Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Basisboek psychologie, ISBN: 9789046905784 €6,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Basisboek psychologie, ISBN: 9789046905784

9 revues
 219 vues  29 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Hierin wordt alle belangrijke informatie uit het basisboek psychologie beschreven. De belangrijke begrippen zijn makkelijk terug te vinden. Die zijn namelijk rood gemarkeerd. Het is per hoofdstuk opgedeeld.

Aperçu 3 sur 27  pages

  • Oui
  • 23 mai 2021
  • 27
  • 2020/2021
  • Resume

9  revues

review-writer-avatar

Par: emmahaasdijk • 1 jours de cela

review-writer-avatar

Par: josefiendeheij • 2 année de cela

Traduit par Google

Everything is clearly described, all the chapters you need to know are in it

review-writer-avatar

Par: annevos2 • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: maudambu • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: hildevanasten • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: stefanieplas • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: KayleeOtte • 3 année de cela

Afficher plus de commentaires  
avatar-seller
PSYCHOLOGIE TENTAMEN
SAMENVATTING

Hoofdstuk 1, blz. 53-59

Genetische aanleg van kind komt overeen met genetische aanleg van ouders. Als je in een muzikaal
gezin opgroeit, wordt de aanleg uitvergroot. De genen die via de ouders worden doorgegeven, wordt
het genotype genoemd (niet zichtbaar). Het fenotype is dan weer de set van zichtbare
eigenschappen (lengte, oogkleur, intelligentie, creativiteit, verlegenheid, etc.).

Soms kan je indirect een genotype afleiden aan het zichtbare fenotype. Als iemand blauwe ogen
heeft weet je namelijk dat hij twee recessieve genen heeft voor blauwe ogen. Het fenotype wordt
beïnvloed door de omgeving waarin je opgroeit. Als je verlegen bent kan je omgeving dit voor later
verhelpen door je te stimuleren om contacten te maken met andere kinderen.

Junk-DNA is de naam voor stukken DNA op de genen die nog geen bekende functie hebben. Meer
dan 95 procent van het menselijk DNA wordt beschouwd als junk-DNA.

Het hele nature-nurturedebat speelt al een lange tijd. Nature is veroorzaakt door aanleg en nurture
heeft alles te maken met de opvoeding en omgeving. Door de jaren heen wordt er steeds iets meer
naar een bepaalde kant geleund. Tegenwoordig weten we dat beiden factoren een rol spelen bij het
ontstaan van gedrag en dat ze zelfs niet zonder elkaar kunnen.

Als een kind met aanleg voor muzikaliteit om muziekles vraagt en dat ook krijgt, dan wordt dit gen-
omgevingscorrelatie genoemd. Correlatie betekent hier samenhang. Er bestaan 3 typen gen-
omgevingscorrelaties die op verschillende leeftijden actief zijn:
- Passieve gen-omgevingsverband: vind plaats omdat biologische ouders, die genetisch
verwant zijn aan het kind, zonder er erg bij na te denken een opvoedingsomgeving aan het
kind bieden die bij zijn aanleg past.
- Evocatieve gen-omgevingsverband: treedt op omdat de genetische gevormde eigenschappen
van een kind bepaalde reacties bij andere mensen uit hun omgeving uit lokken die deze
eigenschappen versterken. De reacties versterken de aanwezige aanleg: vrolijk kind krijgt een
enthousiaste oppas en een vervelend kind wordt gestraft door de oppas. Het een lokt het
ander uit.
- Actieve gen-omgevingsverband: treedt op bij kinderen die al wat ouder zijn en bij
volwassenen. De persoon is dan in staat om zelf de omgevingen te kiezen die bij zijn aanleg
passen.

Er bestaat ook zoiets als gen-omgevingsinteractie. Interactie betekent wisselwerking. Hiervan is
sprake als het effect van de genen veranderd wordt door een bepaald soort omgeving en omgekeerd,
als het effect van de omgeving afhankelijk is van een bepaalde genetische opmaak. Het wordt ook
wel aangeduid als G x O. De x wijst op het versterkende effect van beide factoren.

