvoudige manier
handgeschreven notities delen.
-Snel komen er onderwijsblogs: ‘’Hoe Gomba het onderwijs zal veranderen.’’
-In het onderwijs is het gevoel dat we ons publiek steeds moeilijker bereiken.
-Elke nieuwe tool lijkt een mogelijke oplossing, al weten we soms niet wat het probleem is.
-We geloven dat er een probleem is.
-Dat geloof gaat ook over de didactische en pedagogische aanpak en over complete visies
van het onderwijs.
-Dit boek geeft overzicht van de belangrijkste mythes, waarvan de deugdelijkheid nooit bewezen is of
die gewoon onzin blijken te zijn -> het zijn pseudotheorieën die we bijna wekelijks overal
tegenkomen. Soms zal blijken dat de werkelijkheid genuanceerder is.
-Wetenschappelijk bewezen dat de grootte van de klas geen rol speelt voor het leren.
-Leerkracht zegt precies het omgekeerde.
-Beide standpunten zijn in feite relatief juist, maar er bestaat onvoldoende onderzoek dat
suggereert dat de beide kanten alleen gelijk hebben in bepaalde opzichten en onder
bepaalde omstandigheden.
-Opvallend dat je zelden de reden te horen krijgt waarom grote klassen zo weinig of zo veel
verschil zouden maken.
-Grootste probleem bij onderwijsmythes is dat wie ze gelooft in de dagelijkse realiteit vaak genoeg
bewijzen ontdekt voor zijn of haar overtuiging. Zelfde idee als je een nieuwe auto koopt: ineens zie je
die auto overal rondrijden. Zo zul je ook snel aanwijzingen herkennen. Michael Schermer geeft
daarvoor drie redenen:
1. Patternicity: een neiging om betekenisvolle patronen te zoeken in willekeurige dingen en
gebeurtenissen.
2. Confirmation bias: het zoeken en vinden van bevestigend bewijs voor wat we al geloven.
3. Hindsight bias: verklaringen na de feiten afstemmen op datgene waarvan we weten dat
het is gebeurd.
-Het is niet eenvoudig om onderwijs te veranderen. Als je iets nieuws invoert, kun je initieel succes
boeken. Initieel succes is echter niet genoeg. We kennen drie redenen waarom iets initieel kan en zal
slagen, maar waarbij de eigenlijke uitvoering en toepassing een teleurstelling zal zijn.
1. Er bestaat een groot verschil tussen een vernieuwend project en de toepassing van die
vernieuwing in het onderwijs.
-Een vernieuwingsproject wordt vaak ondersteund door teamleider: onderzoeker die
extra ondersteuning en begeleiding voor leerkracht voorziet in vorm van training,
tijd en geld, vaak gebruik gemaakt van leerkrachten die extra gemotiveerd zijn.
-Toepassing heeft niet het voordeel van die extra’s en daarom betekent een
succesvol project niet noodzakelijk succes op het institutionele niveau.
2. Onderzoek dat bewijst dat een vernieuwing werkt kan vaak behoorlijk zwak zijn. Bij het
uitvoeren van het project gebeuren vaak cruciale fouten:
-Er zijn geen uitgesproken en toetsbare doelen.
, -Er nemen geen willekeurige respondenten/leerkrachten deel, maar een directeur
of vrijwilliger.
-Er is geen echte controlegroep waarmee de interventie vergeleken kan worden.
3. Hawthorne effect -> er is een tijdelijk positief effect.
-Je bent geconcentreerder.
-Je bent enthousiast.
-Je leerlingen zijn nieuwsgierig.
-Als nieuwwaarde er vanaf is, volgt de ontgoocheling en ga je snel terug naar het
oude.
Soms zijn we gewoon lui (college 1)
-Veranderen lijkt vaak moeilijk, maar niet zelden zijn we gewoon lui. Daarom worden sommige
mythes nog steeds geciteerd, zelfs en wetenschappelijke werken.
-Een van de bekendste piramides in de wetenschap is die van Abraham Maslow uit 1943. Hij heeft
het echter zelf nooit in deze vorm gezet. Weinig mensen weten ook dat Maslow zelf zijn hiërarchie
heeft uitgebreid tot zeven elementen, door ‘weten en begrijpen’ en ‘esthetiek’ toe te voegen.
-Zelfontplooiing: moraliteit, creativiteit, spontaniteit,
probleemoplossing, gebrek aan vooroordeel, aanvaarding van
feiten.
-Behoefte aan waardering en erkenning: zelfwaardering,
vertrouwen, prestatie, respect voor anderen, respect van
anderen.
-Behoefte aan sociale verbanden/verbindingen: vriendschap,
familie, seksuele intimiteit.
