Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Management & Organisatie €3,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Management & Organisatie

 22 vues  1 fois vendu

Deze samenvatting is gebaseerd op het boek Management van Organisaties, een caleidoscopische blik, aangevuld met relevantie notities tijdens de hoorcolleges. Het boek omvat alle theorie (zwart), aangevuld met flasbacks / verbanden naar vroegere hoofdstukken (oranje) en extra informatie en voorbeeld...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 144  pages

  • Oui
  • 23 avril 2021
  • 144
  • 2020/2021
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
MPC2020
MANAGEMENT EN ORGANISATIE

Deel 1: Organisaties, management en managers

Hoofdstuk 1 – Organisaties

Wat is een organisatie?
 Een organisatie is een geheel of eenheid van mensen die op een bewuste manier bij elkaar
zijn gebracht om specifieke doelen te verwezenlijken
 Autofabrikant, sportvereniging, ziekenhuis, universiteit

 3 basiskenmerken;
- Groep van mensen
- Opgebouwd rond 1 of meer gemeenschappelijke doelen
- Bewust gecoördineerde eenheid en bevat op die manier een doelgerichte structuur

Kenmerk 1: Organisaties zijn een groep van mensen

 Mensen geven via hun denken en gedrag vorm aan organisaties
 Er bevinden zich verschillende soorten mensen in een organisatie  heterogene groep van
medewerkers of organisatieleden

Soorten organisatieleden
Obv functie of rol Eigenaars, managers, arbeiders en bedienden
Obv hiërarchische verantwoordelijkheden Leidinggevenden en niet-leidinggevenden
en bevoegdheden
Obv vakkennis of expertise Designers, technische specialisten, verkopers,
boekhouders, juridische specialisten, …
Obv productbetrokkenheid Alle organisatieleden betrokken bij het ontwerp,
realisatie, verkoop van product X, Y, …
Obv regiobetrokkenheid Alle organisatieleden die actief zijn in Zweden,
Zuid-Afrika, …
Obv sociodemografische kenmerken Geslacht, leeftijd, …

 Elke soort van organisatieleden hebben een andere kijk op wat belangrijk is binnen een
organisatie > oorzaak = een verschil in waarden en normen
o Bv eigenaars van een kledingzaak willen winst en verkopers willen een leuke
werksfeer (obv de functie), verpleegkundigen willen sociale contacten, artsen willen
werken in een ziekenhuis met een vooruitstrevende ingesteldheid (obv de expertise)

 Heterogeniteit en bestaan van verschillen  gevolgen voor 1) de identificatie van het
gemeenschappelijke doel en 2) de gehele structuur
o 1) We gaan ervan uit dat het gemeenschappelijke doel verzoenbaar moet zijn met de
waarden en normen van alle groepen van organisatieleden + elke persoon is
verschillend en streeft naar persoonsgebonden doelen ook
o 2) Het is niet eenvoudig om de verschillende roepen samen te brengen in 1
samenhangend, werkend geheel




1

,Waarden en normen zijn belangrijk, bij het bestuderen van organisaties
 Elke persoon heeft eigen waarden en normen en door deel uit te maken van een organisatie
brengen ze zo die waarden en normen binnen in die organisatie  individuele personen
bepalen ook mee het denken en handelen van de organisatie
 In essentie zijn personen vrij verschillend maar er bestaan wel gemeenschappelijk gedragen
waarden en normen
 Dit geheel (gedragen door alle organisatieleden) = organisatiecultuur

