In deze samenvatting vind je alle nodige informatie over de Nier (H12) van het vak Veterinaire fysiologie B. Het bestaat uit 22 pagina's en is zeer overzichtelijk.
H12: De nier
Belangrijkste aspecten
Belangrijkste nierfuncties
- Stabiliseren van de osmolariteit
- Regelen van de ionenconcentraties
- Verwijderen metabole afvalproducten en lichaamsvreemde
stoffen
- Homeostase van het zuur-base evenwicht
- Gluconeogenese
- Productie erythropoëtine en actief vitamine D
- Productie renine
o Deze twee dingen maken de endocriene functie van
de nier uit
- Interactie met longen (pH regeling van extracellulair vocht)
en het circulatiestelsel
Op basis van de osmolariteit van het bloed en het bloedvolume weet
de nier welke handelingen hij moet verrichten.
Figuur hiernaast. Boven de tekst ‘collecting duct’ kan je een
horizontale streep trekken waar boven de cortex zit en waaronder het
merg van de nier zit. In het merg zitten dus de lis van Henle en de
ductus colligens = verzamelbuis.
In de glomerulus ligt een vaatkluwen voor de filtratie van bloed. Dit
wordt aangevoerd door een afferente arteriole en afgevoerd door een
efferente arteriole. Geen vene dus, nog steeds een arteriole! De
glomerulus is eigenlijk een blindeindigend kanaal.
Drie functies glomerulus
- Filtratie (1)
- Reabsorptie (2)
- Secretie (3)
Deze drie functies gebeuren altijd gelijktijdig. Goed weten welke
richting de pijlen hebben in de figuur hiernaast.
Hiernaast zie je bij pijltje 1 filtratie. In de glomerulus zien we
glomerulaire filtratie via een filter. Deze filtratie houdt verplaatsing
van vocht door een semipermeabel membraan onder invloed van druk in. Deze (bloed)druk komt
vanuit de bloedbaan naar de glomerulus.
Het filter is ondoorgankelijk voor eiwitten, wel voor ionen. is het primaire filtraat vrijwel gelijk aan
bloedplasma. Het filteren is een ‘ruw proces’, omdat veel weer teruggehaald zal worden en dus niet
uitgescheden wordt.
Om de 20 minuten wordt de hele bloedplas gefilterd.
Het vinden van eiwitten in de urine kan twee zaken betekenen: er kan een probleem zijn ter hoogte
van het filter in de glomerulus (vergrootte poriën omwille van een ontsteking bijvoorbeeld), maar het
zou ook in de verzamelbuis fout kunnen gaan. Hier zouden epitheelcellen zich abnormaal kunnen
gedragen en zo de urinewaarden veranderen.
1
,Omdat glucose redelijk klein is, zal deze makkelijk uit het bloed gehaald worden en in de primaire
urine belanden. Dit zal later echter teruggehaald worden en dus niet in de definitieve urine terug te
vinden zijn.
Een tweede functie van de glomerulus is reabsorptie. Hier zal bijvoorbeeld glucose terug worden
opgenomen om niet verloren te gaan. Dit resorberen is een fijner proces. We gaan bruikbare
producten terughalen naar de bloedbaan. Dit doen we ter hoogte van de proximale ductus naar de
peritubulaire capillairen. Afvalstoffen zullen vrijwel niet terug worden opgenomen natuurlijk.
De laatste functie is het secreteren van stoffen in de urine. Dit gaat van de peritubulaire capillairen
opnieuw naar de proximale tubulus. Bepaalde secreten zullen IN het tubulusepitheel aangemaakt
worden en zo in de urine komen en dus niet uit het bloed afkomstig zijn. Zo kan de concentratie van
stoffen in de urine hoger zijn dan in het filtraat.
Urine
- Eenmaal in het nierbekken zal de inhoud van de urine niet meer veranderen
- Geen belangrijke hoeveelheden nutriënten in terug te vinden
- Wel grote hoeveelheden afvalstoffen (denk aan ureum)
- Normaal is de osmolariteit van urine hoger dan plasma
- Afvalproductie en uitscheiding gaat door,
ook bij lagere vochtopname
Functionele morfologie
Bouw van een nefron
De tubulus is blindeindigend ter hoogte van de
glomerulus. De andere kant zal overgaan in een
afvoergang die over zal gaan in verzamelbuizen die
in het nierbekken zullen uitmonden.
Je ziet hiernaast goed dat de peritubulaire
capillairen afkomstig zijn van de efferente
arteriolen. Ze zullen overlopen in de vasa recta.
Hierna krijgen we par het veneuze deel van het
nefron. Alles hiervoor is dus arterieel.
Twee typen nefronen
- Corticale: glomeruli in de buitencortex,
korte lussen van Henle
o (Kort-e-re = cor-ti-caal)
- Juxta-medullaire: dicht bij de medulla, diepe
penetrerende lussen van Henle
Het verschil zit dus in de hoogte in de cortex met de
glomerulus en de lengte van de lissen van Henle.
Langere lussen van Henle = hoger geconcentreerde
urine. Weinig water in de omgeving = zeer
geconcentreerde urine maken en zoveel mogelijk water
behouden (dieren in droge omgevingen).
Bouw van een glomerulus
2
, De glomeruli vinden we enkel terug in de cortex van de nier. In de glomerulus vinden we een
netwerk van glomerulaire capillairen.
Het geproduceerde filtraat is zoals eerder vernoemd dus in normale omstandigheden eiwit-vrij!
De afferente arteriole zorgt voor bloedtoevoer, de efferente voor de afvoer. De efferente arteriole is
verder verbonden met de peritubulaire capillairen, welke weer verbonden zijn met de venulen via de
vasa recta.
Tussen het binnenste en buitenste membraan van de glomerulus vinden we de ruimte van Bowman.
Tubulair systeem
We hebben het nu over het afvoeren van de primaire urine via een buizensysteem. De wand hiervan
is eenlagig met een basaalmembraan. Het dubbelwandige kapsel noemen we het kapsel van
Bowman. De ruimte van Bowman zal het filtraat ontvangen. Het tubulair systeem bestaat uit:
- Proximale tubulus
- Lis van Henle
- Distale tubulus
- Verzamelbuizen of ductus colligens
De distale tubulus zal in de buurt van de
glomerulus met de afferente en efferente
arteriolen (bij de vaatpool dus) een macula
densa vormen. Dit is een omvorming van de
cellen in de wand van de distale tubulus.
Naast de macula densa kennen we ook de
juxtaglomerulaire cellen: deze zullen renine
produceren. Deze cellen liggen in het
interstitium en grenzen aan de macula densa
en de arteriolen ter hoogte van de vaatpool
(zie hiernaast).
Om van het glomerulaire filtraat naar daadwerkelijke urine te komen hebben we een extensief,
selectief reabsorptieproces bij passage doorheen de tubuli.
De belangrijkste actie is het resorberen van water. Dit gebeurt in de proximale tubulus. Hier vinden
we veel microvili en kubische cellen. De microvili zorgen voor een oppervlaktevergroting voor het
resorberen.
De finale urine-samenstelling ter hoogte van de distale tubuli en verzamelbuizen wordt bepaald door
hormonen. Hier speelt onder andere ADH een rol: aquaporiën inschakelen in de verzamelbuizen.
Daarnaast heeft aldosterone ook een rol.
Urinewegen
Dit bestaat uit: 2 nierbekkens, 2 ureters, 1 urineblaas en 1 urethra. Eenmaal in het nierbekken en de
blaas zal de samenstelling van de urine nier meer veranderen en dus ook geen water meer
absorberen. De epitheliale bekleding is sterk gevouwen zodat de blaas kan uitrekken.
Het paard is een uitzondering: hier hebben we nog secreterende cellen die mucine produceren. De
functie hiervan is onbekend.
Op de overgang ureter naar blaas vinden we geen sfincter. Hierdoor kan een blaasinfectie makkelijk
opklimmen naar de nieren. Bij een urinelozing worden de ureters echter dichtgedrukt door hun
diagonale ofwel schuine inplanting in de blaaswand. Zo is retrogade flow onmogelijk en kan urine dus
niet terugstromen naar de nieren bij het plassen.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur koetjesUA. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.