-Behoefte aan veiligheid en zekerheid: lichamelijke zekerheid, werkzekerheid, zekerheid van
middelen, moraliteit, familie, gezondheid, bezit.
-Lichamelijke behoeften: ademen, voedsel, water, seks, slaap, homeostase, excretie.
-Wat blijkt? De theorie klopt niet. Iemand met een gezondheidsprobleem kan tegelijkertijd de
behoefte voelen aan schoonheid en wijsheid -> de piramide geeft een duidelijke hiërarchie aan,
daarom blijven we massaal deze piramide citeren.
-Na Maslows dood is er onderzoek naar zijn theorie uitgevoerd. De bedoeling was om aan de hand
van gedrags- en veldonderzoek de behoeftehiërarchie uit te testen. ‘’De motivatiestructuur strookt
niet met de theorie. En dat leidde tot heel wat discussie, waaruit nieuwe theorieën ontstonden.’’
Hokjesdenken (college 1)
-Mensen zijn heel makkelijk in het in hokjes stoppen van andere mensen. Bekendste hokje is dat van
het geslacht -> het is gemakkelijk in data de invloed van jongens of meisjes te onderzoeken, maar
ook op dat vlak bestaan er mythes.
-Wat is het effect van hokjesdenken? Aan de hand van twee experimenten gingen onderzoekers na
of het uiteindelijke resultaat van een opdracht beïnvloed wordt door de mededeling dat de slaagkans
bepaald wordt door de sociale groep waartoe ze behoren.
-Als je meedeelt dat één van de beide groepen meer slaagkans zou hebben, dan doen beide
groepen het slechter -> kan ook alleen gelden wanneer de sociale groep ‘de jongeren’ is.
Onze visie op onderwijs? (college 1)
-Dit boek is voorstander van nieuwe manieren die ertoe leiden dat leerlingen sneller leren
(efficiënter leerproces), de leerlingen meer dingen leren (effectiever leerproces) en het leren voor
de leerlingen leuker maken (aangenamer leerproces), zolang een van deze drie elementen niet
nadelig is voor een andere -> lesgeefproces wordt ook efficiënter, effectiever en aangenamer als
,deze drie doelen worden bereikt.
-Margaret Brown publiceerde in 2012 een overzicht van onderzoeken naar de vraag wat beter is:
progressief of traditioneel onderwijs. Haar conclusie: er was weinig bewijs dat het aangewezen is om
voor extreem traditioneel of extreem progressief onderwijs te kiezen. Die tegenstelling leeft vooral
bij onderwijsdenkers op beleidsniveau, terwijl het voor leerkrachten vooral belangrijk is balans te
vinden in hun aanpak.
-Het huidige paradigma in het Vlaamse en Nederlandse onderwijs is dat van het sociaal
constructivisme.
-De manier waarop mensen zelf kennis construeren (constructivisme).
-In samenwerking met anderen (sociaal).
-Kinderen plaatsen in leeromgeving waarin ze zelf actief kennis moeten verwerven.
-Samenwerken om tot een gedeelde waarheid te komen.
-Constructivisme is een filosofie die zegt dat we onze realiteiten allemaal baseren op
voorgaande ervaring.
-De invloed van het behaviorisme merk je nog steeds in het belang van doelstellingen in onderwijs.
Je ziet de invloed ook in het gebruik van straffen en van vooral negeren e belonen.
-Soms negatieve associatie met indrillen (drill and practice) -> maar behavioristische aanpak
blijkt zeer effectief om bijvoorbeeld orde te handhaven in de klas via gerichte beloningen.
Geen sikkepit waard (college 1)
-Mark Twain: ‘’In religie en politiek nemen mensen hun geloof en overtuigingen bijna altijd zonder
verder onderzoek over van autoriteiten die zelf de vragen in kwestie niet hebben bestudeerd, maar
ze weer hebben overgenomen van andere niet-onderzoekers, wier mening geen sikkepit waard is.’’.
-Religie en politiek vervangen door onderwijs en onderwijsbeleid -> je ziet bedroevende
toestand waarin we ons bevinden en waarom.
Slagroom (college 1)
-In de film Sleeper, die zich afspeelt in 2173, verbazen wetenschappers zich erover dat de mensen
aan het einde van de twintigste eeuw dachten dat slagroomtaarten slecht waren voor de
gezondheid, terwijl ze intussen de bijzondere voedingswaarde ervan ontdekt hadden.
-Iemand die dit boekje in 2035 leest zal zich af en toe lachend afvragen hoe we vandaag zo naïef
konden zijn. Bij gebrek aan glazen bol kunnen we niet inschatten wat misschien toch ooit zal blijken
te kloppen
Beste experts (college 1)
-In dit boek worden nuances meegegeven als die ook bestaan in de behandelde literatuur.
