Samenvatting Pathologie en geneeskunde voor fysiotherapie, bewegingstherapie en ergotherapie, ISBN: 9789036816014 Algemene Bewegingspathologie
15 vues 1 fois vendu
Cours
Algemene Bewegingspathologie
Établissement
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Book
Pathologie en geneeskunde voor fysiotherapie, bewegingstherapie en ergotherapie
Samenvatting van het boek Pathologie en geneeskunde voor fysiotherapie, bewegingstherapie en ergotherapie voor het vak Algemene Bewegingspathologie. Er worden wekelijks nieuwe hoofdstukken aan de samenvatting toegevoegd, hierover krijg je een melding en kun je het vernieuwde bestand (gratis) downlo...
Voeding en dietetiek: Pathologie 2.1 samenvatting (INCL reader).
Tout pour ce livre (8)
École, étude et sujet
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Bewegingswetenschappen
Algemene Bewegingspathologie
Tous les documents sur ce sujet (11)
Vendeur
S'abonner
sophiem02
Avis reçus
Aperçu du contenu
Hoofdstuk 1; Ziekte en haar oorzaken
Pathologie; de leer van het lijden of de leer van de ziekteverschijnselen. De wetenschap betreffende
de veranderingen van structuren en functies van het zieke organisme.
Laesie; structurele verandering
Symptomen; wel of niet gelijktijdig optredende zichtbare of tastbare klinische verschijnselen
Diagnose; naam aan de ziekte geven wanneer de laesie gevonden is
Therapie; eventuele behandeling
In de pathologie wordt patiënt niet als ‘geheel’ gezien, toch is zijn ziekte de basis voor onderzoek.
Algemene pathologie; houdt zich bezig met de oorzaken en gevolgen van processen die het gehele
lichaam kunnen treffen (ontstekingen, circulatiestoornissen, oncologie, etc).
Speciële pathologie; de ziekteprocessen in de verschillende organen.
Psychiatrie; het specialisme van de geestesziekten en hun behandeling. Hier wordt aandacht
geschonken aan de zowel lichamelijke als geestelijke en sociale aspecten. Ziekte kenmerkt zich hier
door de onmacht en afname van de vrijheid en autonomie. Daarnaast is er een belemmering in het
dagelijks functioneren waardoor er een zekere mate van ineenstorting is. Het evenwicht met de
omgeving is verstoord.
Huisartsgeneeskunde; psychosociale en gezinsgeneeskunde.
Sociale geneeskunde; wisselwerking met betrekking tot gezondheid en ziekte tussen de mens en zijn
milieu.
Medische en integrale model;
- Medisch; de arts moet de echte ziekte behandelen en moet dus zoeken naar een laesie. Dit is
het meest gebruikte model. Dat aan andere aspecten van het menselijk bestaan
voorbijgegaan wordt is niet essentieel
- Integraal; gaat uit van de samenhang tussen lichamelijke, psychische en sociale aspecten.
De cel is de kleinste bouwsteen van het lichaam;
- Kern; (nucleus) bevat chromosomen rijk aan DNA. De chromosomen zijn opgebouwd uit
genen, waarbij een bepaald gen altijd op dezelfde plek in het chromosoom ligt.
- Cytoplasma; voornamelijk stofwisseling, energieproductie en handhaving van de
celstructuur. Hiervoor heeft het een celskelet het endoplasmatisch reticulum (ER); netwerk
van kanalen voor de aan- en afvoer van stoffen.
- Ribosomen; korrels die langs het ER liggen, rijk aan RNA. Hierin worden eiwitten
aangemaakt.
- Mitochondriën; energieproductie en Krebs-cyclus
- Lysosomen; bevinden zich in de enzymen die nodig zijn om datgene wat er aan stoffen de cel
binnenkomt, af te breken tot verwerkbare stoffen.
- Golgi-complex; zet producten uit ribosomen om in hun eindproduct, voordat het
uitgescheiden wordt.
Hoe meer organellen van een bepaalde soort in de cel, des te specifieker is de functie van die cel.
Geen enkele ziekte is het gevolg van één enkele oorzaak. Een aantal factoren bevordert het ontstaan
van ziekte. Sommige werken direct en zijn systeemvreemd (voedingsverontreiniging, blootstelling
aan chemische stoffen, overbelasting, slechte hygiëne). Andere werken indirect en zijn systeemeigen
(erfelijk, veroudering, slechte voeding, stress, lichamelijke inactiviteit).
