1. INLEIDING
1.1 DEFINITIE VAN PERSOONLIJKHEID
persoonlijkheid = de verzameling van psychologische trekken en mechanismen binnen een individu, die
georganiseerd en relatief stabiel zijn, en die de interacties met en de aanpassingen aan de intrapsychische,
fysieke en sociale omgeving beïnvloeden
o “verzameling van psychologische trekken”
Trekken = eigenschappen die verschillen – gelijkenissen tussen mensen beschrijven
Gemiddelde neigingen = de gemiddelde uiting van een bepaalde
persoonlijkheidstrek
(bv. als iemand hoog scoort op agressiviteit betekent dit dat die tov de gemiddelde
persoon vaak agressief uit de hoek komt)
Naargelang de persoonlijkheid van een persoon gaat men proberen om het gedrag
van een persoon proberen in te schatten
o “mechanismen” = een systeem van input – beslissingsregels en output
Input = de prikkel die binnenkomt
(bv. geduwd worden door iemand)
Beslissingsregel = hoe ga ik daarop reageren
(bv. dit door je agressieve persoonlijkheid interpreteren als een vijandige actie)
Output = het uiteindelijke gedrag
(bv. de persoon in kwestie terug een duw geven)
o “binnen een individu, die georganiseerd en relatief stabiel is”
Georganiseerd = het is een coherent samenhangend geheel – al onze
persoonlijkheidstrekken hangen allemaal samen en vormt zo onze persoonlijkheid
Het is relatief stabiel doorheen de tijd
Het is consistent over situaties heen
o “interacties met de aanpassingen”
Interactie tussen persoon en omgeving
Onze P kan ervoor zorgen dat wij situaties anders gaan interpreteren =
perceptie
(bv. als je achterdochtig bent dan ga je in een straat sneller denken dat
iemand je achtervolgd)
Soms kan je intentioneel dingen aan de situatie veranderen zodat deze
beter past bij je Ptrekken = manipulatie
Door onze eigenschappen kunnen wij soms reacties van mensen uitlokken =
uitlokking
Adaptief functioneren = wij kunnen flexibel omgaan met de stress, uitdagingen en
problemen die we tegenkomen terwijl we onze levensdoelen trachten te realiseren
Soms passen we ons beter aan aan bepaalde situaties
Maladaptatie = wanneer onze P ervoor zorgt dat we ons op een negatieve
manier aanpassen aan een situatie
o “intrapsychische, fysieke en sociale omgeving”
Fysieke omgeving = bepaalde angsten tegenkomen
(bv. overleving, veiligheid)
Sociale omgeving = relatie tegenover andere mensen
(bv. liefde, respect, er willen bijhoren…)
1
, Intrapsychische omgeving = onze eigen psychische systemen zorgen ook voor
uitdagingen
(bv. herinneringen, gedachten…)
1.2 TERMINOLOGIE
3 manieren om naar P te kijken
o Individuele verschillen = manier waarop mensen van elkaar verschillen of op elkaar lijken
o Persoonlijkheid = de trekken zelf maar ook de attributiestijl
o Temperament = deze trekken zijn bijna allemaal bepaald door onze Ptrekken
1.3 PERSOONLIJKHEIDSPSYCHOLOGIE
persoonlijkheidspsychologie = tak van de psychologie die zich bezighoudt met het bestuderen van
persoonlijkheid
o Impliciete Ptheorieën
Intuïtief
Selectieve waarneming
Vaak evaluatief
o Wetenschappelijke Ptheorieën
Beschrijven menselijke kenmerken
Persoonlijkheid wordt gezien als iets psychologisch
Niet direct observeerbaar
Determinant van het gedrag
3 analyseniveaus
o Zoals alle anderen = hoe ieder van ons
op een manier is zoals alle anderen
o Zoals sommige anderen = kijken naar
de groepsverschillen
o Zoals niemand anders = kijken naar de
mate waarin iemand uniek is tov
iemand anders
Nomothetisch onderzoek = bestuderen van groepen om
zo gelijkenissen te vinden tussen groepen om zo universele wetmatigheden te ontdekken over de mens
Ideografisch onderzoek = bestuderen 1 individu om zo diepgaand te kijken naar de persoonlijkheid
Theorie vs onderzoek
o Persoonlijkheidstheorieën
Een goede theorie
Voorziet richtlijnen voor verder onderzoek
Verklaart en organiseert reeds bestaande bevindingen
Maakt voorspellingen over gedrag en psychologische fenomenen
Theorie vs overtuiging
Overtuiging voldoet niet aan de wetenschappelijke evaluatiecriteria
o Heuristische waarde = theorie leidt tot nieuwe ontdekkingen
o Toetsbaar
o Spaarzaamheid = beter iets op een makkelijke manier uitleggen
dan een moeilijke manier
2
, o Compatibiliteit = de theorie mag niet in tegenstelling staan met
andere zaken
2. PERSOONLIJKHEIDSTHEORIEËN
2.1 DISPOSITIONELE THEORIEËN
wat zijn persoonlijkheidstrekken?
o Fundamentele en universele bouwstenen van de persoonlijkheid
o Typerende kenmerkende karakteristieke eigenschappen
o 2 punten
Trekken zijn zaken die relatief stabiel zijn in de tijd
Trekken zijn consistent over situaties heen
o Verschillende visies
Het is intern in ons aanwezig
We dragen het mee doorheen verschillende situaties
Het is verklarend om te laten zien hoe mensen zich gedragen
o Causaliteit = er zit een oorzaak in de manier waarop wij ons
gedragen
Trekken kunnen ook sluimerend aanwezig zijn zonder dat het zichtbaar is in
ons gedrag
Men zegt dat trekken niets meer zijn dan een verzameling van handelingen die vaak
voorkomen
Identificeren van trekken
o Lexicale benadering = belangrijke, relevante individuele verschillen zijn gecodeerd in onze taal
Trekken worden bepaald door 3 criteria
Gebruiksfrequentie = hoe vaker je een woord gebruikt hoe belangrijker de
trek is en des te groter dat de kans is dat deze wordt opgenomen in een
theorie
Synoniemfrequentie = hoe meer synoniemen er voor een woord bestaat
des te groter is de kans dat deze trek wordt opgenomen in een theorie
Cross-culturele universaliteit = in hoe meer talen een bepaalde trek bestaat
des te groter de kans dat deze wordt opgenomen in een theorie
o Statistische benadering = dan gaat men vanuit alle trekken die
bestaat de belangrijkste eruit halen door middel van statistische
bewerkingen uit te voeren
Factoranalyse = identificeren van grote, onderliggende
dimensies om aantal items te kunnen reduceren
Groepeert Ptrekken die sterk correleren en
gemeenschappelijke kenmerken hebben
Evolutie van trektheorieën
o Allport
Lexicale benadering
Identificeerde 18.000 Ptrekken
Reduceerde deze tot 4.500 stabiele Ptrekken
Gedrag is iets variabel en constant
Constant = persoonlijkheid
Variabel = de situatie
o Cattell
Deed empirisch onderzoek naar de structuur van de persoonlijkheid
3
, Vertrok van de 4500 Ptrekken van Allport
Kwam uiteindelijk op 16 Ptrekken = 16PF Questionnaire
o Moeilijk te repliceren
o Eysenck
Elke belangrijke Pdimensie is in mate erfelijk en heeft een fysiologische basis
Na een factor analyse kwam hij bij 3
basistrekken = PEN-model
Extraversie = mate waarin
iemand sociaal, actief… is
Neurocitisme = meet de
mate waarin we gevoelig
zijn voor negatieve emoties
Psychocitisme = geen
empathie hebben, wreed
zijn voor het leed van
anderen EN werd
gecombineerd met creativiteit
2.1.1 FIVE-FACTOR MODEL
Fiske
o Maakte de eerste versie hiervan
o Werkte verder op de theorie van Cattell
o Vele onderzoeken gedaan
o Gekomen op 5 factoren
Neuroticisme
Extraversie
Openheid
Aangenaamheid
Gewetensvolheid
Paul Costa en Robert Mccrae
o Kwamen tot 3 factoren
Neurotisicme
Extraversie
Openheid
Dit vond men te weinig dus hebben ze er nog 2 bijgevoegd
o Neuroticisme
o Extraversie
o Openheid
o Aangenaamheid
o Consiëntieusheid
o 1985 = publicatie
o 1992 = betere uitwerking van de aangenaamheid en consientieusheid
o 2005 = herformulering
The big five
o Extravertie vs introvertie
Extravertie
Sociabel
Spraakzaam
Assertief
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur silkebastiaensen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.