Week 1: Inleiding & arbeidsovereenkomst
Kenmerken arbeidsrecht:
Integratievak: privaat- én publiekrecht
Ongelijkheidscompensatie: bescherming van de zwakkere partij
o Dwingend recht
o Wezen gaat voor schijn: kritisch kijken naar wat er is afgesproken en wat er
daadwerkelijk gebeurt
o Collectieve arbeidsvoorwaardenvorming (cao’s)
o Ontslagbescherming; moet een wettelijke grondslag voor zijn
o Toegankelijke rechter (kantonrechter)
o Sociale zekerheid (bijstand, WW)
o Arbeidsrecht = beschermingsrecht
Collectieve aspecten: cao, medezeggenschap, stakingen
Grondrechten: beperking vrijheid van meningsuiting/geloofsovertuiging
Politiek-maatschappelijke dimensie: bijv. hoofddoek discussie
3 soorten overeenkomsten m.b.t. arbeid:
1. Opdracht (7:400)
2. Aanneming van werk (7:750)
3. Arbeidsovereenkomst (7:610 BW)
Arbeid (/persoonlijke arbeid: je moet het zelf verrichten)
o Stage valt niet onder arbeid, slaapdienst wel
Loon
o Kost en inwoning geld ook als loon, dus non heeft arbeidsrelatie
Gezag
o Imam arrest: organisatorisch (formeel) vs inhoudelijk (materieel) gezag. HR: het
ontbreken van inhoudelijke aanwijzingen betekent niet dat er geen
gezagsverhouding is. Hier organisatorisch gezag: Imam moest bij bestuur
ziekmelden etc.
o Instructiebevoegdheid is voldoende
Wezen gaat voor schijn
Wat hebben partijen werkelijk met elkaar afgesproken en hoe zijn ze werkelijk met elkaar
omgegaan? Kwalificatievraag: heb ik een arbeidsovereenkomst?
Agfa/Schoolderman arrest: had contract op oproep, maar werkte al jaren op dezelfde vaste
uren. Werd ineens niet meer opgeroepen, Schoolderman vond dat er een arbeidsovereenkomst
was. Gelijk gekregen, want wezen (al jaren op vaste uren werken) gaat voor schijn (oproep
contract).
Groen/Schoevers arrest: Groen is belastingadviseur en gaf een paar uur in de week fiscaal recht
bij dames die bij Schoevers in opleiding waren. Schoevers wilde dit anders, dus relatie met
meneer Groen werd beëindigd. Groen zei dat er al jaren een arbeidsovereenkomst was, ook al
hadden ze een opdrachtovereenkomst gesloten. HR: kijken naar drie gezichtspunten:
Partijbedoeling: wat hebben partijen werkelijk bedoeld bij het aangaan van de
overeenkomst?
Feitelijke uitvoering: bijv. of er gezag is uitgevoerd
Maatschappelijke positie
Groen kreeg niet maandelijks salaris, maar stuurde eens in de zoveel tijd een factuur, dus
feitelijke uitvoering niet hetzelfde als een arbeidsovereenkomst. Maatschappelijke positie:
Groen was fiscaal adviseur, had beter moeten weten. Schoevers kreeg gelijk. Belangrijk: hangt
niet maar van 1 factor af, maar gaat om de totaalindruk (niet of er één keer een aanwijzing
was. Hulpmiddel: rechtsvermoeden (7:610a), draait de bewijslast om naar werkgever dat er
geen ovk is. Maar is alleen voor in de rechtszaal.
1
, Gradaties van dwingend recht
Volledig dwingend recht: normen waar je niet vanaf mag wijken. Voorbeeld: 7:630.
¾-dwingend recht: mag je alleen bij cao van afwijken. 7:672 lid 5.
Semi-dwingend recht: je mag van de regel afwijken, maar dat mag alleen als de
werknemer heel zeker weet dat hij het wil en het schriftelijk wordt vastgelegd.
o Beëindigingsovereenkomst (7:670b lid 1 BW)
o Instemmen met ontslag (7:671 BW)
o ‘bezwarende bedingen’ mogen, mits schriftelijk
Wijzigingsbeding (7:613)
Boetebeding (7:650)
Proeftijdbeding (7:652) – rechtenloze periode zonder ontslagbescherming.
Maar de wet bepaalt hoe lang proeftijd mag, als je afwijkt is het nietig. Lid
2: je kan schriftelijke opgaaf van reden vragen, maar als je niet krijgt is
ontslag nog steeds geldig.
Concurrentiebeding (7:653)
Aanvullend recht: mag je ook mondeling van afwijken
Gunstigheidsbeginsel: afwijken in voordeel van werknemer mag vaak wel (7:629 lid 9).
Flex arbeid
Arbeidsovereenkomst brengt verplichtingen mee voor werkgever. Aantal werkgevers bedenkt
andere manieren dan arbeidsovereenkomst om hieronder uit te komen.
Bepaalde tijd contract: eindigt van rechtswege (7:667 BW). Bescherming (7:668a BW):
ketenregeling = omzetting van rechtswege in arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij:
voortzetting > 2 jaar, of 3 opvolgende contracten. Keten breekt pas bij onderbreking > 6
maanden. Opvolgende werkgevers (7:668a lid 2); wanneer er een nieuwe werkgever is (als
opvolger van de vorige), wordt de keten niet onderbroken. Aanzegging niet-voorzetting
(7:668); schriftelijk uiterlijk een maand voor het eindigen bepaalde tijd contract.
Oproeparbeid: heeft een voorovereenkomst en uitgestelde prestatieplicht. Rechtsvermoedens
(7:610a-b BW). Loonrisico werkgever (7:628 BW), recht op loon beperkt uitsluitbaar bij cao.
Minimum aantal uren (7:628a BW). Verandering in de tijd (Agfa).
Thuiswerken: Arbeidsovereenkomst of eigen bedrijf? Vergelijkbaar met werk in onderneming?
IVA/Queijssen arrest: mw. Queijssen werkte thuis voor IVA in opdrachtovereenkomst. Toen
mw. verhuisde werd ovk niet voortgezet. Mw. beweerde dat er sprake was van een
arbeidsovereenkomst, IVA gaf aan dat gezagsverhouding ontbrak.
• Organisatorische aanwijzingen?
• Voorheen verricht in onderneming?
• Meer opdrachtgevers?
Uitzendovereenkomst (7:690)
Driehoeksverhouding tussen uitzendkracht, uitzendbureau en de inlener/werkgever.
Uitzendkracht werkt voor werkgever (geen onderlinge ovk). Uitzendkracht en uitzendbureau
hebben arbeidsovk en tussen uitzendbureau en werkgever bestaat er een inleenovk. Voor
beëindigen contract: werkgever geeft aan bij uitzendbureau. Mogelijkheid tot afwijking van
7:668a BW: pas na 26 weken arbeid van toepassing en (nog) langere termijn bij cao.
Ontbindende voorwaarde (uitzendbeding): einde opdracht = einde contract, periode van 26
weken en verlenging in cao.
Dingler/Merkelbach arrest: Dingler werkte via uitzendbureau voor 2 maanden bij Merkelbach
BV, kreeg hierna contract voor zelfde functie, met 2 maanden proeftijd. In proeftijd ontslagen,
maar Dingler stelde dat proeftijdbeding nietig was. HR: uitzendtijd was voldoende om
geschiktheid werknemer te bepalen, dus geen rechtvaardiging proeftijdbeding bij het hierop
volgende contract.
Twee kernen/uitgangspunten die met elkaar in balans moeten zijn:
1. Bescherming van de werkende
2. Ondernemersvrijheid
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur paulettevanoosten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.