Organisatiecultuur = de persoonlijkheid van de organisatie die het denken en handelen van de
integrale organisatie stuurt
 Het is een vrij complex concept
 Cultuur uit zich op verschillende manieren  bv: praktijken, symbolen, mythes of
heldenverhalen, rituelen, normatieve waardeoordelen over gedrag
o Praktijken: werkvoorschriften, afspraken, routines, …
o Symbolen: kleding, architectuur, logo’s, …
o Mythes of heldenverhalen: uit het verleden, in het collectieve geheugen, bv de
doortastende bedrijfsleider, volhardende verkoper
o Rituelen: de manier van elkaar aanspreken, vergaderen, met klanten omgaan, …
o Normatieve waardeoordelen (guiding beliefs): wat is goed en wat is slecht, wat mag
wel en moet en wat mag niet
 Sommige aspecten zijn voor buitenstaander snel zichtbaar en kunnen makkelijk veranderd
worden, anderen helemaal niet > Ui-model van Hofstede
o In het Ui-model van dit vaak strijken praktijken zich uit over alle niveaus
 Organisatiecultuur bepaalt: dragen van uniform (school), tutoyeren of niet, …

Een bedrijf bestaat uit 4 dimensies: Mensen, doel, structuur en een omgeving waarin het werkzaam
is
 Deze dimensies zouden coherent met elkaar moeten evolueren
 Hoe doe je dat?  Via bedrijfscultuur
 De bedrijfscultuur vormt de lijn tussen de verschillende onderdelen

 Een bedrijfscultuur kan je ook bewerken
 Bewerkbaar via selectieproces (rekrutering), opleidingen, slogans, …
 Het is iets dat geleidelijk aan groeit, niet van vandaag op morgen
 Het is iets ongrijpbaar, niet vattelijk
 Het wordt wel onmiddellijk duidelijk
 Bedrijfscultuur is ook enorm gestuurd / geïnspireerd door de missie / visie

Kenmerk 2: Het gemeenschappelijke doel van een organisatie

Een doel = een gewenste toekomstige toestand – hier streeft de organisatie naar

Soorten doelen
Obv voorwerp Doelen mbt de aankoop van grondstoffen, omvang van de
productie, aanwerving van medewerkers, …
Obv het organisatieniveau Is het een doel voor de totale organisatie, 1 bepaalde
afdeling, 1 bepaalde groep van organisatieleden?
Obv de tijdshorizon Lange termijn, middellange termijn of korte termijn
Obv het vormelijke karakter Informele doelen (niet neergeschreven) of formele doelen
(officiële, raadpleegbare documenten)




2

,= het geheel aan doelen  complex en omvangrijk

 Sommige doelen zijn verbonden en ondersteunen elkaar = doelencascade of
doelenhiërarchie
 Soms staan doelen ver van elkaar
 Sommige doelen kunnen elkaar ook tegensspreken of tegenwerken
 Doordat het zo complex en omvangrijk is, kent niet elk organisatielid elk doel  noodzaak
aan communicatie en informatieverstrekking

Doelen hebben een functie binnen een organisatie:
 Richtlijn voor de activiteiten of voor het gedrag van de organisatieleden
 Richtlijn voor nieuwe, toekomstige beslissingen
 Als basis voor evaluatie en controle

Het gemeenschappelijke doel = centrale, overkoepelende doel van de hele organisatie, de
bestaansreden
 Vaak: Maatschappelijke nood en de bevrediging ervan via een bepaald product of
dienstverlening
 Maar kan ook anders zijn: identificatie kan ook komen vanuit persoonsgebonden wensen van
bepaalde organisatieleden zoals eigenaars bv: welke producten of diensten willen zij dat de
organisatie realiseert?

Het gemeenschappelijke bevat ook een aantal basiskeuzes mbt de producten en diensten
 Bv: specifieke kenmerken van het product, de te respecteren waarden en normen bij het
vervaardigen ervan, de te gebruiken technologie, …
 Deze basiskeuzes maken deel uit van de strategie van de organisatie, de strategische missie
(Porter)

Kenmerk 3: Een organisatie is een bewuste structuur of sturing

Om het gemeenschappelijke doel te realiseren  Afspraken
 Afspraken rond de verdeling en onderlinge afstemming
 = Organisatiestructuur
 Structuur is een belangrijk element binnen organisaties managen: organiseren en leiden

