Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting gezinspedagogiek Ugent (Michel Vandenbroeck) €4,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting gezinspedagogiek Ugent (Michel Vandenbroeck)

1 vérifier
 100 vues  7 fois vendu

Dit is een volledige samenvatting van het vak gezinspedagogiek gegeven in door Michel Vandenbroeck. De samenvatting is een integratie van slides en eigen notities.

Aperçu 10 sur 80  pages

  • 6 mai 2021
  • 80
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (5)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: bovandenkinschot • 3 année de cela

avatar-seller
pastalover
Samenvatting Gezinspedagogiek

LES 1: HET VLAAMS GEÏNTEGREERD GEZINSBELEID : “DE JAREN VAN VERBINDING”


 “De jaren van verbinding”
 De jonge jaren zijn hét moment om kinderen, jongeren en gezinnen in verbinding te
brengen met de maatschappij en omgekeerd om betrokkenheid te tonen
 Het zijn de jaren waarin we elkaar kunnen ontmoeten op basis van gedeelde
belevingen en belangen
 ! Deze legislatuur staat in teken van het versterken van de verbindingen binnen en
tussen sectoren om de band met en betekenis voor de gezinnen te verhogen
 “Het realiseren van optimale ontwikkelings- en participatiekansen
 voor alle kinderen en jongeren is ons uitgangs- en referentiepunt.”
 Context van en impact op Gezinsbeleid
 Groeiende persoonlijke en sociale complexiteit
 Inkrimpend sociaal weefsel
 Armoede als blijvende maatschappelijke uitdaging
 Groeiende superdiversiteit  steeds meer diversiteit in de samenleving

 Meer zorg op maat, regie bij de gebruiker  antwoorden op de problemen
 Samenwerking binnen en buiten beleidsdomein
 Gemeenschapsvormend, sociale cohesie
 Proportioneel universalisme

 Verhouding Vlaams / Lokaal
 Universeel / lokale differentiatie
 Bredere impact van het Gezinsbeleid
 Hoe vroeger je investeert hoe meer resultaat je later zal hebben
 Vb: Er voor zorgen dat ouders kunnen gaan werken, aandacht hebben voor de
kwaliteiten van het kind
 Grote economische impact van het gezinsbeleid  tijdens coronacrisis is
kinderopvang open gebleven zodat ouders konden gaan werken

,5 bouwstenen Gezinsbeleid




 1. Verbinding binnen “Bouwstenen”
 Huizen van het Kind  toeganspoort voor jonge gezinnen voor ondersteuning , er
word ook outreachend gewerkt: gezinnen opsporen die soms onder de radar blijven.
 Lokaal loket Kinderopvang
 Decreet Buitenschoolse Opvang & Activiteiten
 1G1P  Uitrollen van 1 gezin 1plan
 2. Verbinding tussen “Bouwstenen”
 Basisvoorzieningen als werkplek voor jeugdhulp -> jongeren plaats geven waar ze
geborgenheid vinden
 Samenwerking groeipakket / HvK
 Lokaal loket Kinderopvang / HvK
 Opvang en vrije tijd
 3. Verbinding met andere “Domeinen”
 Opvang en vrije tijd
 Vernieuwende projecten HvK
 Overkop
 4. Verbinding Vlaams/Lokaal
 Afgestemde regie
 Doorzettingsmacht lokale besturen
 Doelregelgeving
 Grote uitdagingen op het vlak van PGO is het aanbod laten aansluiten op de lokale
noden, behoeften, belevingen en belangen. Dit betekent dat we vanuit het Vlaamse
niveau een andere relatie zullen moeten aangaan met de lokale besturen en het
lokale middenveld, een relatie die eerder gestoeld is op een faciliterende,
stimulerende doelregelgeving dan op een stringente regelgeving mbt het aanbod
zelf. Op die manier creëren we binnen de inhoudelijke contouren die voor heel
Vlaanderen gelden de nodige flexibiliteit in de lokale vormgeving en dus een sterker
partnerschap tussen lokaal en Vlaams
 5. Verbinding met kinderen/jongeren/gezinnen
 Zorgzame Buurten  laagdrempelige hulp in de buurt
 Aansluiten op lokale noden en behoeften
 Versterkte participatie zoals in Overkop

1. Gezinsondersteuning
 De troeven

,  Huizen van het Kind
 227 Huizen van het Kind voor 294 gemeenten en Brussel
 Minstens preventieve gezondheidszorg, sociale cohesie en
opvoedingsondersteuning
 Bredere invulling
 Universeel bereik via de lokale teams van Kind en Gezin + proportioneel aanbod
 Divers pallet aan aanbod op het vlak van gezinsondersteuning
 Binnen het decreet preventieve gezinsondersteuning
 Buiten decreet preventieve gezinsondersteuning
 Grote betrokkenheid van lokale besturen en middenveld
 De uitdagingen
 Huizen van het Kind
 Linken met andere beleidsdomeinen (onderwijs, Armoedebestrijding, werk
Integratie en inburgering,…..)
 Proportioneel universalisme
 Integratie van dienstverlening
 Beleidsvoerend vermogen
 =op basis van het decreet preventieve gezinsondersteuning, een belangrijke
stap naar meer geïntegreerd werken. Verschillende partners scharen zich
vanuit een samenwerkingsgedachte achter de gemeenschappelijke
doelstelling: meer gezinnen beter ondersteunen. Om het wat plastisch uit te
drukken: een moeilijk tafelmoment met een peuter heeft te maken met
opvoedingsondersteuning, met gezondheid, met sociale cohesie (dat kleintje van de
buren had dat ook), met kinderopvang (hoe doen ze dat toch in de kinderopvang
met al die kinderen samen), maar zo je wil ook met inkomen ( de mogelijkheid om
gepaste voeding te kopen), huisvesting (teveel volk in huis waardoor de peuter te
veel afgeleid is, of net ondersteund),…..  de ondersteuning op deze domeinen
verder integreren om gezinnen te kunnen ondersteunen zoals gezinnen
werken…. Door dit (methodisch) te ondersteunen in de praktijk, maar ook
door de regelgevende belemmeringen vanuit de verschillende sectoren op te
heffen.
 Aanbod onder decreet PGO
 Inhoudelijk sterke voorzieningen
 Beperkter Beleidsvoerend vermogen
 Aanbod onder het decreet PGO = 650 tal voorzieningen subsidiëren/erkennen (HvK,
consultatiebureaus, inloopteams, opvoedingswinkels,….) voor een totaalbudget van
ongeveer 14 mio. Schept enerzijds opportuniteiten naar penetratiegraad van de
sector (650 voorzieningen/300 gemeenten) maar anderzijds dat er bedenkingen
kunnen geformuleerd worden bij de schaalgrootte en leefbaarheid. De professionals
en vrijwilligers in deze voorzieningen doen hun uiterste best om de gezinnen zo goed
als mogelijk te ondersteunen en zich aan te passen aan de lokale noden en
behoeften maar worden daarin beperkt door de wijze waarop we de sector verdeeld
hebben (op basis van de historische groei) in kleinschalige voorzieningen. We
moeten dus samen met de sector bekijken hoe we de slagkracht (beleidsvoerend
vermogen) kunnen vergroten



