H01: Definitie
1. Begrippen
= de kennis van geneesmiddelen (specialiteiten) en hun effect op mens en
Farmacologie of geneesmiddelenleer
dier (therapeutische werking)
= randassortiment, waarvoor geen registratie nog is en het ook buiten de
Parafarmacie
apotheek verkrijgbaar is bv zonnecrème, tandpasta’s …
Galenica of artsenbereidkunde = het maken van magistrale bereidingen bv gelulen (= capsules), zalven, …
,H02: Vaktermen
1. Genezende werking
= behandelt een bepaalde ziekte die al aanwezig is bv antibiotica.
2. Preventieve werking
= voorkomt dat een ziekte kan ontstaan bv vaccins.
3. Monopreparaat
= preparaat met 1 actief bestandsdeel bv Dafalgan (1 actieve stof, namelijk paracetamol)
4. Combinatiepreparaat
= preparaat met meerdere actieve stoffen bv Perdolan compositum (actieve stoffen: acetylsalicylzuur, coffeïne en
paracetamol)
5. Indicatie
= de aandoening of ziekte waarbij het geneesmiddel gebruikt wordt. Bv Imodium wordt gebruikt bij diarree (= indicatie).
Soms zijn er meerdere indicaties mogelijk bv Voltaren bij pijn, koorts en ontsteking
6. Therapeutische klasse
= de farmacologische groep bv analgetica, antipyretica, antibiotica, antihypertensiva, …
Er is telkens een hoofdklasse en 1 of meerdere subklassen
7. Posologie
= de dosis die moet ingenomen worden per keer en/of per dag, op een voorschrift staat het genoteerd als S/ (= scribere,
vermelden)
De posologie kan voor 1 geneesmiddel verschillen, afhankelijk van de indicatie.
Agogen
• Raadgevingen in verband met tijdstip
•1.1.1.
’s morgens: diuretica (vochtafdrijvers), corticosteroïden, vitaminen
’s avonds: slaapmedicatie, cholesterolverlagers
'
jahoor
1.1.2. Raadgevingen in verband met voeding
Nuchter: 1 uur voor het eten of 2 uur na het eten voor snellere opname
,Voedsel: minder maaglast bv vitaminen, antibiotica, ontstekingsremmers
Met voldoende water, geen koffie of alcohol, soms melk afgeraden
8. Therapietrouw
= de mate waarin het gedrag van de patiënt bij het gebruik van geneesmiddelen overeenkomt met de aanbevelingen
van de arts m.a.w. hoe goed wordt de therapie opgevolgd?
Voorbeelden niet trouw volgen van therapie:
- Niet uitnemen van antibiotica (wel belangrijk om resistentie te voorkomen!!)
- Het tijdstip van inname is verkeerd
- Chronische medicatie wordt gestopt, onderbroken of verminderd
- Medicatie wordt tegelijkertijd genomen waardoor de opname verstoord wordt of afbraak versneld/vertraagd
wordt
9. Dosisreductie
= het verminderen van de dosis bij bepaalde omstandigheden bv nier- of leverinsufficiëntie
Bv bij chronisch alcoholgebruik moet de dosis Dafalgan verlaagd worden aangezien de kans op levertoxiciteit
aanzienlijk hoger is.
10. Bijwerkingen
“Een geneesmiddel zonder bijwerkingen, is een geneesmiddel dat niet werkt”
= elke reactie die schadelijk en onbedoeld is en die optreedt bij doseringen die voor profylaxe (voorkomen), diagnose en
therapie noodzakelijk zijn.
Bijwerkingen of nevenwerkingen moeten steeds goed afgewogen worden tegen over het therapeutisch voordeel.
Nausea of misselijkheid is bijvoorbeeld een aanvaardbare bijwerking bij chemotherapie.
Bijwerkingen zijn erg persoonlijk omwille van verschillend geslacht, leeftijd, gewicht, etnische afkomst, … Hierdoor
kunnen mensen een verschillende absorptie, metabolisatie of uitscheiding hebben.
10.1. Opstand komen van bijwerkingen
- Te sterke werking bij bepaalde mensen: bloeddrukverlagers (hypotensie), antistollingsmiddelen (blauwe
plekken door te lange stollingstijd), laxeermiddelen (diarree) = dosis gerelateerd
- Toxische geneesmiddelen: bv geneesmiddelen tegen kanker, goedaardige snel delende cellen (witte
bloedcellen, huid, …) worden ook gedood door de kankertherapie
- Verkeerde aangrijpingspunt
, 10.2. Voorbeeld verkeerde aangrijpingspunt
Salbutamol is de actieve stof van Ventolin, een bronchus verwijderaar die behoort tot de klasse van de
sympathomimetica = agonist. Het is een geneesmiddel dat de werking van het sympathisch zenuwstelsel (fight en flight)
nabootst, hier wordt er (nor)adrenaline geproduceerd.
Noradrenaline wordt normaal geproduceerd in stresssituaties, het bindt op een adrenerge receptor die onder andere
voorkomt ter hoogte van de longen = ! 2-receptor en het hart = ! 1-receptor. Hierdoor zullen de bronchiën verwijden =
bronchodilatatie en het hartritme stijgen = tachycardie.
Het geneesmiddel Salbutamol bootst de werking van de adrenaline na, het bindt zich op de ! 2-receptoren en op de ! 1-
receptoren, het heeft dus een werking op het hart en op de longen terwijl het alleen de bedoeling is dat er werking bij de
longen optreedt.
De effecten op het hart (tachycardie, tremor, spierkrampen) worden hier dan als ongewenst aanzien = bijwerking. Dit
gebeurt vooral bij hogere dosissen, pas steeds op bij kinderen en ouderen hiervoor.
11. Contra-indicaties
= aandoeningen/omstandigheden waarbij het geneesmiddel niet gebruikt mag worden. Bv Roaccutane bij acné mag
niet tijdens de zwangerschap genomen worden omwille van zijn teratogene effect.
12. Interacties
= wisselwerking tussen geneesmiddelen onderling bv anticonceptie met sint-janskruid (stoffen in anticonceptie pil
breken sneller af) en geneesmiddelen en voeding bv pompelmoessap, calciumrijke voeding, alcohol en roken
13. Generische geneesmiddelen
Generische geneesmiddelen zijn ‘namaak’ geneesmiddelen die op de markt komen wanneer het patent of alleenrecht
op een specialiteit verstreken is.
Ze hebben de volgende eigenschappen:
- Zelfde actieve stof en dosis als het originele
- Zelfde werkzaamheid
- Patent is verlopen
- Goedkoper
- Benaming = actieve stof (paracetamol) + merknaam (TEVA, Sandoz, EG)