Algemene psychologie p 2--- p130--- p170--- p216---p250---p386---p438---p486—p534---.
HF 1:
Psyche: geest
Logos: studie
psychologie
Psychologie is geen:
Lekenpsychologie (=gezond verstand, intuïtie of volkswijsheid)
Pseudopsychologie (= niet-onderbouwde psychologische aannamen die zich als wetenschappelijke
waarheid voordoen)
Grafologie: hoe mensen zich voelen op basis van hun handtekening
leesbaar= veel zelfvertrouwen en goed in zijn vel zit bv. Steve jobs
onleesbaar= hecht veel belang aan privacy en moeilijk doorgrondbaar bv. Hitler
Psychologie is een wetenschap waarbij het externe gedrag bestudeerd wordt en waarbij die
gedragsevidentie gebruikt wordt om de mentale of interne processen te begrijpen die aan dat gedrag ten
grondslag liggen.
Hermann Ebbinghaus: een van de pioniers van psychologie.
Geschiedenis:
Officiële start 1879: oprichting 1ste psychologische labo (Wundt)
Wortels in de filosofie
griekse filosofen (Plato, Aristoteles)
Universum geschapen voor de mens:
Geocentrisme Ptolemaeus
Dualisme Plato
Mens= enig wezen dat universum en rol vd mens in het universum kan begrijpen via rede
Ware kennis= product van de rede, goddelijke ingeving, intuïtie
We kunnen nadenken over onze functie als mens (filosofen over de rede)
Mentale chronometrie= een techniek waarbij men de psychologische processen in informatieverwerking
probeert te achterhalen door te kijken naar de tijd die mensen nodig hebben om allerhande taken uit te
voeren.
Ontwikkelingen in de filosofie;;
Vertaling van Griekse geschriften
goddelijke ingevingen en intuïtie als bron van kennis
God staat garant voor waarheid= geschriften van kerk zijn meest betrouwbare bron van kennis
Wetenschappelijke revolutie:
Oude wijsheden blijken niet noodzakelijk correct
Katalysator: Copernicus’ heliocentrisme 16de eeuw
Wetenschappelijke studie als nieuwe bron van kennis= observatie en experimenten
17de eeuw: Descartes en Rationalisme
Dualisme: begin toepassing wetenschap op lichaam (geest apart van lichaam) “geest is de zetel
van de rede”
, Nativisme: kennis komt tot stand via aangeboren ideeën en afgeleide inzichten dus kennis is
aangeboren
Rationalisme: ware kennis is gebaseerd op de rede, die door het toepassen van logica nieuwe
informatie afleidt uit het bestaande
Lichaam is soort van machine die wetenschappelijk onderzocht kan worden
Geest niet, centrum vrije wil en rede
17-18de eeuw: Hobbes, Locke en Hume
Empirisme: kennis komt niet tot stand via aangeboren ideeën en afgeleide inzichten maar via
zintuiglijke ervaringen
Geest= tabula rasa
Inhoud geest via zintuiglijke ervaringen = kennis door observatie
Hoe: door associaties kan onze geest verbanden leggen tussen dingen, kennis ervaren
Kennis is product van ervaring
Geest kan ook wetenschappelijk onderzocht worden
Alle menselijke kennis kwam voort uit ervaringen met externe, voelbare voorwerpen en niet van
aangeboren ideeën.
“Associaties van ideeën” : hogere ordekennis kwam tot stand door combinaties (associaties) van
eenvoudigere ideeën. Als 2 dingen tegelijk ervaren worden, dan hebben ze veel kans om mentaal
met elkaar geassocieerd te worden.
19de eeuw: Darwin
Evolutietheorie
Succesvolle voortplanting bij kenmerken aangepast aan omgeving
Mens staat op hoogste trap evolutie, maar…
Als ook mensen product zijn van evolutie, kan men hun gedrag bestuderen op wetenschappelijke
manier, NET ZOALS DIEREN.
Maatschappij is klaar om geest te beschouwen als studie-object dat kan bestudeerd worden op
wetenschappelijke wijze (19de eeuw)
Beginjaren in de psychologie:
Psychologische scholen:
Wundt:
Grondlegger academische psychologie
1ste psychologische labo in Lepizig, 1879
Wetenschappelijk onderzoek menselijke geest:
Bewustzijn:
o In welke maten moeten kleuren van elkaar verschillen om als 2 kleuren gezien
te worden
o Hoelang duurt het vooraleer we op een geluid kunnen reageren?
Introspectieve methode: naar u zelf kijken, wat inwendig in iemand omgaat
kijken naar eigen bewustzijn door objectieve, nauwkeurige rapportering gevoelens,
gedachten, herinneringen,…
Structuralisme:
Titchener, Külpe
Bestudeerde de bouwstenen van het menselijk bewustzijn
- Afgeleid van introspectie
- Uit welke bouwstenen bestaat menselijke geest?