 Consultatiebureaus
 Versterken verbinding met de Huizen van het Kind

,  Naar oplossingen
 Doorontwikkeling Huizen van het Kind
 Oproep vernieuwend aanbod: linken met andere beleidsdomeinen
(onderwijs, Armoedebestrijding, werk, Integratie en inburgering…..) om
geïntegreerde projecten op te zetten
 Evaluatieproces in samenhang met de aanbodsvormen
 Inhoud en governance
 Verdiepen van de integratie van aanbod
 Dichter aansluiten met het aanbod en netwerken in de buurten
 Versterken via de lokale besturen
 Verduurzamen rol middenveld
 Huizen van het Kind als werkplek voor jeugdhulp
 Focus op de eerste 1000 dagen (vanaf conceptie - 2 jaar)
 Meeste gezondheids- en welzijnswinst
 De basis leggen voor een gezondere generatie
 Ongeboren en geboren kinderen een optimale start te geven
 Sociale ongelijkheid op vlak van gezondheid aanpakken
 Kansen grijpen die er zijn om gezinnen te ondersteunen
 Investeren in deze periode het meeste opbrengt
 Doel
 Een geïntegreerd aanpak met zorgpaden gericht op het verbinden van:
 Zwangerschap, geboorte naar de zorg voor de baby en peuter in zijn
gezin
 Nulde, eerste, tweede naar derde lijn
 Gezondheid naar geestelijke gezondheid en welzijn
 Vanuit een brede kijk op gezinnen:
 Zowel het kind, de ouder, het ouderschap en de gezinscontext.
 Geeft de mogelijkheid om te werken rond andere levensdomeinen
zoals wonen, werken, onderwijs, vrije tijd.
 Wat met tieners en jongeren?
 Van 5 naar 16 OverKophuizen
 Laagdrempelige basisvoorzieningen voor tieners en jongeren
 In een samenwerking tussen tieners/jongeren, lokale besturen, jeugdwerk, ggz,
jeugdhulp, onderwijs, CAW,….

2. Groeipakket
 De troeven
 Een krachtige (financiële) pijler in het Vlaamse gezinsbeleid
 Automatische rechtentoekenning  mensen die in een lagere inkomenscategorie
vallen krijgen automatisch extra ondersteuning (vroeger moesten ze dit speciaal
aanvragen )
 Gezinsbijslag, gezinsondersteuning en participatie aan kinderopvang en onderwijs
gaan hierbij hand in hand
 Proportioneel universeel
 Voor alle kinderen basis
 Meer voor kinderen en gezinnen waar nood groter is
 Belangrijke hefboom in de strijd tegen sociale ongelijkheid en kinderarmoede

,  Niet op basis van statuut maar inkomen  Ook werkende arme gezinnen
ontvangen sociale toeslag
 Verdubbeling van het aantal kinderen dat recht heeft op een sociale toeslag
 Van 175.000 naar 364.000 kinderen
 Groeipakket is stuk selectiever dan de vroegere kinderbijslag:
 9,1% (360,4 miljoen euro) van het budget Groeipakket gaat naar
inkomensgerelateerde (school- en sociale toeslagen) t.o.v. 5,2% (192,4
miljoen euro) vóór de invoering van toeslagen het Groeipakket
 Verdubbeling van het budget schooltoeslag in het schooljaar 2019-2020
t.o.v. schooljaar 2018-2019,
 Van 90 miljoen euro naar 180 miljoen euro
 150.000 extra kinderen recht op schooltoeslag omwille van
automatische rechtentoekenning
 De uitdagingen
 Uitgebreid netwerk van elektronische gegevensstromen performant houden om
automatische rechtentoekenning vlot te laten verlopen
 De veelheid aan data binnen Groeipakket nog meer ontsluiten en benutten voor bv.
lokale besturen
 Afgestemd inkomens- en gezinsbegrip van Groeipakket ook benutten voor andere
toeslagen
 Zorgtoeslag sneller kunnen toekennen via een vereenvoudigde procedure, en
afgestemd met andere inschalingen in Vlaanderen (BOB, PVF)
 Naar oplossingen
 Versterken automatische rechtentoekenning
 Uitbouwen loketfunctie in samenwerking met de Huizen van het Kind
 Met MDT’s gedeelde verantwoordelijkheid om gegevens uit te wisselen over
kinderen die ingeschaald zijn, zodat het kind en gezin maar 1 onderzoek moeten
doen