Die organisatiestructuur kan een formeel of informeel gezicht hebben
 Kunnen elkaar aanvullen en versterken maar de informele structuur kan de formele structuur
ook ondergraven
 Aanvullen: informele structuren bevredigen de sociale behoeften van de werknemers en
creëren samenhorigheid – persoonsgebonden afspraken kunnen zorgen voor vlotte
afspraken en overleg
 Ondergraven: wanneer informele afspraken haaks staan op de formele

Formele organisatie Informele organisatie
Taken primeren en staan centraal De mens primeert en staat dus centraal
Onafhankelijk van het lidmaatschap van de Bestaat in functie van de mensen / leden
mensen / leden
Afspraken worden expliciet en officieel Afspraken worden impliciet opgeslagen in de
neergeschreven in regels, procedures, hoofden van mensen / leden
documenten, …
Afspraken zijn vast en stabiel, enkel veranderbaar Afspraken zijn veranderbaar via onderling



3

, via officiële procedures overleg en afstemming
Formele organisatie is dus weinig flexibel Informele organisatie is dus vrij flexibel

Een organisatie wordt beïnvloed

 Kenmerken kunnen variëren in de loop van de tijd > door interne of externe invloeden
o Intern vs extern: de grens is niet altijd zo absoluut of eenduidig (tussen de
organisatie, intern en de omgeving, extern)
o 1) Door intense samenwerkingsverbanden of netwerken zijn organisaties soms
zodanig vervlochten – activiteiten versmelten tot 1 grote organisatie
o 2) Soms is een organisatie ook heel afhankelijk van een bepaalde klant of
toeleverancier waardoor deze ‘externe’ betrokken wordt bij het interne beleid – dus
ook vermenging
o 3) Digitale ruimte (.com-bedrijven) maakt het ook moeilijker om de grenzen te
identificeren, er is geen fysieke ruimte
o 4) Ontstaan van virtuele organisatie – netwerk van organisaties waarbij elke
organisatie 1 bepaalde activiteit uitvoert

 Een organisatie is dynamisch en evolutief, niet statisch
 Managers moeten hier ook voor openstaan – Anders kunnen ze geen opportuniteiten
grijpen, ze moeten zich durven heruitvinden – Zie voorbeeld bol.com of vele organisaties nu
in een coronasituatie (corona = externe omgevingsfactor)
 Een manager kan daarom gezien worden als iemand die op een koordje balanceert – hij moet
de beslissingen nemen zonder er altijd de outcome van te weten

We gaan voornamelijk kijken naar de externe omgeving
 Hoe ziet die eruit? Wat bevat ze, welke onderdelen en aandachtspunten?
 De externe omgeving wordt vaak opgesplitst in diverse deelomgevingen
  taak of micro-omgeving vs macro-omgeving

De taakomgeving = De micro-omgeving

 Externe omgeving waarmee de organisatie direct en wederzijds interageert
 Directe invloed op de organisatie en omgekeerd
 Verschillende bestanddelen: Klanten, toeleveranciers, distributeurs, directe concurrenten,
onderaannemers, partners, externe financiers, …  = Stakeholders
 Hoe groter de organisatie, hoe groter de complexiteit hiervan

Klanten/gebruikers
 Bestaansrecht is vaak het vervullen van behoeften van klanten of gebruikers
 Analyse hiervan via het in kaart brengen van de behoeften van de verschillende klanten
en hoe tevreden ze zijn
 Gespecialiseerd vakgebied hiervoor: marketingmanagement
 Hoe dit juist geanalyseerd wordt, hangt af van de kenmerken van de organisatie en het
type organisatie
 Er kan rekening worden gehouden met traditionele kenmerken zoals leeftijd, geslacht,
inkomen, … maar die traditionele kenmerken kunnen ook verschillen per soort
organisatie (een meubelbedrijf zal naar andere kenmerken kijken dan bv een
kunstgalerij)
 Deze traditionele kenmerken kunnen dan nog aangevuld worden met andere,
specifiekere, relevantere informatie echt gebaseerd op het soort organisatie



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MPC2020. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

50064 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,99  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté