Staats- en bestuursrecht
Deel 1: Staatsrecht
1. Inleiding
Het Belgisch recht
Publiek recht <> privaat recht
o Publiek: verticale verhouding, tussen burger en overheid
Bv. Straf- en strafprocesrecht, fiscaal recht, grondwet
Grondwettelijk recht = staatsrecht
o Privaat: horizontale verhouding, burgers onderling (burgerlijk
recht)
Bestuursrecht = algemeen belang van de burger
Gemengde rechtstakken
o Sociaal recht : privaat recht tenzij werkgever overheid is dan is
het bestuursrecht
Ambtenarenstatuut = bestuursrecht/administratief recht
o Sociaal zekerheidsrecht: pensioen, werkloosheid, .. publiek
recht
2. De algemene beginselen van het Belgisch publiek recht
De grondwet: basis van het Belgisch publiek recht
o Het ontstaan van België
1815-1830: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
België was een onderdeel
Staatshoofd = Willem I
Katholieken en liberalen toenmalige politieke
stromingen
1830: Belgische Omwenteling + onafhankelijkheid
Revolutie
Voorlopig bewind = voorlopige regering
Onafhankelijkheid: beslissing parlement verkiezen
en grondwet op te stellen
1ste parlement = Nationaal Congres
1831: Belgisch Grondwet
o Een Grondwet , wat is dat eigenlijk?
Hoofdlijnen staatsstructuur
In rechtsregels
Juridisch afdwingbaar
Iedereen moet die normen naleven; zo niet
rechtbank
Wijziging geen sinecure
Niet gemakkelijk
Strenge procedureregels
Grondwet samengevat als:
Geheel van fundamentele rechtsregels die de
werking en organisatie van de instelling bepalen, de
verhouding bepalen tussen de instelling en de
burger en tussen de instellingen onderling
De kenmerken van de Belgische staat
,o De scheiding der machten
Toewijzing van macht
Alle macht aan 1 persoon of aan 1 instelling
Of aan verschillende personen/instellingen die
verantwoording gaan geven op welke manier ze
eigenlijk de macht gaan uitoefenen
Montesquieu: ‘De l’esprit des lois’
« iedereen die macht heeft, is geneigd die te gaan
misbruiken”
De 3 verschillende machten worden door elkaar
gecontroleerd en beperkt
Wetgevende macht
Bevoegd wetten te maken
Uitvoerende macht controleren
Uitgevoerd door Parlement
o Senaat
o Kamer van Volksvertegenwoordigers
o Koning
Uitvoerende macht
Voert de wetten uit
Besturing van het land maar ook wetten naleven
Uitgeoefend door Koning en regering
Rechterlijke macht
Uitspraak over geschillen
Uitgeoefend door verschillende Hoven en
rechtbanken
Controleert de wettigheid van de daden van de
uitvoerende macht
1 overkoepelende rechterlijke macht
Federaal en regionaal niveau
Regionaal : niveau gemeenschappen en gewesten
Hebben elk uitvoerende en wetgevende macht die
losstaat van de wetgevende en uitvoerende macht
van de federale regering
Art. 33 GW: Alle machten gaan uit van de Natie. Zij worden
uitgeoefend op de wijze bij de Grondwet bepaald
,o Scheiding der machten (federaal niveau)
Art. 36. De federale wetgevende macht wordt gezamenlijk
uitgeoefend door de Koning, de Kamer van
volksvertegenwoordigers en de Senaat.
Art. 37. De federale uitvoerende macht, zoals zij door de
Grondwet is geregeld, berust bij de Koning.
Art. 105. De Koning heeft geen andere macht dan die
welke de Grondwet en de bijzondere wetten, krachtens de
Grondwet zelf uitgevaardigd, hem uitdrukkelijk toekennen
Art. 146. Geen rechtbank, geen met eigenlijke rechtspraak
belast orgaan kan worden ingesteld dan krachtens een
wet. Geen buitengewone rechtbanken of commissies
kunnen, onder welke benaming ook, in het leven worden
geroepen.
o Scheiding der machten (regionaal niveau)
Art. 115.§ 1. Er is een (Parlement) van de Vlaamse
Gemeenschap, (Vlaams (Parlement) genoemd, en een
(Parlement) van de Franse Gemeenschap, waarvan de
samenstelling en de werking worden bepaald door de wet,
aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde
meerderheid. Er is een (Parlement) van de Duitstalige
Gemeenschap, waarvan de samenstelling en de werking
door de wet worden bepaald.
Art. 121. § 1. Er is een Regering van de Vlaamse
Gemeenschap en een Regering van de Franse
Gemeenschap, waarvan de samenstelling en de werking
worden bepaald door de wet, aangenomen met de in
artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid.
Er is een Regering van de Duitstalige Gemeenschap,
waarvan de samenstelling en de werking door de wet
worden bepaald.
§ 2. Onverminderd artikel 137, omvatten de gewestelijke
, organen bedoeld in artikel 39, voor elk gewest, een
Regering.
o België is een monarchie
Staatshoofd = Koning
Republiek (president) of monarchie (Koning)
De leden van nationaal congres kozen (bijna
unaniem) voor de monarchie
Keuze voor Duitse prins met Britse vrouw, 1ste
koning
Leopold I
Beperkte persoonlijke macht
Onbekwaam en onverantwoordelijk om alleen te
handelen
Alleen bevoegdheden als hij die samen met zijn
ministers kan uitoefenen
Regering voert het staatsbeleid
Politieke invloed: luisteren, adviseren en regering
aantesporen
o Vorming regering
Erfopvolging
Volgens 1ste geboorterecht
Ook vrouwelijke nakomelingen kunnen staatshoofd
worden (1991)
Art. 85. De grondwettelijke macht van de Koning gaat bij
erfopvolging over op de natuurlijke en wettige
nakomelingschap, in de rechte lijn, van Z.M. Leopold, Joris,
Christiaan, Frederik van Saksen-Coburg en volgens
eerstgeboorterecht.
De in het eerste lid bedoelde nakomeling die huwt zonder
toestemming van de Koning of van hen die, bij gebreke
van de Koning, zijn macht uitoefenen in de bij de
Grondwet bepaalde gevallen, verliest zijn recht op de
kroon.
Hij kan echter in zijn recht worden hersteld door de
Koning of door hen die, bij gebreke van de Koning, zijn
macht uitoefenen in de bij de Grondwet bepaalde
gevallen, doch alleen met instemming van beide Kamers
Art. 88. De persoon des Konings is onschendbaar; zijn
ministers zijn verantwoordelijk.
Art. 106. Geen akte van de Koning kan gevolg hebben,
wanneer zij niet medeondertekend is door een minister,
die daardoor alleen reeds, ervoor verantwoordelijk wordt.
o België is een representatieve en parlementaire democratie
Nationaal congres moest ook bepalen wie de bevoegdheid
zou krijgen om de wetten te maken
Wetten = regels die door iedereen moeten nageleefd
worden door bevolking zelf gemaakt worden (maar de