NEURO: assessment en therapie 1
Inhoud en organisatie van het OLOD
• Inleidend hoorcollege
• Canvas leerpad tot aan de paasvakantie
• Korte kennisclips
• Video/audio-fragmenten van cliënten met mini-opdrachten
• Test-je-zelf
• Hand-outs PowerPoint
• Online practica
• Afsluitend hoorcollege in functie van examen
Impact van een neurogene communicatiestoornis op de kwaliteit van leven
Schrijf zoveel mogelijk informatie over dit onderwerp op en geef aan waar in het ICF-model je deze info kan plaatsen.
Door een neurologisch probleem enorme impact op kwaliteit van leven
Dysartrie voorbeeld impact:
Activiteit: spraakverstaanbaarheid
Participatie: op tankstation werken, vermijden werken met groep
Extern: negatieve omgevingsreacties
Persoonlijk: copinggedrag: geïriteerd in kleine dingen
Neurogene communicatiestoornissen
• Succesvolle communicatie is bijzonder complex
• Indeling in 4 groepen neurogene communicatiestoornissen
• Nu voorbeelden van pure vormen maar soms ook mengvormen
Communicatie vereist de integratie van cognitieve, talige (zinnen kunnen maken), motorische (spraak, schrijven) en
gedragsmatige vaardigheden
Interactie tss 2 personen
Ntc: concept kunnen oproepen van vb appel, herkennen, waarnemen, koppelen, .. = niet talig
Als je het concept hebt kunnen oproepen → taal: woord, klank, …
Spraak gebruiken om het uit te spreken
Het woord appel zeggen
Symptomen:
Ik heb het nog nooit gezien
Het is een ding, geen peer, …
He is een a.. aii.. app.. een appel
Een apwel (heel slap)
Cognitieve communicatiestoornissen
,Naar schatting ongeveer 25 % van neurogene communicatiestoornissen (Duffy, 2020, pag. 3)
Vb KTMG en LTG: weet niet meer wat hij 2 zinnen geleden zei
Video voorbeeld: Negeert onbewust de helft van ruimte, verwarde bizarre dingen, spraak wat afgevlakt, geen oogcontact
Afasie
(Neurogene taalstoornissen)
Naar schatting ongeveer 24 % van neurogene communicatiestoornissen (Duffy, 2020, pag. 3)
Door een disfunctie in het zenuwstelsel
Het uitspreken zelf is goed, moeilijk Begrijpen complexe dingen en lezen en schrijven
Video voorbeeld: woordvindingsproblemen, problemen grammatica, cognitief perfect, geen problemen uitvoeren spraak
Spraakapraxie
(Neurogene spraakstoornis)
Naar schatting ongeveer 2 % van neurogene communicatiestoornissen (Duffy, 2020, pag. 3)
Leunt aan bij taal (zie model)
Video voorbeeld: Vloeiendheidsproblemen, weet wat hij moet zeggen maar welke klanken heb ik nodig
Probleem articulatie prosodie: duidelijk aantoonbaar hersenletsel
Dysartrie
(Neurogene spraakstoornis)
Naar schatting ongeveer 47 % van neurogene communicatiestoornissen (Duffy, 2020, pag. 3)
Echte spraakstoornis (zie model)
Cognitief in orde, taalfuncties in orde, planning en programmering in orde, MAAR probleem motoriek
Vb verlamming tong
Video voorbeeld: verlamming, geen pittige articulatie
Definitie dysartrie?
Dysarthria is a collective name for a group of neurologic speech disorders that reflect abnormalities in the strength,
speed, range, steadiness, tone, or accuracy of movements required for the breathing, phonatory, resonatory,
,articulatory, or prosodic aspects of speech production. The responsible neuropathophysiologic disturbances of control or
execution are due to one or more sensorimotor abnormalities, which most often include weakness, spasticity,
incoordination, involuntary movements, or excessive or variable muscle tone
(Duffy, 2020, pag. 3).
