Evolutie (H8, H22)
H8
- Fossielen: restanten van vroeger levende organismen, waaruit je kan leiden hoe uitgestorven dieren geleefd
hebben. Deze leken niet op de nu levende organismen
- catastrofetheorie: door een catastrofe (natuurramp) verdwenen alle levende organismen uit het getroffen
gebied. Door nieuwe “schepping” ontstonden nieuwe soorten. Na elke catastrofe vond je dus andere fossielen.
- Evolutietheorie : verklaart hoe soorten veranderen en hoe nieuwe soorten ontstaan.
-Lamarcks evolutietheorie: individuen krijgen nieuwe eigenschappen door aanpassing aan hun omgeving. De
nieuwe eigenschap geven ze door aan hun nakomelingen
- Darwins evolutietheorie: er is natuurlijke selectie op de dieren met gunstige eigenschappen voor de omgeving
binnen een populatie. Variatie in eigenschappen tussen soortgenoten is dus belangrijk. telkens als er weer
nieuwe info werd uitgevonden, kwam dat bij de Neodarwinistische theorie.
- Soorten veranderen door natuurlijke selectie. Dit bestaat uit twee processen;
1. Struggle for life: organismen voeren in hun leefomgeving een dagelijkse strijd met soortgenoten om te
overleven.
2. Survival of the fittest : Natuur oefent selectiedruk uit op de overlevingskansen van individuen.
Individuen met de gunstige eigenschappen bij die selectiedruk (the fittest) kunnen makkelijker
overleven, leven dus langer en krijgen de meeste nakomelingen. (na een aantal generaties en constante
selectie druk bestaat bijna de hele populatie uit individuen met goede eigenschappen)
-Allopatrische soortvorming: ontstaan nieuwe soorten doordat een barrière (bv zee/berg) een populatie in
tweeën splitst elk deel populatie gaat een eigen evolutionaire weg door mutaties en natuurlijke selectie. Na
veel generaties kunnen populaties ontstaan zijn waarvan de individuen elkaar niet meer als soortgenoten
herkennen of geen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen: aparte soorten.
- Sympatrische soortvorming: soortvorming zonder barrière, maar door seksuele selectie. De vrouwtjes kiezen
selectief een mannetje met een bepaalde eigenschap. Bv een kleur.
- Kunstmatige selectie: fokken van dieren of kweken van planten waarbij de mens de gewenste eigenschappen
selecteert.
- Allelfrequentie: de frequentie waarin allelen in een populatie voorkomen. Het verandert als de nieuwe allelen
succes blijken te hebben
- Populatiegenetica: bestudeert genetische samenstelling van populaties.
- Genenpool: de erfelijke samenstelling van de populatie.
- Gene flow: migratie van allelen van de ene naar de andere populatie, de genenpool met nieuwe allelen (van
immigranten) die bij oorspronkelijke inwoners (bijna) niet voorkwamen.
- Genotypefrequentie: te berekenen door het aantal fenotypen te delen door het totale aantal die meededen
aan de steekproef.
- Hardy-Weinberg: Als alle allel- en genotypefrequenties van generatie op generatie gelijk blijven in een
populatie met als voorwaarden:
1. oneindig grote populatie
2. geen natuurlijke selectie door bepaald voordelige/nadelige genotypen
3. geen mutaties
4. gene migratie/gene flow
5. geen voorkeur voor een bepaald type partner, elke combinatie is mogelijk en berust op toeval
Hardy-Weinberg:
p+q=1 (allelfrequentie)
p2 + 2pq + q2 = 1 (genotypefrequentie)
p = dominante allel
q = recessieve allel
p2 = genotype AA
2pq = genotype Aa
q2 = genotype aa
Als allelfrequentie p = 0,8 80% van de populatie bevat dominante allel dus
20%
het recessieve allel.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur juliawarmelink. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.