3. Opvang & vrije tijd
 De troeven
 Divers aanbod dat aansluit bij de diverse belevingen en belangen
 Groot bereik van de totaliteit van het aanbod
 Lokaal ingebed
 Rol lokaal bestuur en middenveld
 Kwalitatief erkend aanbod buitenschoolse opvang
 De uitdagingen
 Is onvoldoende afgestemd op elkaar en op de belevingen en belangen van kinderen
en gezinnen
 Tekorten en lokale verschillen
 Rollen en verantwoordelijkheden (voorzieningen, lokale besturen, Vlaanderen)
 Naar oplossingen
 Decreet buitenschoolse opvang en activiteiten met als doel:
 kinderen ontplooiingskansen en speelmogelijkheden bieden, inspelen op
interesses en talenten
 voor ouders: de combinatie werk, opleiding en gezin mogelijk te maken
 bijdragen aan een inclusieve samenleving, waarin elk gezin, ongeacht zijn
achtergrond, religie of ondersteuningsbehoeften zich welkom voelt….

,  Door een lokaal samenwerkingsverband tussen
 Het lokaal bestuur, organisatoren buitenschoolse opvang, scholen, cultuur-,
jeugd- en sportverenigingen…
 Decreet buitenschoolse opvang en activiteiten

4. Kinderopvang
 De troeven
 Aandacht voor de drie functies
 Sociale
 Pedagogische
 Economische
 Breed aanbod:
 +/- 96.000 vergunde opvangplaatsen in Vlaanderen en Brussel
 Meer dan 75% daarvan werkt volgens inkomenstarief
 Groepsopvang/gezinsopvang
 Lokaal loket Kinderopvang belangrijk instrument i.f.v. toegankelijkheid
 Instrument om pedagogische kwaliteit te monitoren: MeMoQ
 De uitdagingen
 Diversiteit in de kwaliteit
 Beleidsvoerend vermogen
 Handhaving  controle op kinderopvang moet beter worden
 De verhouding tussen de drie functies
 Doelstelling van het decreet: voor ieder kind met een behoefte aan kinderopvang
een plaats voorzien
 Op basis van resultaten onderzoek HIVA: nood aan 7070 extra plaatsen deze
legislatuur
(30% gaat naar Antwerpen, Gent en Brussel)
 Nood regionaal zeer verschillend
 Gezinsopvang: dalende lijn zet zich verder  grote uitstroom van onthaalouders
 Combinatie arbeid/gezin
 Toegankelijkheid
 Voldoende competent personeel in een competent systeem
 “split system”
 Naar oplossingen
 Uitbreiding Lokale loketten kinderopvang
 Uitbreiding Aanbod
 Meerjarenprogramma (duidelijk investeringskader)
 In toekomst meer aansluiten op effectieve aangetoonde nood (<lokale
loketten)
 Versterking leefbaarheid (o.a. door basissubsidie voor elke starter) en
beleidsvoerend vermogen organisatoren (o.a. via ondersteuningsnetwerk)
 Inzetten op geschikte, competente kinderbegeleiders
 Voorrangsregels
 Verder inzetten op flexibele/occasionele opvang
 Doorgaande lijn 0-6 jaar ipv “split system” (kinderopvang / kleuteronderwijs)
 Pedagogische continuïteit
 Structurele continuïteit
 Professionele continuïteit

,  Continuïteit met de buurt

5. Jeugdhulp
 De troeven
 Sterk uitgebouwd landschap met een diversiteit aan aanbod
 Evolutie naar krachtgericht en oplossingsgericht werken
 Gestegen toegankelijkheid
 Versterkte samenwerking en netwerkvorming binnen en buiten de sector
 De uitdagingen
 Vergroten toegankelijkheid
 Omgaan met verontrusting
 Wachtlijsten
 Jeugdhulp kan het niet alleen
 Naar oplossingen
 Focus op preventief werken
 Vroegdetectie – inzetten op een vertrouwenspersoon of vertrouwde persoon
 Hulpverlening sterk in partnerschap met gezin en eigen netwerk  meer gezinnen
versterken ipv kind uit gezin halen
 Beroep doen op zorgzame buurten
 Investeren in, onder meer :
 Kindreflex
 Eén gezin, één plan - Gebiedsdekkend
 Uitbouw gezinshuizen
 Outreachende ondersteuning voor jongvolwassenen – A Way Home coalities
 Pleegzorg en partners in parenting voor bijzondere doelgroepen
 Beveiligd verblijf voor kinderen met ernstige problemen in een
verontrustende opvoedingssituatie
 …
 Samen bouwen we aan een sterker Gezinsbeleid!