Vatbaarheid is per individu afhankelijk van een samenspel van factoren;
- Algemene verandering in fysiologische processen die de weerstand van het lichaam
veranderen tegen ziekmakende factoren
- Afwijkende veranderingen in het lichaam die direct volgen uit de algemene veranderingen
, - Veranderingen in de stabiliteit van het CZS waardoor de kans op fouten en ongelukken
toeneemt
- Natuurlijke aangeboren en verworven afweer
Juiste afstemming tussen het sympathische (vernauwing bloedvaten, verhoging bloeddruk,
pupilverwijding en transpiratie) en parasympatische (verwijding bloedvaten, vertraagt hartritme,
daling bloeddruk en vernauwing pupil) zenuwstelsel is zeer belangrijk.
Homeostase is een dynamisch evenwicht. Er vindt telkens een kleine evenwichtsverstoring plaats
totdat het lichaam zich gaat aanpassen. Wanneer er een laesie in het lichaam ontstaat wordt het
homeostatische evenwicht verstoord. Het ontstaan van een laesie is afhankelijk van tijdsduur,
tijdstip, kwantiteit, kwaliteit, plaats en uitbreiding.
Hoofdstuk 2; Regressieve veranderingen
Regressieve veranderingen; stoornissen in de structuur en functie van cellen, weefsels of organen,
als gevolg van een schadelijke prikkel en waarbij regressie optreedt.
Specifieke functies van de cel;
- Selectie; celmembraan vormt de grens
- Energieproductie; mitochondriën
- Eiwitsynthese; ribosomen, cel eigen structuren worden aangemaakt of worden door
specialisatie gevormd
- Genetische functie; DNA in kern
Het homeostatisch evenwicht wordt in stand gehouden door het aanpassingsvermogen van de cel en
door de soort, intensiteit en inwerkingsduur van de noxe; schadelijke prikkel die een laesie kan
veroorzaken waardoor een regressieve verandering optreedt, met mogelijk celdood tot gevolg.
Soorten noxen;
- Exogeen; van buitenaf
o Fysisch
o Chemisch
o Biologisch
o Voeding
- Endogeen; van binnenuit
o Afwijkende genen
Enzymdeficiënties
Immuundeficiënties
o Anatomische afwijking
Een cel die door een noxe wordt getroffen kan zich aan die noxe aanpassen, eventueel met een
kleine verandering in structuur en functie. Mogelijke veranderingen zijn;
- Hypertrofie; cel neemt in grootte toe (reversibel) Massa van het weefsel neemt toe.
- Hyperplasie; cellen nemen in aantal toe (reversibel)
- Metaplasie; differentiëren in een andere richting (reversibel)
- Neoplasie; autonome celgroei (irreversibel)
Bij onvoldoende aanpassingsvermogen van de cel past deze zich nog wel aan, maar toont hij
regressieve veranderingen. De cel is qua structuur en functie minderwaardig geworden. Dit kan
reversibel zijn (de cel herstelt als de noxe verdwijnt).
,Wanneer het aanpassingsvermogen faalt, verlopen de regressieve veranderingen snel. De cel gaat
kapot en wordt necrotisch, sterft af. Dit is irreversibel. Uit deze beschadigde cellen komen stoffen vrij
die in de directe omgeving een ontstekingsreactie geven.
Recuperatie; de cel herstelt zich na contact met een noxe
Regeneratie; de cel wordt vervangen door een cel met gelijke structuur en functie. Het is afhankelijk
van specifieke celeigenschappen;
- Celdeling; proliferatie
- Celdifferentiatie; goed gedifferentieerde cellen delen zich nauwelijks. Bindweefselcellen
regenereren zeer goed. Zij vormen de reservecellen waaruit het lichaam kan putten in het
geval dat reparatie plaats vindt.
- Celrijping
- Klein of groot letsel en regeneratievermogen van cellen
- Slechte of goede bloedvoorziening en voedingsstatus van de cellen
- Jonge of oude cellen
Reparatie; de cel wordt vervangen door bindweefsel
Regressieve veranderingen;
- Degeneratie; cel is qua functie en structuur minderwaardig
o Intracellulair; in cytoplasma en kern
o Intercellulair; tussen cellen
Hyaliene degeneratie; hierbij wordt het intercellulaire collageen glazig
homogeen en verdwijnen de elastische vezels.
Fibrinoïde degeneratie; bindweefsel wordt vermengd met het eiwit
fibrinogeen; dit wordt omgezet in fibrine.
Mucoïde degeneratie; de grondsubstantie van het bindweefsel wordt
slijmerig (meer mucopolysachariden en water)
Degeneratie van vezels; kan zowel bij hyaliene als bij fibrinoïde
- Atrofie; het kleiner worden van een cel, weefsel of orgaan. Er is sprake van afname van de
grootte van de cel of afname van het aantal cellen. Het weefsel neemt hierdoor in massa af.
Er zijn twee soorten;
o Fysiologische atrofie; wordt waargenomen in de volgende organen;
Huid
Nieren
Hersenen
Thymus
o Pathologische atrofie; wordt waargenomen bij;
Afname van o.a. vet, spiereiwitten en hersenweefsel
Inactiviteitsatrofie
Ischemische atrofie (afname bloedvoorziening)
Mechanische atrofie
Atrofie bij een gestoorde regeneratie als gevolg van;
Cytostatica (zorgt voor atrofie in beenmerg)
Ioniserende straling (waardoor celaanmaak verstoord wordt)
Endocriene atrofie
- Necrose; een lokale, tijdens het leven ontstane dood van afzonderlijke cellen of
weefseldood. Er treden ernstige en irreversibele veranderingen van de kern op.
o Coagulatienecrose; weefsel wordt vast en droog en verandert van structuur
o Colliquatienecrose; weefsel wordt vloeibaar. Kan pus bij vrijkomen.
o Pancreas-vetnecrose; vetweefsel in het pancreas wordt necrotisch. Het vet wordt
omgezet in glycerol en vetzuren.
, o Gangreen; necrose in combinatie met rotting onder invloed van vooral anaërobe
bacteriën, diabetes, verbranding, bevriezing;
Nat; combinatie van coagulatie- en colliquatienecrose.
Droog; mummificatie
o Fibrinoïde necrose; lijkt op fibrine, komt voor bij reuma en collageenziekten.
Hoofdstuk 3; Afweerreacties
Aspecifieke afweer;
- Bacterieflora; huid en darmen
- Fysische barrières; epitheel, lage pH, slijm, trilharen
- Moleculen; lysozym
- Cellen; granulocyten, macrofagen en natural killer-cellen
Specifieke afweer;
- Eiwitten; antistoffen
- Cellen; B- en T-lymfocyten
Een ontsteking is een lokale reactie op een weefselbeschadiging. Dit is een aspecifieke reactie en kan
verschillende oorzaken hebben;
- Chemisch; zuren
- Fysisch; verbrandingen door zon of vinger tussen deur
- Overgevoeligheid; galbulten
- Micro-organismen; steenpuist
- Psychisch; rode vlekken in de nek bij stress
Doelen van een ontsteking;
- Afgrenzing en vernietiging van de noxe; door middel van fagocytose en de vorming van een
leukocytenzone rond het weefsel. Hierdoor wordt de verspreiding van bacteriën
tegengegaan. Er vormt een abces (een holte met pus).
- Herstelbevordering; de holte opent zich en de ontstekingsresten komen naar buiten. De
holte vult zich met jong, vaatrijk bindweefsel en er ontstaat een litteken. Wanneer de
ontstekingsresten niet naar buiten komen, kunnen ze geabsorbeerd worden door fagocytose.
Een schadelijke prikkel is vaak plaatselijk, daardoor zijn de afweerverschijnselen in eerste instantie
ook vaak plaatselijk. De volgende verschijnselen treden op;
- Rubor, roodheid
- Tumor, zwelling
- Calor, warmte
- Dolor, pijn
- Functio laesa, gestoorde functie
De noxe veroorzaakt vrijwel altijd weefselbeschadiging waardoor cellen afsterven en bepaalde
stoffen vrijkomen. Deze stoffen veroorzaken een vaatverwijding (vasodilatatie) van de kleine
bloedvaatjes en de plaats van de ontsteking voelt daarom warm aan. Deze vaatjes worden
doorlaatbaar (permeabel) voor vocht en eiwit en het weefsel zwelt. Doordat de zenuwuiteinden in
dit gebied onder druk komen te staan, en omdat er uit de beschadigde cellen prostaglandinen
vrijkomen, wordt er pijn waargenomen.
Soorten ontstekingen;
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sophiem02. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.