Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Taaldidactiek H1 tm H3 €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Taaldidactiek H1 tm H3

 3 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting om (deels) door de toets van Nederlands - 4 door te komen. Dit is de samenvatting van het boek Taaldidactiek, H1 t/m H3.

Aperçu 2 sur 10  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1 t/m 3
  • 17 mai 2021
  • 10
  • 2018/2019
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting Nederlands 4 ‘Taaldidactiek’
Kennis van taal en taalverschijnselen.
Taalbeschouwing op de basisschool is reflectie op inhoud, functie en vorm van woorden en zinnen.

Kennis over taal vanuit twee perspectieven;
 Taal in gebruiksituaties: Hier richt je je aandacht op de formele aspecten van taal: regels
voor de bouw van woorden, zinnen of teksten. Dat zijn de bouwstenen van de taal.
 Taal als systeem: Taal wordt altijd gebruik in een context, en met een doel.
In dit schema zie je een overzicht hoe je naar functies van woorden, zinnen of teksten kijkt in
taalgebruiksituaties.

Taal

Taalgebruiksituatie Taalsysteem of taalstructuur

Regels voor het correct Regels en bouwstenen voor het correct
uitvoeren van construeren van

Taalhandelingen Maken gebruik Taalbouwsels
van

Taaluitingen


Elke taaluiting is een constructie van woorden en zinnen en een taalhandeling; communiceren.
Naast de regels moet je ook bewust zijn van taalgebruiksituatie; wanneer gebruik je welke woorden.

1.1 Taalsysteem: fonologie, morfologie, syntaxis, semantiek, orthografie en pragmatiek.

Fonologie: richt zich op de klankaspecten van de taal. Elk land/regio heeft zijn eigen uitspraken van
fonemen, maar het blijft één foneem.

Morfologie: hoe woordvorming, -verbuiging en -vervoeging tot stand komen.
Twee soorten:
1. Gebonden morfemen: kan aan een ander woord worden vastgeplakt, waardoor de betekenis
aangepast wordt. Gebonden morfemen voor/achter een vrij morfeem zijn voor- of
achtervoegsels.
2. Vrije morfemen: vormt in zijn eentje een woord dat niet verder op te splitsen is in
betekenisdragende delen; aap, olifant, kanjer, stam van een werkwoord.

Vier verschillende morfologische procedures:
1. Vorming van samenstellingen; twee vrije morfemen vormen samen een nieuw woord,
waarbij het tweede deel de kern is. Landkaart, wegenkaart, toegangskaart, speelkaart.
2. Vorming van afleidingen; een gebonden morfeem wordt aan een bestaand woord
toegevoegd en vormt zo een nieuw woord. Breek – breekbaar – onbreekbaar.
3. Verbuiging; een gebonden morfeem wordt aan een bestaand woord toegevoegd, maar
vormt geen nieuw woord. Meervouden, verkleiningen, trappen van vergelijking.
4. Vervoeging; lijkt op verbuiging, maar de term wordt alleen gebruikt voor
werkwoordsvormen. Werken – werk – werkt – werkte – werkten – gewerkt.

, Syntaxis; beschrijft hoe woordgroepen worden gevormd, welke zinsdelen we binnen een zin kunnen
onderscheiden en hoe we zinsdelen en woordgroepen kunnen combineren.

Semantiek; betekenissen en betekenisrelaties in een taal. Je kunt onderscheid maken tussen de
denotatieve en de connotatieve betekenis van een woord.
- Denotatieve betekenis; waar het woord of de zin in de werkelijkheid betrekking op
heeft. Deze betekenis kun je opzoeken in een woordenboek.
- Connotatieve betekenis; de overige waarde die door dat woord of in die zin wordt
uitgedrukt. Deze betekenis is voor elke cultuur anders.

Er zijn meer betekenisaspecten;
 Antoniem; tegenstelling
 Hyponiem; woorden die in betekenis door een overkoepelend begrip gedekt worden
 Hyperoniem; als het een overkoepelend begrip voor andere woorden is
 Synoniem; verschillende woorden die vrijwel hetzelfde betekenen
 Homoniem; woorden met dezelfde vorm, maar verschillende betekenis
 Polyseem; woorden met dezelfde vorm en verschillende betekenissen die aan elkaar
verwant zijn
 Sommige woorden zijn homoniem en polyseem (rijk, week, wijs)
Woorden die polyseem zijn, worden onder een trefwoord van genummerde betekenissen
voorzien.

Fonologisch betekenisverschil:
 Wíj gaan morgen naar de tentoonstelling.
Wij gaan mórgen naar de tentoonstelling.
Wij gáán morgen naar de tentoonstelling.
Morfologisch betekenisverschil:
 Boos – boosaardig – bozig – booswicht
Syntactisch betekenisverschil:
 Jan slaat Piet. Piet slaat Jan.
 Op deze adaptieve basisschool / werken / de leerkrachten / al jarenlang / met verschillende
vormen van differentiatie.
 De leerkachten / op deze adaptieve basisschool / werken / al jarenlang / met verschillende
vormen van differentiatie.
 Al jarenlang / werken / de leerkrachten / op deze adaptieve basisschool / met verschillende
vormen van differentiatie.
 De leerkrachten / werken / op deze adaptieve basisschool / al jarenlang / met verschillende
vormen van differentiatie.
 Stagiairs die alles beter weten, zijn niet welkom op de school. (beperkende bijzin)
 Stagiairs, die alles beter weten, zijn niet welkom op de school. (uitbreidende bijzin)

Orthografie; heeft betrekking op de geschreven vorm van taal en regels hoe woorden geschreven
worden.
- Het hoofdprincipe is fonologisch; je schrijft het zoals je het hoort.
- Het tweede principe is morfologisch; er zijn regels aan verbonden.
Syntactisch is voor het spellen van werkwoorden en semantiek geeft de doorslag bij de spelling van
homofonen (rouw/rauw, stijl/steil) of bij de uitspraak van homografen (bedelen, overdrijven, regent)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hannahvdbosch. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78075 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter