FILOSOFIE LES 1: INLEIDING
INLEIDING
Begin filosofie: +- vanaf 6e eeuw v.C. toen filosofen zich zeer fundamentele vragen stelden over de mythologie
die toen gangbaar was
1ste filosoof: Thales van Milete
Faam? voorspelde zonsverduistering in 585 v.C.
Continu met zijn hoofd in de wolken, waardoor hij meters diep in een waterput viel. Een slavinnetje zag het en
kon haar lach niet bedwingen. – ‘rare jongens, die filosofen’
tot vandaag worden filosofen gezien als wereldvreemde snuiters : altijd in gedachten verzonken en niet in
staat tot praktische aangelegenheden (een ras apart!)
WAT IS FILOSOFIE?
Nadenken ipv doen
Men stapt in het domein van de filosofie wanneer men een stap terugtrekt van wat men doet en gaat
reflecteren of nadenken over wat men doet.
wanneer men afstand neemt van het onmiddellijke, daar wordt men filosoof !
Typische vragen
Vragen die geen voor de hand liggende methodologie hebben om ze op te lossen: Vb. Bestaat God?
DEFINITIE PROBEREN TE GEVEN AAN FILOSOFIE :
Poging 1: De filosofie is een radicaal-kritische reflectie die het bekende vreemd en het vreemde bekend maakt.
RADICAAL : term begrijpen in oorspronkelijke betekenis (radix = wortel) grondig, fundamenteel en
diepgravend (filosofie gaat tot in de diepte, niets is ‘off-limits’)
Wel moet een filosoof de fundamentele zaken aanvaarden om een praktisch lid van de samenleving te kunnen
zijn (filosoof moet ook kunnen leven, niet ALLES wordt kritisch bevraagt)
Praktisch is zeker niet het eerste doel van de filosofie, wel een theoretisch zaken naar waarheid !
Aristoteles: ‘het is een teken van de voorname geest om een idee te onderhouden zonder dit te aanvaarden’
We zijn in staat om na te denken over dingen en het eigen te maken zonder dat je er noodzakelijk volledig
akkoord mee moet gaan.
In de filosofie kan je extreme, ongehoorde en soms immorele standpunten innemen, louter en alleen om
hun consequenties te doordenken. DAT MAAKT DE FILOSOFIE ZO RADICAAL !
MAAR: Is het ‘radicaal zijn’ het voorrecht vd filosofie? In alle wetenschappelijke domeinen (zelfs in de religie) is
het niet ongewoon om radicaal alle vooronderstellingen in vraag te stellen typisch kenmerk van een groot
denker. Filosofen zijn hier dus niet alleen in!
, KRITISCH : Griekse term (‘uit elkaar halen’, ‘ordenen’)
Een kritische persoon is iemand die onderscheiden kan maken, die kan inzien dat er belangrijke verschillen
tussen bepaalde dingen zijn, die alles op de juist plaats kan plaatsen.
= NIET ZOMAAR EEN STELLING AANVAARDEN OMDAT DEZE AL LANG IN GEBRUIK IS !!!
filosofen vrezen niet om opnieuw te beginnen, zonder respect voor verleden en traditie
hangt nauw samen met veelgebruikte methode : CONCEPTUELE ANALYSE
(een groot begrip in kleine begrippen opdelen)
MAAR: Is een filosoof de enige kritische geest? Deze definitie suggereert dat andere denkers onvoldoende
onderscheid maken tussen begrippen (manifest onwaar!!)
REFLECTIE: Filosofie is een contemplatieve activiteit waar men na-denkt : men probeert in gedachte
om te zetten wat er precies in de werkelijkheid is gebeurt (ze komen dus altijd wat te laat!)
filosofen proberen te wereld te begrijpen vanop een bepaalde afstand ! De taak vd filosoof is om alles te
begrijpen, niet op grote veranderingen teweeg te brengen! ( Spinoza )
niet iedereen akkoord : MARX : ‘filosofen hebben slechts de wereld anders geïnterpreteerd, het komt erop
aan ze te veranderen’ (aanklacht) filosofen zullen hierdoor vaak meer weten/begrijpen dan de persoon
middenin de actie !!
MAAR: Zijn filosofen de enige die reflecteren? Vanuit zijn discipline zal iedere wetenschapper evenzeer
nadenken over wat er precies aan het gebeuren is.
HET BEKENDE VREEMD MAKEN : ‘filosofie begint bij het verwonderen over de dingen’ – Plato
(Verwondering = een ervaring van bevreemding)
Wat anderen als vanzelfsprekend zien, gaat de filosoof net opnieuw proberen te problematiseren!
Verwondering is niet alleen het begin van de filosoof, MAAR ook het ‘beginsel’ – Cornelis Verhoeven
(iemand die stopt met zich te verwonderen is niet meer met filosofie bezig)
Vb. Socrates had een voordeel op z’n landgenoten: hij was ervan bewust dat hij niets wist (meest wijs)
HET VREEMDE BEKEND : een filosoof breekt niet enkel af, maar bouwt ook op, ze proberen ook
antwoorden te vinden op moeilijke vragen (stoppen niet in staat van verwarring = ‘aporia’)
gevaar om dogmatisch te worden, om eigen bouwwerk niet langer in vraag te stellen
EINDCONCLUSIE DEFINTIE 1: klassiek, maar niet zo goed: wat arrogant (ze zijn niet altijd de enige) + deze
defintie vereist iets te veel van een filosoof
veel filosofen zouden geen filosoof zijn én veel niet-filosofen zullen plots een filosoof worden!
