Frans didactiek
1. Wettelijke bepalingen
1.1. Het ERK voor moderne vreemde talen
Europees referentiekader= systeem van niveaubeschrijvingen voor alle moderne vreemde talen. Het
verschaft een gemeenschappelijke basis voor de uitwerking van lesprogramma’s, leerplanrichtlijnen,
examens en leerboeken in heel Europa.
Je verwijst naar taalgebruikers als beginnende gebruiker (A), onafhankelijk (B) en vaardig (C). Iedere
categorie heeft 2 niveaus.
Leerlingen basisschool: niveau A1, leerkracht basisschool: niveau B1 (schrijven, lezen) en niveau B2
(spreken, luisteren) _ Pagina 7-9 : kaders lezen
In het frans: le Cadre européen commun de référence (cecr).
Vaardigheden : luisteren, spreken, mondelinge interactie, lezen en schrijven
1.2. Wat is een taaltaak?
Het ERK kiest voor een actiegerichte benadering: je spreekt en gebruikt een taal als lid van een
gemeenschap waarbinnen je taken verricht in bepaalde omstandigheden en binnen een sociale
context. Om leerlingen te helpen een moderne vreemde taal te gebruiken is een taaltaak zeer
geschikt.
Definitie taaltaak: een realistische taak in een zo authentiek mogelijke context, die moet leiden tot
een concreet resultaat of product. Er is sprake van een open situatie, waarin de leerlingen zelfstandig
moeten functioneren in de doeltaal. Het beschrijft wat iemand doet met taal.
Doel: buiten de klas toepassen.
1.3. Eindtermen van het Ministerie van Onderwijs
Verwerven van communicatieve vaardigheden ( Talentenbeleidsnota van Frank Vandenbroucke).
Hij houdt een expliciete koppeling van de eindtermen aan het ERK voor.
Eindtermen opgesteld vanuit taaltaken die leerlingen in relevante situaties moeten uitvoeren.
Bij ontwikkeling van nieuwe eindtermen was het streefdoel = betere afstemming van basis en
secundair onderwijs. systematische leerlijn die van het lager onderwijs tot het einde van het
secundair onderwijs loopt
De eindtermen: 2 grote delen
- Vaardigheden (taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën)
- Attitudes en kennis
Deel 1: vaardigheden
Vijf vaardigheden.
Elke taaltaak moet op een bepaald verwerkingsniveau uitgevoerd worden.
- Kopiërend niveau: teksten of woorden letterlijk weergeven: geen wezenlijke verwerking van
de aangeboden info.
, - Beschrijvend niveau: de aangeleverde info inhoudelijk opnemen zoals ze wordt aangeboden
of de info weergeven zoals ze zich heeft voorgedaan.
- Structurerend niveau: info achterhalen en op persoonlijke en overzichtelijke wijze ordenen,
of ook: ze op een dergelijke wijze te horen of te lezen geven.
- Beoordelend niveau: de info achterhalen, op een persoonlijke wijze ordenen en beoordelen
op basis van info uit andere bronnen.
De leerlingen van het lager moeten de taaltaken kunnen uitvoeren op kopiërend en beschrijvend
niveau, de andere zijn vanaf het secundair.
Kopiërend niveau Bij een taaltaak teksten of woorden letterlijk kunnen weergeven
of kopiëren (mondeling/schriftelijk). Ze hoeven de woorden dus
eigenlijk niet te begrijpen om deze taak uit te voeren. Er is nog
geen communicatie nodig om de oefening te maken.
Voorbeeld: dialoog voorlezen, woorden overschrijven
Beschrijvend niveau Wel communicatie! De leerlingen moeten duidelijk maken en of
kunnen begrijpen wat er gezegd wordt of geschreven staat. De
aangeleverde info mogen ze inhoudelijk wel opnemen zoals wordt
aangeboden, of weergeven zoals ze zich heeft voorgedaan. Ze
hoeven de tekst dus nog niet op persoonlijke wijze kunnen
structureren en ordenen (structurerend niveau) of beoordelen
(beoordelend niveau).
