Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Orthopedagogiek: leerstoornissen (P0L40a) €4,48
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Orthopedagogiek: leerstoornissen (P0L40a)

 11 vues  0 fois vendu

Dit is een samenvatting van het vak 'Orthopedagogiek: leerstoornissen', gegeven in fase 3 van de opleiding 'logopedische en audiologische wetenschappen'

Aperçu 4 sur 49  pages

  • 18 mai 2021
  • 49
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
jolien2000
ORTHOPEDAGOGIEK
Leerstoornissen




17

,Introductie
Leerprobleem vs. leerstoornis
Een leerprobleem is een verzamelnaam voor leermoeilijkheden en leerstoornis.
Bij leermoeilijkheden heeft het kind problemen met het volgen op school. De oorzaak kan bij
het kind liggen of bij de omgeving.
Een leerstoornis daarentegen, is een specifiek probleem van het kind zelf met spellen, lezen
en rekenen.
Bij leerproblemen spreken we vaan lees-, spelling en rekenproblemen. Bij een leerstoornis
verwijzen we naar een andere manier om leerproblemen in te delen, namelijk op basis van
de vermoedelijke oorzaak.
ADHD, dysfagie, dyspraxie etc. zijn dus leermoeilijkheden, maar geen leerstoornis. Al kan het
spellen, lezen en rekenen ook vermoeilijken.




We moeten bepalen wat leren precies inhoud. Leren doe je nooit in een vacuüm, je moet
een bepaalde motivatie hebben en er moet een omgeving zijn waarbinnen de mogelijkheid
is om te leren. Kinderen in ontwikkelingslanden hebben andere leerkansen dan wij hier.
Er zijn verschillende zaken van belang in de omgeving en de individu.
Omgeving: (zone van naaste ontwikkeling)
- Brede omgeving: werelddeel, maatschappij, leefomgeving van het kind, zoals het
gezin = thuismilieu,
- Enge leeromgeving: klas, school, leerkracht, gebruikte leermethode  condities die
in een school gerealiseerd worden voor de kinderen


2

,Individu:
- Algemene mogelijkheden en beperkingen: gezichtsvermogen en gehoor helpt bij heel
veel vormen van leren, net zoals intelligentie  breder dan enkel de vaardigheden
voor lezen, spellen en rekenen

- Specifiek: vaardigheden die belangrijk zijn voor specifiek lezen, spellen en rekenen
 Een stoornis van deze vaardigheden noemen we primaire leerproblemen =
leerstoornis
Al de andere leerproblemen horen bij aan secundaire leerproblemen (zijn niet
minder ernstig!)

Discrepantie en intelligentie (klassieke benadering)
Het begrip “leerstoornis” bestaat nog niet zo lang. In de vorige eeuw stelden leerkrachten en
wetenschappers vast dat er een aantal kinderen zijn die toch een achterstand vertonen voor
een bepaald vak, waarbij is dat eerst niet hadden verwacht = discrepantie.
 Verschil tussen potentieel en actueel succes
Vaak hadden deze kinderen verder wel een normale ontwikkeling en intelligentie.

Potentie is niet meetbaar dus:
We proberen een leerstoornis te definiëren met bv. z-scores. Deze scores zijn normaal
verdeelt en kunnen we voorstellen in een Gaus-curve.
Dit kan voor bv. intelligentie. Hierbij is het gemiddelde = 100 en de SD = 15.
Je kan dan een genormeerde intelligentietest afnemen en kijken waar het kind zich bevindt
op de curve.
Daarna kan je een genormeerde test afnemen voor een specifieke vaardigheid zoals lezen.
Beide resultaten ga je dan vergelijken. Je kan beide scores ook vergelijken met de
normgroep en kijken of het kind ondermaats scoort op één van beiden.
 PROBLEEM 1: wanneer is het verschil groot genoeg om te spreken van een
leerstoornis?
Momenteel is er niet voldoende objectieve informatie om dit te bepalen, dus
het wordt afgesproken (1 SD, 1,5 SD of 2 SD)
 PROBLEEM 2: hangen intelligentie en de vaardigheid voldoende samen?
Bij een gaus-curve is het verband niet zichtbaar. Hiervoor gebruiken we
regressiecurves.
Een regressiecurve geeft het verschil weer tussen de voorspelde score (op basis van IQ) en
de actuele score.
 Discrepantiecriterium wordt niet meer gebruikt, omdat intelligentie en lezen, spellen,
rekenen niet 100 % samenhangen (lage correlatie).
Intelligentie is een statische maat (blijft het zelfde), terwijl een leerstoornis is dynamisch.

Combinatie van drie criteria
We gebruiken nu drie criteria om te bepalen of een kind al dan niet een leerstoornis heeft:
 Achterstandscriterium
 Hardnekkigheidscriterium
 Exclusiviteitscriterium
3

, Achterstandscriterium
Er zijn duidelijk problemen bij het verwerven van specifieke schoolse vaardigheden. We gaan
de achterstand dan bepalen via testing.
Er zijn twee manieren om het criterium te bepalen:
 Beschrijvend: er is een achterstand bij het automatiseren van specifieke
basisvaardigheden zoals spellen, lezen en rekenen
 Verklarend: er zijn problemen met de specifieke cognitieve vaardigheid die als
oorzaak wordt verondersteld
o bv. fonologische vaardigheid bij dyslexie
o bv. hoeveelheidrepresentatie bij dyscalculie
 Beide definities leiden tot een andere doelgroep. Een test van lezen geeft niet
per se het zelfde resultaat als een test van fonologie
 In Vlaanderen gebruiken we de beschrijvende uitleg.
 De wetenschap staat nog niet ver genoeg om te kunnen zeggen welk cognitief
probleem leidt tot een leerstoornis  te veel vals positieve/ negatieve
Hardnekkigheidscriterium
De problemen blijven bestaan ook wanneer voorzien wordt in adequate remediërende
instructie en oefening.
Het is niet voldoende om te kijken hoe iemand scoort op een genormeerde test, want
iedereen kan wel eens minder goed scoren, zonder dat er sprake is van een leerstoornis.
We blijven de achterstand vast stellen bij een leerstoornis: de test moet meermaals op
andere tijdstippen afgenomen worden.
 We willen zeker zijn dat de achterstand echt is, dat het iets zegt over het individu
 PROBLEEM: wanneer kunnen we zeggen dat de achterstand voldoende is ingehaald?
Er is geen ideaal criterium om dit te bepalen.

Rood: er is een inhaalbeweging:
 Bij de eerste testing scoorde het kind slechter
dan bij de laatste testing. Het kind zit in een hogere
categorie bij de laatste testing
Blauw: er is geen inhaalbeweging
 Het kind heeft vooruitgang geboekt, maar de
achterstand met de andere kinderen is nog steeds
even groot
Groen: er is geen inhaalbeweging
 Het kind heeft weinig vooruitgang geboekt, de
achterstand ten opzichte van de andere kinderen is
nog groter geworden.



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jolien2000. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

47561 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€4,48
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté