Samenvatting van alle clips van Geïntegreerde Bedrijfseconomie jaar 3, gegeven op Tilburg University, BSc Bedrijfseconomie, collegejaar 2020/2021.
Bestaat uit Coporate Level Strategy, Allianties en Fusies & Overnames.
Bevat duidelijke uitleg bij de slides in plaats van steekwoorden.
Ook besc...
Summary Strategic Management and Competitive Advantage: Concepts and Cases, Global Edition - Geïntegreerde Bedrijfseconomie (300429-B-6)
Kennisclip 1 (Corporate Level Strategy)
Met de BSG-game hebben we gekeken naar Business Level Strategy: hoe kan je concurreren
binnen een bedrijfstak?
Nu gaan we focussen op Corporate Level Strategy: waar en in welke industrieën gaan we
concurreren?
Dit kan op 2 manieren:
I. Afzonderlijke expansie/ reductie stappen
II. Portfolio inzichten
Afzonderlijke expansie
Kan op verschillende manieren.
Je kan doen aan horizontale expansie: uitbreiden met gelijke activiteiten.
Je kan doen aan verticale integratie: activiteiten in de waardeketen (value chain)
overnemen. De value chain is het hele proces vanaf het ruwe materiaal tot het
eindproduct, en een bedrijf kan ervoor kiezen om een deel van dat proces zelf in
handen te nemen.
De laatste manier is product diversificatie. Hierbij gaat een bedrijf uitbreiden naar
een andere bedrijfstak. Ze kunnen uitbreiden naar een bedrijfstak die gerelateerd is
aan hun huidige activiteiten of naar een bedrijfstak die ongerelateerd is aan hun
huidige activiteiten.
Bij portfolio inzichten kijken we naar hoe alle bedrijfsactiviteiten met elkaar zijn gerelateerd.
Horizontale expansie
Komt erop neer dat een bedrijf binnen dezelfde bedrijfstak groeit. Dat kan op verschillende
manieren:
I. Productvariatie: in plaats van koffie ook ijskoffie verkopen. IJskoffie is dan een ander
product in dezelfde markt.
II. Producten verkopen in een andere markt: denk hierbij aan het focussen op een
andere doelgroep (type klanten) of een ander land (geografisch).
Voor- en nadelen horizontale expansie
Voordelen Nadelen
Schaalvoordelen Je focust je op 1 bedrijfstak wat je
oogkleppen kan geven, je let minder op de
activiteiten van de concurrenten en mist
mogelijk kansen om je heen (= opportunity
costs)
Minder concurrentie (minder
prijsconcurrentie door angst of hogere
cashbuffer door hogere marges waardoor
, ze zich minder hoeven aan te trekken van
concurrenten)
Je krijgt meer macht over leveranciers
Verticale integratie
Groeien binnen de waardeketen.
Je kan hierdoor dichter bij je klant komen, denk aan Disney plus waardoor je Disney-
films vanuit huis kan kijken en niet meer naar de bioscoop hoeft.
Aan de andere kant kan je dichter bij de leveranciers komen, als Disney een eigen
muziekafdeling heeft hoeven ze niet meer muziek van anderen te gebruiken maar
maken ze hun eigen muziek voor hun films.
De waardeketen voor een pizza:
Het blauwe vakje zorgt voor de kaas. Als zij verticaal willen integreren kan dat voorwaarts en
achterwaarts.
Bij voorwaartse verticale integratie neemt hij de activiteiten over van degene na hen,
in dit geval dus de distributeurs. Bij voorwaartse verticale integratie verkoopt Leprino
hun kaas direct aan de pizza chains.
Bij achterwaartse verticale integratie neemt Leprino de activiteiten over van degene
voor hen, de melkboeren dus. Leprino zorgt dan zelf voor hun melk voor de kaas.
Voordelen verticale integratie
Lagere productiekosten.
Je kan de kwaliteit beschermen.
Deze twee voordelen zijn alleen van toepassing als je VRIO-resources gebruikt
(waardevol, zeldzaam, niet makkelijk na te maken, op de juiste manier
geïmplementeerd). Alleen als je deze resources hebt en je komt goedkoper uit is het
een goed idee om verticaal te integreren.
Je kan je technologie beschermen. Als je een innovatief bedrijf hebt met unieke
ontwikkelingen wil je niet dat kennis over het maken van deze ontwikkelingen
uitlekken, wat wel mogelijk is. De info kan naar je leverancier lekken. Om dit te
voorkomen kan je dus aan verticale integratie doen en die leverancier in je bedrijf
opnemen.
, Verticale integratie helpt het verzekeren van de vraag. Als je een klant hebt die
verantwoordelijk is voor 80% van de omzet is dit heel riskant, die klant heeft dan
macht waardoor de leverancier mogelijk geen asset specific investments meer wil
maken. Door verticale integratie kan de klant de leverancier kopen en wel asset
specific investments maken of de leverancier koopt de klant op.
Kan mogelijk transactiekosten verlagen. Ronald Coase: transactiekosten kunnen
lager zijn binnen organisaties dan over de markt. Dat komt omdat je een goede
tegenpartij moet vinden, een contract moet opstellen en je moet moeite doen om
ervoor te zorgen dat de tegenpartij zich aan het contract houdt. Samen met
technologie beschermen en verzekeren van de vraag pakt dit opportunisme aan.
Vormen van transactiekosten: Transactiekosten zijn afhankelijk van:
Goede tegenpartij vinden Onzekerheid (hoe groter de onzekerheid,
hoe goedkoper het wordt om de transactie
binnen het bedrijf af te ronden)
Contract opstellen Frequentie (als je het vaker koopt is het
handiger om het binnen het bedrijf te
houden zodat de transactiekosten lager
zijn)
Partij aan contract houden Asset specificiteit (wat heb je nog aan de
investering als de transacties stoppen)
Asset specificiteit
Bestaat uit:
Menselijke asset specificiteit: als je een brede studie hebt ben je op meerdere
afdelingen van je werk inzetbaar, wat jou waardevol maakt. Hierdoor heb je een
sterkere handelingspositie voor je salaris ten opzichte van iemand die een specifieke
studie heeft gedaan en maar 1 ding kan.
Asset specificiteit van een locatie: als je op jouw eiland een landingsbaan voor
vliegtuigen bouwt heeft dat een hele hoge asset specificiteit. Als de transacties
stoppen (er landen geen vliegtuigen meer) dan heb je niks meer aan die
landingsbaan. Een helipad was in dit geval beter geweest, dit heeft een lagere asset
specificiteit.
Fysieke asset specificiteit: dit gaat over machines, je kan hele specifieke machines
kopen voor je bedrijf met een hele hoge asset specificiteit. Maar als de transacties
stoppen of je gaat je product aanpassen/ veranderen heb je niks meer aan deze
machine.
De 3 waarden van verticale integratie:
i. Positief: Als je VRIO-resources hebt is het waardevol om verticale integratie te
hebben.
ii. Positief: Verticale integratie zorgt voor minder opportunisme.
iii. Negatief: flexibiliteitsverlaging: als je verticaal integreert ben je minder flexibel (zie
‘volatiliteitsrisico’ bij de nadelen van verticale integratie).
Nadelen van verticale integratie
De schaalvoordelen per niveau in de value chain kunnen verschillen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ardaturan. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.