Samenvatting Mens en mensenrechten, ISBN: 9789461053473 Rechtsfilosofie (JUR-1REFILO )
35 vues 1 fois vendu
Cours
Rechtsfilosofie (JUR1REFILO)
Établissement
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Book
Mens en mensenrechten
Een handige en beknopte samenvatting van het boek Mens&Mensenrechten. Dit is de samenvatting die ik voor jaar heb gemaakt voor dit vak. Hopelijk heb je er wat aan!
PS. Naast de aangegeven hoofdstukken staat er ook in:
- Brief uit de gevangenis van Birmingham - Martin Luther King, JR.
- John ...
Rechtsfilosofie (boek: Mens & Mensenrechten), samenvatting alle relevante teksten voor de werkgroepen in vorm van flashcards ALS DOCUMENT (cijfer: 8).
Rechtsfilosofie (boek: Mens & Mensenrechten), samenvatting hoofdstuk 18 in vorm van flashcards ALS DOCUMENT (cijfer: 8).
Tout pour ce livre (30)
École, étude et sujet
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Rechtsgeleerdheid
Rechtsfilosofie (JUR1REFILO)
Tous les documents sur ce sujet (42)
Vendeur
S'abonner
s-kers
Avis reçus
Aperçu du contenu
Sv rechtsfilosofie
Hoofdstuk 1 Rechtsfilosofie en mensenrechten.
I. Filosofie= moreel goede juridische indeling van de samenleving. Kijkt naar goed of
kwaad en (on)rechtvaardigheid van het recht.
A. Meer descriptief i.p.v. prescriptief.
II. Rechtsgeleerdheid-> gaat om:
A. Conflicterende uitspraken.
B. Conflicten tussen wat het recht van mij als burger verlangt en datgene wat ik
van mijzelf als persoon eis.
Twee rechtsfilosofische stromingen:
1. Positief recht= gestolde macht-> gestold omdat hij in rechtsnormen is vastgelegd.
2. Natuurrecht= positief recht is gebonden aan hogere (religieuze) normen en als het
positieve recht die norm schendt, dient het zijn geldigheid te verliezen.
a. De noodzaak regels te interpreteren brengt een rol voor morele principes met
zich mee.
b. Lex iniusta non est lex= een onrechtvaardige wet is geen wet.
Suum cuique tribuere= klassieke definitie rechtvaardigheid-> iedereen moet het zijne krijgen.
Mensenrechten zijn ultiem, want ze gelden onafhankelijk van nationale of internationale
wetgevers-> dus geen afgeleid recht.
Hoofdstuk 3 De filosofische context van de Universele Verklaring.
Mensenrechten zijn de grondslag van het positieve recht-> hele mensheid zou zich er in
meer of mindere mate in kunnen vinden. Zijn dominant in legitimiteit van de rechtsorde.
Tractaat van Plato (Klassieke Griekse staatsfilosofie) genaamd ‘De staat’ zegt hij dat er
geen plaats is voor menselijk gelijkheid. Eenieder krijgt volgens hem, binnen een
rechtvaardige staat, wat hem toekomt.
Natuurrecht= ius naturale.
Positief recht= ius gentium.
Mensenrechten in de middeleeuwen-> mensenrecht bescherming tegen de staat vastgelegd
in Magna Charta (middeleeuws engels document). Het gaat om het recht om gevrijwaard te
zijn van willekeurige gevangenneming-> habeas corpus-recht. Al het politieke gezag berust
bij de vorst en deze is bereid uit eigen goedwilligheid rechten af te staan aan gekwalificeerde
onderdanen.