,Poging 2: Filosofie is alles wat geen kunst, religie of wetenschap is.
Een goede definitie grenst goed af, én helpt om de filosofie te onderscheiden van haar anderen! (+ aandacht
besteden aan de gechiedenis van de filosofie )
RELIGIE : eerste filosofen vonden dat het te veel gebaseerd was op een externe autoriteit.
vroeger waren filosofie en religie heel nauw verbonden
Sommige christeenen mikten op een strengere scheiding : ‘de christelijke openbaring is de waarheid en de
filosofen moeten zich daarvan afzijdig houden’
KUNST : moeilijke relatie met filosofie
Kunst krijgt makkelijk een gehoor : er wordt geluisterd naar zij die goed en mooi kunnen spreken !
Plato: zeer streng tegenover kunstenaars, vond het nodig om ze te verbannen uit zijn ideale staat.
Kunst niet gericht op waarheid, louter op schoonheid ! (volgens de filosofie)
MAAR: moeilijk onderscheidt, want kunst is zeer veel met filosofie bezig ! Vaak is het de kunst die iets wil
aankaarten of vragen wil oproepen!
WETENSCHAP : Filosofie keert steeds terug op dezelfde vragen, en wetenschap hecht geen belang aan
de oorspronkelijke vraag opnieuw te stellen, wanneer deze reeds verklaart is.
vanaf de oudheid zag de filosofie zich als de koningin van de wetenschappen, als het uiteindelijke object
van de kennis. Filosofie ging de werkelijkheid beschrijven en werd gezien door Aristoteles als de hoogste
wetenschap. (Tot 1900: filosoof = +- wetenschapper)
nadien wordt filosofie overbodig verklaard door de wetenschap vb. door het positivisme
Wetenschap is gebaseerd op feiten, dat onderscheidt het van de filosofie !
EINDCONCLUSIE DEFINTIE 2: niet heel behulpzame definitie
geeft enkel mee hoe filosofie zich historisch heeft onderscheiden van andere domeinen in de werkelijkheid
Poging 3: Filosofie is wat een filosoof doet. (Maakt de filosofie vooruitgang?)
Filosofie definiëren adhv haar beginsel: verwondering.
probleem: filosoof vroeger is niet hetzelfde dat een filosoof nu !! (filosofen zien hun eigen filosofie als
een verbetering op de filosofie van vroeger: slopen voorgangers en bouwen hun eigen systeem)
filosofie boekt geen vooruitgang zoals de wetenschap, maar dat wil niet zeggen dat er helemaal geen
vooruitgang is !! (ze blijven sterk hangen in de tijd)
G.W.F. Hegel dacht veel na hierover : ‘Zijn tijd in gedachten omgezet’ ==> filosofen zijn een spreekbuis voor het
denken van hun tijd, ze maken vooruitgang door moeilijke vragen op een verfijnde manier te benaderen!
, Poging 4: Methodes en deeldomeinen (moeilijk om essentie te beschrijven)
Filosofie wordt traditioneel opgesplitst in enkele deeldomeinen (4)
binnen deze domeinen gelden ongeveer dezelfde methodes: logische argumentatie (volgens de regels van
de logica), conceptuele analyse (groot concept opdelen in kleinere concepten), mentale intuïties (vertrekken
vanuit diepgewortelde overtuigen) en het gedachte-experiment (idee rechtvaardigen door in experiment te
vergoten Vb. ‘Brain-in-a-vat’)
METAFYSICA: Algemene vragen zoals: Wat is zijn? (belangrijkste deeldomein)
= meest algemene poging op wijs te worden, het eerste in de orde van het begrijpen, je begint met te
weten wat de grond en aard is van al wat is !
bestudeert de dingen die hetzelfde blijven ondanks verandering in de wereld (Vb. Wat is ziekte?)
ETHIEK: Wat moet ik doen?
= men stelt vragen die vooral te maken hebben met normatief gedrag, we onderzoeken welke de
normen zijn naar dewelke we ons horen te gedragen!
eerste die zich hiermee bezig hielt : Socrates (centrale vraag: Wat is het goede?)
LOGICA: Hoe moet ik nadenken? Wat is goed denken?
= men gaat op zoek naar de regels voor goede argumenten: wat maakt dat mijn argumentatie waar en
gerechtvaardigd is?
we merken dat waarheid steeds meer onder vuur komt te liggen!
oorsprong logica: filosofie van Aristoteles (syllogistiek: majorpremisse + minorpremisse leiden tot
noodzakelijke conclusie)
Voorbeeld:
Major: alle mensen zijn sterfelijk
Minor: Sokrates is een mens
Conclusie Sokrates is sterfelijk
EPISTEMOLOGIE: Wat kan ik weten? Wat is waarheid?
= kenleer, onderzoekt wat het betekent om iets te weten en hoe men tot ware kennis kan komen.
gelinkt aan logica, want ook gericht op het bekomen van ware kennis!