al je eigenschappen, de uiterlijke en de eigenschappen die te maken hebben met het
functioneren van je lichaam vormen samen je fenotype. de genen van je DNA: je
genotype. Samen met de rest van het DNA en het DNA in je mitochondriën is dat
jou genoom. varianten van een gen noem je een allel. de combinatie waarin de
allelen op 1 chromosoom voorkomen is het haplotype. omdat je alle chromosomen
in paren hebt, heb je dus twee verschillende haplotypen per chromosomenpaar.
7.2 chromosomen bekijken
voor elk chromosomenpaar is tegenwoordig een speciale kleurstof beschikbaar. dat
maakt identificatie eenvoudiger. de analist gebruiken voor hun onderzoek het
karyotype (foto van chromosomen) uit de metafase van de mitose want daar zijn de
chromosomen verdubbeld. de eerste 22 chromosomen zijn de autosomen. het 23e
paar is anders. het bestaat bij mannen uit een groot X- en een klein Y-chromosoom:
de geslachtschromosomen. een van die genen is het SRY-gen dat vroeg in de
ontwikkeling het geslacht van het embryo de mannelijke kant opstuurt.
Bij telling van de chromosomen constateren artsen soms monosomie of trisomie.
er is dan een chromosoom te weinig of te veel. tijdens de meiose zijn de homologe
chromosomen of de chromatiden niet uiteengegaan. daardoor hebben de
geslachtscellen te veel of te weinig chromosomen. na de bevruchting ontwikkelt het
embryo meestal niet omdat de meeste vormen van mono- en trisomie niet
levensvatbaar zijn. een aantal wel en die hebben dan een hartafwijking en hebben
het syndroom van down.
translocatie: wanneer twee chromosomen stukken hebben uitgewisseld of dat een
stuk is verplaatst naar een ander chromosoom. op deze manier hebben kinderen
vaak kans op mono- of trisomie en ontstaat een vorm van het syndroom van down.
Nieuwe combinaties van allelen ontstaan door:
- geslachtelijke voortplanting
menselijke geslachtscellen hebben 23 chromosomen, van elk paar 1. welke van de
twee homologe chromosomen in een geslachtscel komt is toeval. bij 23 paar is de
allelen combinatie in een bevruchte eicel anders: twee zussen of broers verschillen.
dit herverdelen van erfelijk materiaal heet recombinatie.
- crossing over
tijdens de meiose wisselen de homologe chromosomen stukjes DNA uit. Dit betekent
dat er allelen van het ene naar het andere chromosoom overgaan.
, 7.3 stamboomonderzoek
om overzicht te maken in de overerving van een bepaalde eigenschap, maak je een
stamboom. hierin geef je een vrouw met een rondje en een man met een vierkantje
aan. heeft iemand de in kaart te brengen eigenschappen, dan kleur je dat vierkantje
of rondje in. De genotypen ee en EE noem je homozygoot. zij hebben twee
dezelfde allelen. Het genotype Ee is heterozygoot. dit zijn verschillende allelen.
Er zijn allelen die voor een homozygoot individu dodelijk zijn: letale allelen.
7.4 meer genen in het spel
P-generatie: oudergeneratie
F-generatie: jongeren
een kruising waarbij je let op twee genen en hun allelen is een dihybride kruising.
door te fokken en te kruisen proberen mensen bepaalde allelen combinatie in dieren
en planten te krijgen. Dit gaat sneller door de gewenste allelen bij een organisme in
te brengen. Dit heet genetische modificatie. Eerst moet het allel geïsoleerd
worden, vervolgens wordt het bij een organisme ingewerkt met bijvoorbeeld een
injectie. Het is ook mogelijk om genen van de ene soort in een andere over te
zetten.dit levert transgene organismen. zo zijn er bacteriën die met behulp van een
menselijk gen insuline maken. Artsen bouwen het juiste DNA in bij een verzwakt
virus dat dient als transportmiddel. Het werkzame allel moet er nu voor zorgen dat
de defecte cellen weer normaal gaan functioneren dit heet gentherapie.
7.5 erfelijkheid buitenspel?
Het nature-nurture debat is dat onderzoekers discussiëren over wat de bijdragen zijn
van genotype- nature en nurture milieu. Een eiige tweelingen hebben hetzelfde
genotype. epigenetica, de studie naar de aansturing van genen. Cellen schakelen in
het DNA bepaalde een en uit. Aan en op het DNA zitten allerlei stoffen die de
activiteit van genen beïnvloeden.
8.1
Fossielen zijn resten van vroeger levende organismen. Cuvier kwam met de
catastrofetheorie. Hijs baseerde deze op natuurrampen, aardbevingen of
overstromingen. Door een catastrofe verdwenen alle levende organismen uit het
getroffen gebied. Door een nieuwe schepping ontstonden nieuwe soorten.
een evolutietheorie verklaart hoe soorten veranderen en nieuwe soorten ontstaan.
Lamarck stelde dat organismen tijdens hun leven nieuwe eigenschappen verwerven
als aanpassing aan hun omgeving.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur alianamdarpour. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.