Sam Syniawsky
BIJZONDER STRAFRECHT Prof. Dr. Daniel De Wolf
Bijzonder strafrecht gaat over de verschillende misdrijven, die we terugvinden in boek II van
het Strafwetboek → Beknopt Handboek Bijzonder Strafrecht: de misdrijven van boek II van
het Strafwetboek
We gaan een aantal misdrijven van het strafwetboek bekijken!
Je moet uw oude cursus strafrecht nog eens bekijken (algemeen strafrecht)
Een niet geannoteerd wetboek (tenzij larcier)
Examen:
- Openboek examen
- Mondeling examen – schriftelijke voorbereiding
- Kleine casussen waarbij je moet nadenken maar ook de cursus mag hanteren
→ Multiplechoice vragen (zeggen waarom je iets wel/niet gekozen hebt)
- Tijdsbeperking!
Bestanddelen, begrippen en toepassingen, met rechtspraak en doctrine (aard en
bijzonderheden van het bijzonder strafrecht niet kennen
1
,Sam Syniawsky
DEEL 1: MISDRIJVEN TEGEN MENSELIJKHEID, INZAKE TERRORISME, TEGEN DE
GRONDWET EN TEGEN DE OPENBARE TROUW
HOOFDSTUK 1: ERNSTIGE SCHENDINGEN VAN HET INTERNATIONAAL HUMANITAIR
RECHT
Niet kennen
HOOFDSTUK 2: TERRORISTISCHE MISDRIJVEN
Niet kennen
HOOFDSTUK 3: MISDRIJVEN DIE DOOR DE GRONDWET GEWAARBORGDE
RECHTEN SCHENDEN
Zoals de titel zelf aangeeft gaat het om de bescherming van rechten en vrijheden bepaald
door de Grondwet tegen aantastingen door openbare ambtenaren in de uitoefening van het
ambt (“ambtenarenmisdrijven”).
Openbare ambtenaren = personen die door rechtstreekse of onrechtstreekse delegatie door
de wet een deel van de overheidsmacht uitoefent. Bepaalde misdrijven zijn ruimer
geformuleerd.
Deze bepalingen zijn in elk geval niet van toepassing op bijzondere personen, dit is de
terminologie gehanteerd door het Strafwetboek om gewone particulieren aan te duiden. Een
aantal van de gedragingen worden echter ook strafbaar gesteld in de titel van de misdrijven
tegen personen wanneer ze gepleegd worden door bijzondere personen (art. 434-436 Sw.).
Indien het misdrijf gepleegd wordt door een openbaar ambtenaar maar buiten de uitoefening
van het ambt dan zijn ook deze misdrijven van toepassing.
De wetgever heeft dus de misdrijven niet ingedeeld op basis van het voorwerp, doch wel op
basis van de hoedanigheid van de dader.
Volgende misdrijven worden voorzien voor openbare ambtenaren:
- Wederrechtelijke aanhouding en gevangenhouding (art. 147, 155, 156, 157 en 159 Sw)
- Woonstschennis (art. 148 Sw.)
- Daad van willekeur tegen de rechten (art. 151 Sw.)
- Aantasting van ministeriële of parlementaire immuniteit (art. 158 Sw.)(niet kennen)
WEDERRECHTELIJKE AANHOUDING EN GEVANGENHOUDING (ART. 147, 155, 156,
157 EN 159 SW)
1. BESTANDDELEN
Bestanddelen van de wederrechtelijke aanhouding en gevangenhouding:
- Hoedanigheid: ieder openbaar officier of ambtenaar, ieder drager of agent van het
openbaar gezag of van de openbare macht in uitoefening ambt.
- Aangehouden, doen aanhouden, gevangenhouding, doen gevangenhouden.
- Wederrechtelijk en willekeurig
- Moreel bestanddeel: bijzonder opzet → Als er niets vermeld wordt gaat het meestal om
een algemeen opzet in plaats van een bijzonder opzet
Art. 147 Ieder openbaar officier of ambtenaar, ieder drager of agent van het openbaar
gezag of van de openbare macht, die wederrechtelijk en willekeurig een of meer personen
aanhoudt of doet aanhouden, gevangen houdt of doet houden, wordt gestraft met
gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar.
De gevangenisstraf is zes maanden tot drie jaar, indien de wederrechtelijke en
willekeurige vrijheidsberoving langer dan tien dagen duurt.
2
,Sam Syniawsky
Duurt zij langer dan een maand, dan wordt de schuldige veroordeeld tot gevangenisstraf
van een jaar tot vijf jaar.
Hij wordt bovendien gestraft met geldboete van vijftig [euro] tot duizend [euro] en kan
worden veroordeeld tot ontzetting van de rechten, genoemd in [artikel 31, eerste lid], 1°, 2°
en 3°.
2. BEGRIPPEN, RECHTSPRAAK, TOEPASSINGEN
➢ Hoedanigheid: ieder openbaar officier of ambtenaar, ieder drager of agent van het
openbaar gezag of van de openbare macht
Zie ook valsheid in geschriften.
Openbaar ambtenaar = personen die door rechtstreekse of onrechtstreekse delegatie door
de wet een deel van de overheidsmacht uitoefent.
Openbaar officier = de titularis van een openbaar ambt door de wet ingesteld (bv. notaris,
gerechtsdeurwaarders, en advocaten bij het Hof van Cassatie wanneer zij optreden in
burgerlijke zaken of handelszaken voor het Hof van Cassatie)
Drager of agent van de openbare macht (FR: force public) = personen die de openbare
macht uitoefenen zijn deze die wetten of opdrachten van de uitvoerende of rechterlijke macht
uitvoeren (bv. militairen, de politie,…)
Openbaar gezag (FR: autorité public) = dit is wellicht nog ruimer vermits het verwijst naar
eenieder die (tijdelijk) bekleed is met een deel van het openbaar gezag. Zeker is dat een deel
van deze noties elkaar overlappen
Doctrine
Volgens bepaalde doctrine heeft het minder zin de juiste draagwijdte van deze begrippen te
achterhalen. Het omvat alle personen die tot een publieke administratie behoren en bekleed
zijn met het imperium (met verwijzing naar Nypels en Servais).
➢ Uitoefening ambt
De daad moet gesteld worden in het kader van de ambtsuitoefening, op bevel van een
meerdere of op eigen initiatief. Als de ambtenaar buiten zijn ambt in een private
aangelegenheid (of met private middelen) de gedragingen stelt, dan is er aanleiding de
corresponderende misdrijven onder de titel misdrijven tegen de personen toe te passen.
Rechtspraak: Het bevel kan mondeling gegeven worden (Hof van Cassatie, 8 januari 1890).
➢ Aanhouding
Aanhouden = met dwang het ontnemen van de vrijheid van komen en gaan. Dit kan van
korte duur zijn. De duur is van geen belang. Dit is een ogenblikkelijke daad. → De persoon
kan niet meer vrij bewegen
Het kan zeer kort zijn (bv. wanneer men de persoon gewoon doet stoppen), maar het kan
ook lang duren.
➢ Gevangenhouding
De gevangenhouding = het blijvend ontnemen van de vrijheid van komen en gaan door deze
onder dwang op een bepaalde plaats te houden.
In beide gevallen gaat het om het zelf doen of laten doen (art. 147 Sw) of als men weet dat
iemand wederrechtelijk wordt gedetineerd dit laat gebeuren (art. 155-157 Sw) of als men
verrast wordt dit niet doet staken (art. 153 Sw).
3
, Sam Syniawsky
➢ Wederrechtelijk
De aanhouding en de gevangenhouding zijn onwettig wanneer ze niet voortvloeien uit een
uitdrukkelijke wetsbepaling af als ze zonder naleving van de bij de wet gestelde vormen
werden verricht.
➢ Willekeurig
De term lijkt dubbel gebruik te maken met wederrechtelijk. De bedoeling van de wetgever is
echter anders: men wou aangeven dat de ambtenaar die onder druk of misleid wordt vrijuit
gaat.
➢ Moreel bestanddeel: opzet
Rechtspraak:
De wettekst geeft geen indicaties over het vereiste opzet. Toch oordeelde rechtspraak dat
een bijzonder opzet zou vereist zijn, namelijk de kwaadwilligheid of eigenzinnigheid om
zonder wettelijke regel of voorschrift gehandeld te hebben (Hof van Cassatie, 26 september
1990; dit was ook de stelling van Nypels).
Doctrine:
De doctrine was zeer verdeeld over de kwestie. De parlementaire werken gaven eerder aan
dat “onvrijwillig handelen” onvoldoende was en dat er “afwezigheid van goede trouw” moest
zijn, wat men zou kunnen vertalen als de vereiste van een algemeen opzet.
Andere doctrine sprak dan weer van een situatie waar de ambtenaar niet onwetend kon zijn
dat zijn daad wederrechtelijk was.
Nog andere doctrine sprak van “een zware onverschoonbare fout”.
WOONSTSCHENNIS
1. BESTANDDELEN
Bestanddelen van de woonstschennis
- Hoedanigheid: ieder openbaar officier of ambtenaar, ieder drager of agent van het
openbaar gezag of van de openbare macht in uitoefening ambt
- In de woning van een ingezetene
- Tegen diens wil binnendringt buiten de gevallen die de wet bepaalt en zonder
inachtneming van de vormen die zij voorschrijft
- Moreel bestanddeel
2. BEGRIPPEN, RECHTSPRAAK EN TOEPASSINGEN
➢ Ieder openbaar officier of ambtenaar, ieder drager of agent van het openbaar gezag
of van de openbare macht in uitoefening ambt.
Hiervoor kan integraal verwezen worden naar de uiteenzetting bij de wederrechtelijke
aanhouding.
➢ Woning
De woning dient niet in de zin van het burgerlijk wetboek te worden verstaan, maar wel in
een ruime zin van het woord, meer bepaald zoals in artikel 15 van de Grondwet.
Rechtspraak:
Het Hof van Cassatie heeft geoordeeld dat onder het begrip woning, in de zin van artikel 15
Grondwet, moet worden verstaan de plaats, met inbegrip van de erdoor omsloten eigen
aanhorigheden, die een persoon bewoont om er zijn verblijf of zijn werkelijke verblijfplaats te
vestigen en waar hij uit dien hoofde recht heeft op eerbiediging van zijn persoonlijke
levenssfeer, zijn rust en meer in het algemeen zijn privéleven (Hof van Cassatie, 23 juni
1993).
4