Opvoedingsondersteuning als bijzondere vorm van preventie
Voor dit tentamen heb ik een 8 gehaald.
De boeken Opvoedingsondersteuning & Coaching en Oudergericht pedagogisch adviseren heb ik samengevat. Daarnaast heb ik de artikelen die bij dit vak behoren ook samengevat.
Ik hoop dat jullie er wat aan hebben! Veel succes!
Aantekeningen vak Opvoedingsondersteuning Jaar 1 Periode 1
NTI SPH Opvoedingsondersteuning samenvatting (behaald met een 8,9)
Tout pour ce livre (23)
École, étude et sujet
Hogeschool NTI (NTI)
Toegepaste Psychologie
Opvoedingsondersteuning & Coaching (1678)
Tous les documents sur ce sujet (8)
1
vérifier
Par: donnascholten • 1 année de cela
Vendeur
S'abonner
ilsek20
Avis reçus
Aperçu du contenu
Opvoedingsondersteuning als bijzondere vorm van
preventie
Inhoudsopgave:
Hoofdstuk 1: Opvoedingsondersteuning en preventie.........................................................1
1.2 Het kader van opvoedingsondersteuning.................................................................1
1.3 Wettelijk kader..............................................................................................5
Hoofdstuk 2: Opvoedingsondersteuning in deze tijd...........................................................9
2.2 Welke vragen hebben ouders en kinderen?..............................................................9
2.4 Lokaal integraal jeugdbeleid.............................................................................10
2.5 Centra voor Jeugd en Gezin, wijkteams en Bureaus Jeugdzorg.....................................10
2.6 Verdere ontwikkelingen in de 21e eeuw: transformatie..............................................13
Hoofdstuk 3: Theorieën en modellen, en het belang van effectiviteit....................................14
3.2 Enkele theorieën die gebruikt worden bij opvoedingsondersteuning...............................14
3.3 Theorieën vanuit de jeugdhulpverlening...............................................................19
3.4 Enkele thema’s nader bekeken...........................................................................21
3.5 Effectiviteit van opvoedingsondersteuning.............................................................22
Hoofdstuk 4: Het ‘vak’ opvoedingsondersteuning............................................................24
4.2 Wanneer voorlichting, ondersteuning of hulpverlening?..............................................24
4.3 Algemene en gerichte preventie.........................................................................24
4.4 Wat is de vraag van de ouder, de wens van de burger?..............................................25
4.5 Opvoedingsondersteuning – vormen en vaardigheden.................................................28
4.6 Opvoedingsstijlen in verschillende culturen, omgaan met diversiteit..............................31
4.7 Kinderen in bijzondere situaties.........................................................................31
4.8 Professionaliteit, competentieprofielen, kwaliteitscriteria en registratie........................32
Hoofdstuk 5: Opvoedingsondersteuning in welzijn, steun en hulp.........................................34
5.2 De uitvoering van opvoedingsondersteuning...........................................................34
5.3 Werken met preventieprojecten.........................................................................35
5.4 Participatie van kinderen/jongeren en hun ouders...................................................35
5.5 Continuüm opvoedingsondersteuning – jeugdhulp.....................................................36
5.6 Opvoedingsondersteuning en ouderbegeleiding.......................................................38
Hoofdstuk 6: Methoden en programma’s.......................................................................38
6.2 Informele steun bij opvoeden............................................................................38
6.3 Groepsgerichte opvoedingsondersteuning..............................................................41
6.4 Individuele pedagogische advisering....................................................................44
6.5 Online opvoedingsondersteuning.........................................................................50
6.6 Geïndiceerde opvoedingsondersteuning................................................................51
Hoofdstuk 1: Opvoedingsondersteuning en preventie
1.2 Het kader van opvoedingsondersteuning
Naast de individuele opvoeddoelen zijn er ook universele opvoeddoelen die alle ouders –
wereldwijd – als basisprincipes in de opvoeding nastreven. Dat zijn:
● Het waarborgen van fysieke, sociale en emotionele welzijn van het kind;
● Kinderen voorzien van de economische competenties om te overleven als volwassenen;
1
,● Culturele waarden en normen overdragen, waardoor kinderen zich de cultuur eigen maken
van de samenleving waarin zij opgroeien.
Opvoedingsondersteuning helpt bestaande problemen op te lossen en zorgt ervoor dat
ouders weer vat krijgen op de opvoeding. Het NJI schrijft dat opvoedingsondersteuning is
gericht op het verbeteren van de opvoedingssituatie van kinderen, voor zover ouders
daarvoor verantwoordelijk zijn. Die steun heeft drie concrete doelen:
● Het voorkomen van problemen in de opvoeding of de ontwikkeling van kinderen door
informatie te geven over alledaagse opvoedvragen of door tijdig zwaardere problemen als
kindermishandeling, gezondheidsproblemen of onderwijsachterstand te signaleren;
● Het helpen oplossen van bestaande zorgen en problemen bij het opgroeien en opvoeden
via een adviesgesprek of door praktische hulp te bieden voor bijvoorbeeld het organiseren
van een omgangsregeling bij scheiden of financiële ondersteuning bij schulden;
● Het versterken van de pedagogische competenties en vaardigheden van ouders,
bijvoorbeeld via ouderbijeenkomsten, oudercursussen of oudertrainingen, om daarmee hun
zelfredzaamheid te vergroten.
Uit onderzoek van Bucks en De Roos staat de opvoeding centraal, vooral gezien vanuit het
gezichtspunt van de ouders zelf, maar ook vanuit de kinderen. Migrantenkinderen hebben op
een aantal vlakken meer problemen, bijvoorbeeld op het gebied van schooluitval, voortijdig
schoolverlaten en crimineel gedrag. De kinderen zijn vaker boos en opstandig, er is minder
aansluiting bij leeftijdgenoten, de kinderen voelen zich minder vaak gezond. Dit wordt deels
verklaard door de verschillen in sociaaleconomische omstandigheden. Specifieke opgaven
bij hun zijn het geloof, goede schoolprestaties en ouders maken zich bij tieners zorgen om
mogelijke radicalisering.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw sprak men meer van pedagogische preventie en
vroegtijdige onderkenning van ontwikkelingsstoornissen (VTO). Pedagogische preventie is
van oorsprong gebaseerd op het medische model, waarbij specifieke oorzaken voor een
probleem zijn aan te wijzen.
→ Primaire preventie gaat om het voorkomen van problemen.
→ Secundaire preventie is gericht op het zo vroeg mogelijk signaleren en onderkennen van
(dreigende) problemen om zo te voorkomen dat er werkelijke problemen ontstaan.
→ Tertiaire preventie gaat erom dat de nadelige gevolgen van reeds geconstateerde
problemen tot een minimum te beperken.
Pedagogische preventie is preventie – ‘het voorkomen van problemen’ – bij het opvoeden:
‘bevorderen dat het goed gaat en voorkomen dat het fout gaat’. Het voorkomen van
ontwikkelingsstoornissen was een belangrijk onderdeel van de preventie. In het algemeen
gaat het bij preventie om activiteiten die worden verricht om ernstige opgroei- en
opvoedproblemen te voorkomen.
Opvoedingsproblemen hoeven niet altijd specifieke persoonlijke oorzaken te zijn. Deze
hebben te maken met allerlei op elkaar inwerkende factoren. Opvoedingsondersteuning is
bovendien activerend in plaats van compenserend. Ouders worden gestimuleerd in
zelfstandigheid en in het vergroten van hun vaardigheid als opvoeder. De draagkracht van
de opvoeder wordt daardoor groter en de draaglast kleiner. De term pedagogische preventie
is tegenwoordig niet gangbaar meer.
Vormen van opvoedingsondersteuning
2
,Bij het starten van activiteiten en projecten maken de volgende punten veel uit.
Keuze van de doelstelling; wat wil die ouder van mij en wat wil ik met die ouder
Doelgroep; ik richt me op de groep ouders met kinderen in de peuterleeftijd.
Er dienen ook bewust keuzes gemaakt te worden voor de speciale vorm van
opvoedingsondersteuning die uitgevoerd wordt. De volgende indeling wordt doorgaans
gebruikt:
● Informatie en voorlichting over ontwikkeling en opvoeding van kinderen en over
voorzieningen in de wijk, door middel van bijvoorbeeld folders, oudercursussen of
themabijeenkomsten.
● Bevorderen van sociale steun en zelfhulp rondom omgaan met kinderen en opvoeding,
bijvoorbeeld van activiteiten van Centra voor Jeugd en Gezin, scholen of lotgenotengroepen.
● Vroegtijdige signalering en verwijzing indien vragen naar geïndiceerde hulp aan de orde
zijn of indien vragen op een ander terrein blijken te liggen.
● Pedagogische advisering, begeleiding en training, bijvoorbeeld door middel van
pedagogisch spreekuur, hulp aan huis of activiteiten van het opvoedingssteunpunt (CJG).
Er zijn enkele ontwikkelingen in de samenleving die het proces van het opvoeden
beïnvloeden, waardoor opvoeden anders is dan vroeger.
De ouders van de 21e eeuw kiezen bewuster voor kinderen. Ze hebben hoge
verwachtingen van hun kinderen en zichzelf en voeden meer dan ooit bewust op.
Traditionele waarden en normen voldoen niet meer. Het vertrouwde netwerk van de
(extended) familie is grotendeels weggevallen in de geïndividualiseerde samenleving,
ook al spelen (oppas)opa’s en oma’s vaak weer (tijdelijk) een grotere rol.
Het aanbod van de opvoedingsondersteuning en hulpverlening vertoont lacunes. De
lokale overheden zijn nog niet ingespeeld op hun regietaak. Er is soms weinig
afstemming tussen de vraag van de ouders en het aanbod van de instellingen in de
woonplaats. Er is soms te weinig budget. Ook is het aanbod versnipperd, waardoor
de hulp voor de ouders onoverzichtelijk en weinig toegankelijk is.