Binnen taaltaak wordt telkens beschreven over welk soort teksten het gaat (vier verschillende in
basisschool).
- Informatief: artikel, schema, tabel, mededeling, folder, verslag, formulier, brief, e-mail,
documentaire, interview (om info te weten), recensie, uiteenzetting. Vb: ticket
- Prescriptief: instructie, opschrift, waarschuwing, gebruiskaanwijzing, handleiding, publieke
aankondiging, reclameboodschap. Vb: een respect
- Narratief: reportage, scenario, relaas, interview (meer vertellen), hoorspel, verhaal, film,
feuilleton, reisverhaal
- Artistiek-literair: gedicht, kortverhaal, roman, toneel, stripverhaal, lied
Begrip tekst: verwijst naar elke boodschap die geproduceerd of ontvangen wordt, zowel mondeling
als schriftelijk. Iedere vorm van communicatie leidt tot een tekst.
Tekstkenmerken (bepalen moeilijkheidsgraad)
- onderwerp
- taalgebruikssituatie
- structuur/samenhang/lengte
- uitspraak/articulatie/intonatie
- tempo en vlotheid
- woordenschat en taalvariëteit
Voor iedere vaardigheid heb je ook strategieën (hulpmiddelen).
Strategieën= geheel van technieken die de leerling toepast om de taaltaak zo compleet en efficiënt
mogelijk uit te voeren. Het zijn technieken, procedures, handelwijzen die je bewust hanteert en die
door onderwijs versterkt worden.
, Deel 2: kennis en attitudes
Kennis
Eindtermen besteden ook aandacht aan de lexicale en grammaticale elementen (woordenschat en
zinsconstructies) die nodig zijn voor het uitvoeren van een taaltaak. Het gaat om het functioneel
inzetten van de kennis. leerlingen moeten de kennis kunnen gebruiken voor het uitvoeren van
een taaltaak (in functie van de vaardigheden).
Ook een andere eindterm reflecteren op het gebruik van het Frans, dit bevordert taalvaardigheid.
(voorwaarde: op niveau van abstractie waar de leerlingen op dat moment aan toe zijn en steeds in
functie van communicatie!).
Attitudes
Bij het ontvangen/produceren van tekst zijn bepaalde attitudes onmisbaar.
Biedt kansen om deze attitudes te ontwikkelen door het aanbieden en inoefenen van daarop
gerichte activiteiten.
- Tonen bereidheid en durf om te luisteren, te lezen, te spreken, gesprekken te voeren en te
schrijven in het Frans.
- Tonen bereidheid om te streven naar taalverzorging.
- Tonen belangstelling voor de aanwezigheid van moderne vreemde talen in hun leefwereld,
ook buiten de school, en voor de socioculturele wereld van de taalgebruikers.
Pagina 13-18= termen, opbouw, structuur kennen!
1.4. Leerplan Frans
Eindtermen (ministerie van onderwijs Vlaanderen) leerplandoelen (katholieke koepel)
lesdoelen (leerkracht)
Katholiek onderwijs heeft eindtermen vertaald naar een leerplan. De leerplancommissies maakten
een gemeenschappelijke basiswoordenlijst = identiek voor drie onderwijskoepels en is opgenomen in
het leerplan. zeker dat einde zesde minimum aantal woorden kennen makkelijk aansluiten
secundair.
Woorden zijn gegroepeerd rond de taaltaken die in de eindtermen vermeld staan. Die woordenlijst
wordt niet aangeboden aan de leerlingen aanbrengen van woorden met vertaling is geen
communicatie methode.
1.4.1. Het leerplan ‘zill’
1.4.1.1. Algemene structuur van het leerplan
Ontwikkelveld ontwikkelveld generiek doel leerlijn
Ontwikkelveld: De doelen voor Frans situeren zich binnen het ontwikkelveld Taalontwikkeling.
Ontwikkelthema’s:
- Talige grondhouding
- Mondelinge taalvaardigheid Frans (luisteren, spreken, gesprekken voeren)
- Schriftelijke taalvaardigheid Frans (lezen, schrijven)