→ niet vanbuiten kennen, wel analyseren zie puntjes:
1. Communicatiestoornis door een neurologische
(= in het zenuwstelsel) ziekte/aandoening
• Degeneratief (‘worden erger’)
• Niet-degeneratief (‘blijven stabiel of herstellen’) vb bij cva
2. Spraakstoornis
• Oorzaak is niet een taalstoornis
• Oorzaak is niet een stoornis in niet-talige cognitie
(maar dit komt wel vaak samen voor!)
3. Verschillende soorten dysartrie = ‘dysartrietypes’
(met verschillende pathofysiologie/ hebben een verschillende oorzaak/stoornis = effecten van afwijkingen op normaal
functioneren)
Vb assymetrische tong, slappe beweging, uitslag te klein, … verschillende motorische oorzaken
4. Bewegingsstoornis (= de motorische stoornissen die we zien) bijv. stoornissen in de kracht, snelheid of
grootte van de bewegingen die betrokken zijn bij realisatie van spraak
5. Verschillende spraakcomponenten kunnen gestoord zijn
versch subsystemen die we nodig hebben om normale spraak te realisteren ademhaling: motor spraak,
Fonatie: trilling stembanden
Resonantie: resonantieruimtes
Articulatie: lippen tong, …
Prosodie: variaties th, luidh, tempo
6. Neuropathofysiologische stoornissen (= wat de oorzaken van de bewegingsstoornis zijn) zijn heel verschillend
van aard:
Bijv. spierzwakte, spasticiteit, coördinatieproblemen,
onwillekeurige bewegingen, verhoogde spierspanning, …
vb bij parkinson: spanning spieren verhoogd,…
motorische stoornissen kunnen gemeten worden vb in ledematen en tong
6. Grote invloed op levenskwaliteit van de persoon én zijn omgeving
Bijv. niet goed verstaan worden, verlies van identiteit (“we spreken zoals we zijn”), job of hobby niet meer kunnen
uitvoeren, vreemd aangekeken worden, als je spreekt, rollen niet meer kunnen opnemen (bijv. voorlezen aan
kleinkinderen), …
Horen zichzelf soms en denken, ik ben zo niet (identiteitscrisis)
, Neurologische ziekten/aandoeningen & dysartrie
• Dysartrie = neurogene spraakstoornis
Zenuwstelsel • Ziekte/aandoening situeert zich ergens
in de delen van het zenuwstelsel die
betrokken zijn bij het controleren en
uitvoeren van de spraak
Centraal Perifeer Autonoom
zenuwstelsel (CZS) zenuwstelsel (PZS) zenuwstelsel (AZS)
http://data.allenai.org
Zie cursus neuroanatomie & neurofysiologie schijf 1
Het letsel kan centraal of perifeer zijn of allebei
Indeling naar onset symptomen
• Acuut probleem = seconden/minuten - Bijv. CVA (beroerte)
• Subacuut probleem = uren/dagen/weken - Bijv. meningitis (hersenvliesontsteking)
• Chronisch probleem = maanden/jaren - Bijv. Ziekte van Parkinson (grote groep)
Onset bepaalt hoe je met deze dyrartrie moet omgaan
Indeling naar evolutie van ziektebeeld
• Niet-degeneratief
- Na het ontstaan:
▪ Transiënt (voorbijgaand), volledig herstel ▪ Stabiel/chronisch (geen evolutie)
▪ Herstellend
▪...
Piek, maar dan volledig herstel
Rechte lijn, stabiel chronisch
Langzaamaan naar beneden, herstellend
• Degeneratief
- Neemt na het ontstaan/onset toe
▪ Snel progressief bijv. ALS (stijle rechte lijn)
▪ Plotse achteruitgang met gedeeltelijk herstel bijv. kan bij MS
▪ Traag progressief (wordt langzaam maar zeker slechter) bijv. Parkinson, Alzheimer
▪...