:-\ de uitspraak klopt helemaal niet of bijna helemaal niet, of er is geen bewijs voor.
😐 er bestaat nog steeds discussie over het thema en de wetenschap geeft geen uitsluitsel.
:-? Wij, en we benadrukken wij, vonden bij het schrijven van dit boek geen wetenschappelijk bewijs.
Wie is wie in onderwijsonderzoek? (college 1)
-Hier volgt een overzicht van verschillende expertises die in dit boek voorkomen:
-Onderwijskundigen: onderwijskunde is een wetenschap die leren, opleiden en ontwikkelen
in onderwijs en bedrijfsleven wil beschrijven, begrijpen en verklaren. Deze wetenschappers
leveren daarmee een bijdrage aan de verbetering van het onderwijssysteem en aan
opleidings- en leertrajecten.
-Pedagogen: wetenschap en kunst van onderwijs. Letterlijk vertaald uit het Grieks betekent
het ‘een kind leiden’. Het is de studie van de manier waarop volwassenen kinderen en
jongeren met een bepaald doel grootbrengen. De pedagogiek bestudeert verschillende
, onderwijsmethoden, inclusief de doelen die daarin gesteld moeten worden en de manier
waarop die doelen bereikt kunnen worden.
-Pedagogen die aan vergelijkende pedagogiek doen: zij vergelijken onderwijssystemen in
verschillende landen of regio’s. Dit komt vaak in de media door o.a. organisaties zoals OESO
of OECD (Organisation for Economic Cooperation and Development) met o.a. PISA-
` onderzoek of de IEA (International Association for the Evaluation of Educational
Achievement) met o.a. TIMSS-onderzoek (Trends in International Mathematics and Science
Study).
-Educatief ontwerpers: experts in het ontwerpen en ontwikkelen van leerervaringen. Een
educatief ontwerp is een educatieve ervaring die de verwerving van kennis en vaardigheden
efficiënter, effectiever en aantrekkelijker maken.
-Educatief technologen: experts die zich toespitsen op het analyseren, ontwerpen,
ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van de processen en hulpmiddelen die leren kunnen
versterken.
-(Vak)didactici: onderzoeken het lesgeven of de methodes om les te geven, vaak specifiek
voor een bepaald vakgebied.
-Onderwijssociologen: richten zich op de studie van de structuren en de processen die de
onderwijskansen van jongeren bepalen.
-Economen: hebben stem in discussie omdat onderwijs een economische impact heeft.
-Ethici en moraalwetenschappers: behoren tot tak van de filosofie die zich bezig houdt met
de kritische bezinning over het juiste handelen. Zij proberen criteria vast te stellen om een
handeling als goed of fout kan worden gekwalificeerd en om de motieven en consequenties
van handelingen te kunnen evalueren.
-Cognitieve psychologen: staan onder meer stil bij de manier waarop mensen leren. Dit is
een tak van de psychologie die zich met denken en leren bezighoudt en zich richt op
psychische processen die te maken hebben met zaken als begrip, kennis, herinneren
geheugen, probleemoplossend vermogen en informatieverwerking.
-Onderwijswetenschappers: werken in het interdisciplinaire veld van de onderwijsweten-
schappen en doen fundamenteel onderzoek naar hoe mensen leren, alleen e samen, en naar
hoe leren doeltreffend vereenvoudigd kan worden door diverse sociale en organisatorische
instellingen en nieuwe ontwerpen van de leeromgeving.
-Neurowetenschappers: neurowetenschappen bestrijken een breed onderzoeksveld en
houden zich bezig met alle aspecten van het zenuwstelsel. Voor het onderwijs is dat enkel
beperkt tot de studie van het brein, de verbindingen tussen diverse gebieden van het brein
en de manier waarop die zich verhouden tot leren.
-Wetenschapscommunicatoren: wetenschappers, trainers, bloggers en
wetenschapsjournalisten die wetenschappelijke onderzoeken lezen. Ze vertalen die kennis
naar begrijpelijke aanbevelingen voor praktijkmensen. Ze zijn waardevol omdat ze zo
trachten te kloof te dichten tussen wetenschap en praktijk.
-Eduquacks of eduquackademics: verkopers van hete lucht die ideeën verspreiden op basis
van beperkte studies, vaak zelfs zonder echte basis.
I. Mythes over leren
-Twee verschillende aspecten komen in deze discussies aan het licht:
-Theorieën rond leren -> je moet kritische vragen stellen bij de theorieën.
-Paradigma’s die mensen gebruiken om te verantwoorden wat ze doen.
-De drie meest courante modellen zijn het gedragsmodel (behaviorisme), het cognitieve model
(instructivistisch) en het constructieve model (sociaal constructief). We zijn tegen de aanpak van
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jannelemmen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.