Mensenrechten en de leer van het maatschappelijk verdrag-> kenmerken filosofen hiervan:
1. Fictief worden alle bestaande maatschappelijke structuren ‘weggedacht’ om op deze
manier vanaf het begin te bepalen hoe het bestaan van politieke structuren kan
worden gelegitimeerd. Hierdoor ontstaat de natuurtoestand, die kan leiden tot chaos
en oorlog. Filosofen van het maatschappelijk verdrag stellen dat dit enkel kan door
onderlinge afspraken, waarvan de collectieve beslissing om zich aan regels te
onderwerpen de meest fundamentele is. Deze beslissing heet ‘het maatschappelijk
verdrag’ en levert de (gezochte) legitimatie van de staat op.
, 2. De wil van het volk wordt tot uitdrukking gebracht door een wilsovereenstemming.
Deze ovk moet de fundamentele belangen van de burgers beschermen en die
belangen zouden dan vervolgens mensenrechten genoemd kunnen worden.
3. De vorst heeft niet meer macht dan hem van beneden (door het volk) wordt
toebedeeld.
4. De staat is een optelsom van individuele belangen.
Twee golven van een reeks van mensenverklaringen:
1. Stamt uit de 18e eeuw en houdt verband met de onafhankelijkheid van de VS en met
de Franse Revolutie. Meest bekende verklaringen: Declaration of Independence
(1776), Bill of Rights en de Déclaration des Droits de l’Homme et du Citoyen (1789).
Ontstaan in teken van de Verlichting.
a. Zijn echter alleen burgerrechten, geen mensenrechten, omdat de rechten
alleen gelden voor leden van de staat, dus niet voor staatlozen-> deze
hebben deze rechten dus niet.
2. Meest bekende van de tweede golf is Universele Verklaring van de rechten van de
mens (1948).
Hoofdstuk 4 Menselijke waardigheid.
Waardigheid staat in de preambule, art. 1 en art. 22 UVRM. Drie invullingen van de
menselijke waardigheid:
1. Op grond van het antieke begrip is waardigheid een politieke of een maatschappelijk
concept dat verwijst naar een verheven of hoge rang van degenen die politieke of
maatschappelijke macht bezitten. Hoe hoger de rang hoe meer waardigheid.
Waardigheid is hier dus niet gelijk voor iedereen.
2. Traditionele begrip (Cicero)-> mens neemt binnen natuur bijzondere plaats in.
Hierbij komt waardigheid wel toe aan alle mensen. De gedachte is dat de mens een
verheven positie inneemt in de natuur, op basis van bepaalde eigenschappen die
alleen hij heeft, zoals rede en vrijheid. De mens kan volgens het traditionele begrip
wel zijn waardigheid verspillen.
3. Modern begrip-> toegeschreven aan Kant en UVRM, sprake van een absolute,
innerlijke en onvoorwaardelijke waarde die mensen ‘hebben’, simpelweg op grond
van hun mens-zijn. Mensen bezitten een waarde die ze onder geen enkele
omstandigheid kunnen verliezen.
Ethiek= over de manieren waarop we met elkaar en met onszelf omgaan. Ethiek benoemt
welke manieren goed en welke niet goed zijn. Volgens ethiek van Kant dienen we onszelf en
anderen nooit als middel, maar altijd als doel op zich moeten beschouwen. Alleen dan
nemen we de eis van de menselijke waardigheid serieus.
Kant zegt dat alleen een goede wil zonder enige restrictie of inperking goed genoemd kan
worden. Voor andere dingen geldt dat niet. Volgens Kant moet er een onderscheid gemaakt
worden tussen een instrumenteel gebruik van het woord ‘goed’ en een morele betekenis van
‘goed’ (het onvoorwaardelijke goede). Twee soorten imperatieven volgens Kant:
1. Hypothetische= verplichtingen om op een bepaalde manier te handelen met het oog
op iets anders, bvb om jurist te worden moet je rechten studeren.
2. Categorische= verplichtingen die hun ‘goedheid’ of hun ‘moeten’ niet aan iets
anders ontlenen, maar aan zichzelf (onvoorwaardelijke plicht). De aan onszelf en aan
anderen verschuldigde waardigheid.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur s-kers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.