samenvatting lesbrief economie mobiliteit lweo alles (h1-6)
Samenvatting lesbrief Welvaart 5VWO
Tout pour ce livre (17)
École, étude et sujet
Lycée
VWO / Gymnasium
Economie
5
Tous les documents sur ce sujet (1997)
Vendeur
S'abonner
sophiesamenvattinge
Avis reçus
Aperçu du contenu
economie mobiliteit
HOOFDSTUK 1 - Schaarste en ruil
1.1
Voordelen mobiliteit: bedrijven kunnen hun arbeidsproductiviteit verder opvoeren
Nadelen mobiliteit: milieu lijd onder de uitstoot van kooldioxide, langere files
Door verbeterde vervoersmogelijkheden en mobiliteit is de vraag naar reizen nog groter
geworden.
Arbeidsproductiviteit is de gemiddelde productie per werknemer per tijdseenheid.
1.2
Schaarste: als er middelen moeten worden opgeofferd om een product te maken.
1.3
Arbeidsdeling: mensen specialiseren zich door zich toe te leggen op één activiteit.
Specialist: is gespecialiseerd in een bepaald iets.
Door arbeidsdeling en specialisatie kunnen mensen steeds vaardiger worden. Ze kunnen
daardoor meer producten per uur produceren waardoor de arbeidsproductiviteit stijgt.
Directe ruil / ruil in natura: de ruil van goederen.
Nadelen: het is niet makkelijk om iemand te vinden die wil ruilen, ruilwaarde vaststellen kan
lastig zijn, producten kunnen bederfelijk zijn, sommige producten zijn moeilijk deelbaar,
moeilijk te vervoeren.
Transactiekosten: alle kosten die gemaakt worden om een ruil tot stand te brengen en af te
wikkelen.
Bij directe ruil zijn de transactiekosten hoog. Daardoor is directe ruil voor een groot deel
ingeruild met indirecte ruil.
Indirecte ruil: ruilen tegen geld of een ruilmiddel (een product dat iedereen graag wil).
Geld gebruiken we als:
- Ruilmiddel: transactie. (als je loon ontvangt op betaalrekening)
- Betaalmiddel: om te betalen.
- Rekenmiddel: hoeveel iets kost. Bijv: Henk verdient 100 per dag. Dit kost 10 euro.
- Spaarmiddel: inkomen niet uitgeven.
Informele economie → zwarte circuit: transacties worden niet aan belastingdienst verteld.
Formele economie → witte circuit: transacties worden aan belastingdienst verteld.
Niet-marktsector: Prijs wordt niet bepaald door vraag en aanbod. bijv non-profitsector en
overheid, onderwijs, ziekenhuizen. Dit is dus van een formele economie.
Grijze circuit: als van de niet-marktsector activiteiten niet worden geregistreerd.
1
, HOOFDSTUK 2 - Ruiltransacties en welvaart
2.1
Betalingsbereid: hoeveel je bereid bent om maximaal voor iets te betalen.
Kosten en baten:
- Kosten: bestaan uit de waarde van de opgeofferde schaarse middelen.
- Baten: worden gevormd door de mate van behoeftebevrediging.
Kosten en batenanalyse:
- Ook bedrijven maken hier gebruik van.
- Kosten liggen meestal in het heden.
- Baten liggen meestal in de toekomst.
Pareto-efficiënt: als de welvaart van A omhoog gaan en de welvaart van B omlaag gaat.
De prijs GO is gelijk aan MK
Nivellering: gelijk maken.
Denivellering: niet gelijk maken, één iemand kan rijk blijven terwijl de ander arm zou
kunnen zijn.
Welvaartstheorie: welvaart ontstaat uit gevolg van een ruiltransactie.
2.2/2.3
Individuele consumenten surplus: het verschil tussen het bedrag dat een koper maximaal
bereid is om te betalen (betalingsbereidheid) en de prijs die hij in werkelijkheid betaald.
Totale consumentensurplus: is het surplus van alle kopers samen.
Leveringsbereidheid: is de laagste prijs waarvoor een aanbieder zijn product wil verkopen.
Individuele producenten surplus: is het bedrag dat boven het bedrag van de
leveringsbereidheid zit.
Totale producentensurplus: is het surplus van alle producten samen.
P - MK
2.4
Het snijpunt van Qa en Qv geeft de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid aan.
Kenmerken volledige mededinging:
- Veel vragers een aanbieder.
- Homogeen product.
- Vrije toe en uittreding.
- Mark is transparant.
In grafiek als je consumentensurplus en producentensurplus moet tekenen:
Consumentensurplus is boven.
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sophiesamenvattinge. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.