- Hoe vormen deze bouwstenen mentale structuren?
, Introspectieve methode = subjectief en onbetrouwbaar
- Reproduceerbaarheid
- Limieten bewustzijn
- Praktisch nut structuralisme?
Titchener: elk complex proces kan gereduceerd worden tot een combinatie van
elementaire componenten: sensaties (visuele ervaringen, geluiden, geuren, smaken en
tast), beelden (ervaringen van voorwerpen die niet werkelijk aanwezig waren zoals
herinneringen) en gevoelens (emotionele reacties zoals liefde, geluk,…)
Functionalisme:
Pragmatische benadering
- Onderzoek functie bewustijn
- Hoe kan geest optimaal functioneren in zijn omgeving?
Geïnspireerd door:
- Evolutietheorie
- James “Stream of consciousness” : een voortdurend veranderende stroom van
gedachten en gevoelens
William James + John Dewey
Bewustzijn gaat niet enkel over 1 ding, het verandert continu
Studie menselijke geest moet nuttig zijn voor maatschappij
Bv. Intelligentie
- Kunnen verschillen in omgeving verschillen intelligentie verklaren?
- Kan intelligentie verbeterd worden als omgeving wordt aangepast?
= nature vs nurture debat
Gestaltpsychologie:
Wertheimer, Köhler, Koffka
- Focus op perceptie, want stuurt gedrag
o “geheel (gestalt) is meer dan som der delen”
= perceptie opdelen is zinloos >< atomisme structuralisten
o Bv. Schilderij, melodie
- Ondersteuning via visuele illusies
o Belang totaalconfiguratie
Behaviorisme: stroming waarin men het standpunt huldigt dat enkel observeerbaar, meetbaar gedrag het
onderwerp kan vormen van psychologisch onderzoek en theorievorming
Watson
- Onderzoek bewustzijn is tijdverlies
o Enkel gedrag kan objectief gemeten worden
- Psychologie = wetenschap gedrag
o Geen introspectie maar objectieve observaties gedrag in gecontroleerde
setting
- Sterk geïnspireerd door het positivisme
- Wetenschap moet streven naar objectief verifieerbare kennis
- Kennis kan enkel verworven worden door toepassing wetenschappelijke methode
S-R psychologie: stimulus (persoon, voorwerp, situatie) input hersenen output= gedrag
S lokt R uit
Zeer wetenschappelijke benadering
Veel nuttige inzichten; gedragstherapie, opvoeding
MAAR: starre, mechanische visie op mens
Namen 3 ideeën over van de posivisten: 1) theorieën baseren op directe observaties die door
anderen achterhaald kunnen worden. Dus eigenlijk een operationele definitie opstellen.
2) onderscheid maken tussen onafhankelijke variabele en afhankelijke variabelen (S-R psycho)
, 3) stelde dat een wetenschappelijke theorie bestond uit het beschrijven van de precieze relatie tussen
de onafhankelijke en de afhankelijke, liefst in de vorm van een wiskundige wet.
Psychoanalyse:
Bewustzijn en gedrag zijn oppervlakkige fenomenen
Onbewuste ervaringen en impulsen sturen ons
Genezing = inzicht in onbewuste processen
Sigmund Freud
Hermeneutiek: begrijpen van verleden
Fobies: oedipuscomplex
- Begeerte moeder
- Angst paarden = castratieangst door vader
Wees op belang van onbewuste processen
Bood richtlijnen voor de praktijk met coherente visie op menselijke psyche
Maar: niet gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek maar Freuds persoonlijke interpretaties
Hedendaagse psychologie;;
Biopsychosociale benadering
Hedendaagse psychologie houdt rekening met biologische, psychologische en sociale factoren
Niveaus van analyse: biologisch, psychologisch, sociaal
Onderzoeksmethoden:
De wetenschappelijke
methode
Steunt op empirie
- Recent
gegeven: van
rationalisme
naar empirisme
- Van nadenken of vertrekken vanuit eigen intuïtie/ervaring naar objectieve
waarnemingen en registratie van feiten
Onderzoekscyclus
1. Theorie: gebaseerd op observatie
Hoofddoel = ontwikkel theorie
2. Hypothese: gebaseerd op theorie
Kan getest worden + keuze van onderzoeker
Vereist operationalisatie = variabelen die je wil meten, vertalen naar concrete en
meetbare handelingen
Operationele definitie stellen
3. Onderzoek: test de hypothese
Beschrijvend onderzoek, correlationeel onderzoek, experimenteel onderzoek