,LES 2: DE BESTUURDE OUDER


 Waar komt de aandacht voor opvoedingsondersteuning vandaan ?
 Is dat nieuw?  vrij recent gegeven
 Is opvoedingsondersteuning een middel in de armoedebesterijding?
 Hoe kunnen we dat historische begrijpen? Hoe kunnen we dan vandaag begrijpen?
 OPVOEDINGSONDERSTEUNING
 Komt als term en als praktijk op in Vlaanderen
 Frankrijk Duitsland Engeland
 THE PARENTING TURN
 Opvoedingsondersteuning wordt een zaak van beleid  het wordt een zeer politiek
thema
 van politieke discussie van vaardigheden (skills) van armoedebestrijding  ouders
moeten bepaalde vaardigheden beheersen
 Wat is het publieke probleem?  als opvoedingsondersteuning het antwoord is,
wat is dan het probleem? Zijn alle ouders opeens slechte ouders geworden? Zijn
kinderen onhandelbaar geworden? Is er een grote toename van
kindermishandeling/verwaarlozing?  nee maar wat is dan het probleem?
 Wat is het ouderlijke probleem?
 EEN TERUGBLIK
 EIND 19de – BEGIN 20ste EEUW
 Burgerij als schepper van de maatschappij  Liberale welvaartsstaat: staat grijpt niet
in  komt niet tussen in gezinnen of verhouding werknemer/werkgever
 Armoede en sociale onrust  bij de arbeiders
 Classes laborieuses / Classes dangereuses
 Plus on étudie les causes de l´indigence, et plus on reconnaît que le défaut d´éducation est
celle qui fait le plus dindigents, comme elle est aussi celle qui fait le plus de criminels  hoe
meer we armoede bestuderen hoe meer we zien dat opvoeding de oorzaak is van
armoede en van criminaliteit  individualisering van het armoede probleem en een
transitie van ene sociaal naar een opvoedingsprobleem
 Dans la grande majorité des communes, les maisons […] sont dans un état déplorable, tant
au point de vue de l’application des règles de la morale qu’à celui des lois de la salubrité
 De wetenschap
 Statistiek  men onderzoekt verbanden met de kindersterfte en men ziet
dat dit het hoogst is in de arbeiderswijk (vb gebrek aan hygiëne

,  Profylaxe  behandeling om een ziekte te voorkomen, vb antibiotica 
men ontdekt dat ziekte kan voorkomen worden door bijvoorbeeld
melkflesjes te steriliseren enzo maar dit was natuurlijk een groot probleem
bij de arbeiders (ze hadden hier de middelen niet voor)
 Eugenetica  de zwakke arbeidersklasse is een bedreiging voor de
samenleving
 Het grote beschavingsoffensief  Caritas en filantropie  kiem van de
opvoedingsondersteuning
 Raadplegingen  consultatiebureaus
 Melkdruppels
 Kinderopvang