De hulpverlening signaleert dat een toenemend aantal jeugdigen in de problemen
raakt. Ook voor kinderen en jongeren is de samenleving ingewikkeld en veeleisend.
Het afmaken van een opleiding, het vinden van werk.
De samenstelling van de bevolking is veranderd door de komst van grote groepen
allochtone gezinnen. Integratie in de Nederlandse samenleving en de Nederlandse
taal, vraagt veel van de allochtone ouders en kinderen.
Het beleidsadvies Opvoeding ondersteund van de Raad voor het Jeugdbeleid (1986) was
een pleidooi voor een maatschappelijke medeverantwoordelijkheid voor jonge kinderen. Dit
advies werd door het toenmalige Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur in de
nota Opvoedingssteun op maat (1991a) overgenomen.
De overheid vatte opvoedingsondersteuning in brede zin op: in het beleidsvoorstel werd
gesproken over het scheppen van voorwaarden voor de opvoeding (welzijnsbeleid in de
jaren negentig, 1991b en jeugd verdient de toekomst, 1993). Er waren daarbij twee vormen
van ondersteuning.
Ten eerste richtte men zich op een algemene ondersteuning van ouders, zoals het verhogen
van de hulpverlening of het stimuleren van kinderopvang.
Ten tweede wilde de overheid zich richten op de ondersteuning van de opvoeding in de vorm
van voorlichting, advies en lichte hulpverlening bij alledaagse opvoedingsvragen en -
problemen. De ondersteuning kon individueel of in groepsverband plaatsvinden.
3
, Het belangrijkste beleidsdoel van opvoedingsondersteuning was preventie: voorkomen van
(zwaardere) problemen. Het uitgangspunt was dat men ouders niet afhankelijk wilde maken
van hulp. Met deze beleidsvisie sloeg de overheid een nieuwe weg in (VWS). Het Ministerie
van VWS beschreef opvoedingsondersteuning als een reactie op een aantal ontwikkelingen
in de samenleving. Er waren voor de vernieuwing drie globale aanleidingen:
1. De overheid signaleerde dat ouders van de jaren negentig steeds bewuster kozen
voor kinderen, hoge verwachtingen hadden en meer dan ooit bewust opvoeden. Zij
zochten daarbij naar nieuwe wegen in de opvoeding, omdat de traditionele waarden
en normen niet meer voldeden.
2. Het traditionele aanbod van de hulpverlening vertoonde lacunes (gebrek). De nota
spreekt van een ‘discrepantie tussen vraag en aanbod en weinig onderlinge
samenhang’. Ook was het bestaande aanbod versnipperd en daarom onoverzichtelijk
voor ouders.
3. De laatste aanleiding voor de vernieuwing van het beleid was het signaal uit de
hulpverlening dat een toenemend aantal jeugdigen in de problemen raakte. Het
gevolg was een verhoogde criminaliteit en toenemende marginalisering.
In de beginjaren van de 21e eeuw verschijnen er nota’s en actieprogramma’s onder namen
als:
Opvoeden doen wij samen.
Opvoeden doe je niet alleen.
Emancipatie en gezin over de grens. Naar een vruchtbaar, productief en zorgzaam
gezinsbeleid.
Opvoed- en opgroeiondersteuning. De rol van de gemeente in het licht van de Wet op
de jeugdzorg.
Volgens de Nederlandse Gezinsraad moesten overheden jeugdbeleid en gezinsbeleid
inzetten om een bijdrage te leveren aan drie maatschappelijke kwesties: het krijgen van
kinderen, het participeren in de samenleving en het opvoeden van een nieuwe generatie.
Een belangrijk uitgangspunt van het vierde kabinet-Blakenende is de aandacht voor jeugd en
gezin. Het bestaat uit afdelingen van diverse ministeries die zich richten op het onderwerp
jeugd en gezin. Uitgangspunten voor minister Rouvoet en Jeugd en Gezin zijn:
Kinderen moeten gezond en veilig kunnen opgroeien, hun talenten kunnen
ontwikkelen, plezier kunnen maken, hun steentje bijdragen in de maatschappij en
goed voorbereid zijn op de toekomst.
Deze uitkomsten zijn gebaseerd op het door de VN geformuleerde Kinderrechtenverdrag.
Een belangrijke doelstelling van het programmaministerie is het stimuleren en
ondersteunen van het ontstaan van een Centrum voor Jeugd en Gezin in elke gemeente,
als ‘spin in het web van de jeugdzorg’. Belangrijk hierbij is dat dit beleid het beleid
bundelt van alle zes ministeries die met jeugd te maken hebben:
Volksgezondheid, Welzijn en Sport is belast met Het Integraal Toezicht Jeugdgezondheid
en Jeugdzorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het Ministerie van Onderwijs
gaat over onderwijs en maatschappelijke stages. Het Ministerie van Sociale Zaken en
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ilsek20. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.