 Het gezin aan het begin van de 20ste eeuw: (ideaalbeeld van het gezin)
 Vader is almachtig
 Bevelshuishouding
 Rollen liggen vast
 Machtsrelaties gebaseerd op dominantie
 Kind is fragiel, te beschermen
 Moeder is natuurlijke opvoeder
 In een liberale welvaartsstaat
 Met een normatieve menswetenschap
 Beschavingsoffensief:
 Kinderbescherming = opvoedingsondersteuning
 Gezondheid = morele opvoeding
 Dispositief:  een samengaan van allerlei elementen die op het eerste zicht niets
met elkaar gemeen hebben (vb architectuur, stedenbouw) maar die een
dominerende functie hebben, vervullen een functie om een machtsongelijkheid in
stand te houden. Maar de vraag is of een opvoedingsondersteuning ook geen deel is
van een dispositief
 Ce que j’essaie de repérer sous ce nom, c’est, premièrement un ensemble
résolument hétérogène, comportant des discours, des institutions, des
aménagements architecturaux, des decisions réglementaires, des lois, des mesures
administratives, des énoncés scientifiques, des propositions philosophiques,
morales, philanthropiques, bref : du dit, aussi bien que du non-dit, voilà les éléments
du dispositif. Le dispositif lui-même, c’est le réseau qu’on peut établir entre ces
éléments. Deuxièmement, ce que je voudrais repérer dans le dispositif, c’est
justement la nature du lien qui peut exister entre ces éléments hétérogènes. (…)
Troisièmement, par dispositif, j’entends une sorte – disons – de formation qui, à un
moment historique donné, a eu pour fonction majeure de répondre à une urgence.
Le dispositif a donc une fonction stratégique dominante.
 100 JAAR LATER
 Hernieuwde belangstelling  Parenting (re)turn (terugkeer van de nadruk op het
ouderschap
 3 oorzaken
1. Teloorgang Heilige Drievuldigheid
2. Activerende welvaartsstaat
3. Het kind als investering / neuroscience
 1. Teloorgang Heilige Drievuldigheid

,  Biologisch ouderschap  de mensen die biologisch gezien het kind gemaakt
hebben
 Making the child
 Juridisch ouderschap  mensen die juridisch het recht hebben om het
ouderschap uit te oefenen (de voogd)
 Naming the child
 Pedagogisch ouderschap  de mensen die zich engageren tov het kind, die
het kind opvoeden
 Educating the child
 Zoek voorbeeld waarbij
 Biologisch ≠ juridisch  Adoptie
 Juridisch ≠ pedagogisch  Pleegzorg, kinderen de jeugdzorg,
plusmama/papa voeden ook op maar hebben juridisch geen macht
 Pedagogisch ≠ biologisch homoseksuele koppels , adoptie
 Het gezin als tijdelijke, culturele constructie, in plaats van ”natuurlijk”
 Onderhandelde rollen  wie zorgt voor de kinderen? Wie doet het gras af?
 Gelijke rechten man-vrouw
 Individueel geluk  we denken dat dit binnen het gezin zo hoort te zijn
 Het maakbare gezin  een gezin is iets dat je zelf maakt , je kiest er zelf voor
 En dus eigen schuld, dikke bult  Als je niet gelukkig bent / als het fout gaat
want je hebt er zelf voor gekozen
 Furedi: the instability that surrounds family relations in part reflects and in
part consolidates the emptying out of adult identity. The emptying out of
adult identity reflects a process whereby men and women find it increasingly
difficult to derive a secure sense of affirmation through their relations with
one another and with other adults
 Het gezin aan het begin van de 21ste eeuw
 Het onderhandelingsgezin
 Onderhandelde rollen tussen partners
 Onderhandeling met kinderen
 Individualisering en privatisering (van geluk)
 Persoonlijke ontplooiing + ouderschap + arbeid
 Kind als autonoom subject
 Moeder toch verantwoordelijk ( heel vaak)
 In een sociale welvaartsstaat
 Met een participatieve maar normatieve menswetenschap (zeggen
hoe het moet en hoe je goede ouder moet zijn)
 Machtsrelaties van wederzijdse afhankelijkheid en zelfsturing  je
moet zelf weten wat je moet doen
 Mgr Suenens: Instiuut voor Familiale en Seksuologische Wetenschappen 
initiatieven vanuit de kerk
 Belgische Vereniging voor Seksuele voorlichting ( CGSO)  initiatieven die
objectieve info gaven
 Opvoedingsbelofte (HIGW)  als je kinderen krijgt dat je beloofd dat je altijd
voor je kinderen zal zorgen en wanneer je gezinssituatie veranderd (vb
echtscheiding) dan moet je deze belofte hernieuwen  het gezin is niet
meer de hoeksteen van de samenleving en is dus veranderbaar / kan
verdwijnen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur pastalover. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72042 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49  7x  vendu
  • (1)
  Ajouter