Het strelen en wiegen van een baby is erg belangrijk voor de ontwikkeling. Kangoeroeën wordt
daarom erg aanbevolen. Er is sprake van kangoeroeën bij huid-op-huid contact tussen ouders en hun
baby’s. Het wordt ook wel buidelen genoemd. Door het geregelde intensieve contact leren ouder en
kind elkaar kennen en bouwen ze een band op.




Hoofdstuk 2

,De werking van iemands DNA is afhankelijk van een omgeving met bepaalde kenmerken. Aanhangers
van deze visie noemen dit erfelijk voorbereid gedrag. Werk maakt sterk en vooral op jonge leeftijd.
Als jij vroeg begint met sporten worden naast je spieren ook je botten sterker, op latere leeftijd is dit
niet meer zo.

De ontwikkeling van ons lichaam, zenuwstelsel en hersenen is afhankelijk van drie factoren (deze drie
factoren kennen ook een interactie):
- Erfelijkheid; de algemene structuur is vastgelegd in de genen. Zo krijgt iedereen 2
hersenhelften en z’n 90 miljard zenuwcellen.
- Omgeving; de taal die een kind leert en/of welke sport hij beoefend is allemaal afhankelijk
van de omgeving.
- Oefening; de organisatie van de hersenen is erg afhankelijk van eigen inzet. Motivatie,
oefening en volharding speelt allemaal een rol.

De ontwikkeling van onze hersenen:

1. Neurogenese: het ontstaan van zenuwcellen. De ontwikkeling leidt tot ongeveer 90 miljard
neuronen tijdens de zwangerschap.
2. Synaptogenese: de geboorte van verbindingen (heel veel) tussen de neuronen. Dit proces
heeft invloed op de flexibiliteit en specialisatie van de hersencellen.
3. Pruning: het terugsnoeien van (aantallen) verbindingen tussen neuronen op grond van
ervaringen en oefeningen. Als je een bepaalde verbinding weinig gebruikt wordt deze
achtergesteld en vervangen door een verbinding die je wel vaak gebruikt. Dit vindt plaats als
het brein aan het specialiseren is.
4. Neutraal netwerk: dit is een groep zenuwcellen die onderling verbonden zijn en
samenwerken bij een bepaalde vaardigheid. Zo’n netwerk strekt zich meestal uit over
verschillende hersengebieden.

Ons brein heeft een enorme capaciteit om te reorganiseren en kan zowel veranderen in het
functioneren als in de prestaties (het vermogen van ons brein om heel flexibel te zijn). Dit wordt
plasticiteit of kneedbaarheid genoemd.

De verschillen in onze breinen worden veroorzaakt door de drie factoren: erfelijke aanleg, input
vanuit de omgeving en oefening. Op de factor oefening slaat de uitspraak ‘use it or lose it’: gebruik
het, anders verlies je het. De dikte van de hersenschors zal alleen toenemen als je daartoe
gemotiveerd bent, als je van je ouders op vioolles moet maar niet gemotiveerd bent dan verdikt de
hersenschors dus niet.

De hersenen zijn levenslang te beïnvloeden, plasticiteit is alleen het grootst op jonge leeftijd.
Onderzoek heeft ook uitgewezen dat het aanleren van sommige vaardigheden alleen goed kan
plaatsvinden, als het gebeurt tijdens zogenoemde sensitieve (of gevoelige) perioden. Dat zijn de
tijdsperioden in de ontwikkeling waarin een kind makkelijk een bepaalde vaardigheid leert te
ontwikkelen.

De plasticiteit neemt af bij het ouder worden, maar verdwijnt niet. Sinds een aantal decennia weten
we dat ons brein toch wel nieuwe hersencellen aanmaakt na de geboorte. Dit proces noemen we
volwassen neurogenese. Hoewel er hierover nog veel onduidelijk is, is het wel bekend dat er nieuwe
hersencellen aangemaakt worden in de hippocampus. De hippocampus is een hersendeel dat aan de
binnenzijde van je slaapkwab ligt.

, Puberhersenen (of tienerhersenen) kennen een enorme groeispurt, maar dan vooral in één specifiek
deel: de frontale kwab. Hier worden in het begin van de puberteit nog veel nieuwe synapsen
aangelegd en axonen gemyeliniseerd; een paar jaar later treedt de pruning op. Door deze groeispurt
is het gedrag van een puber vaak anders ten opzichte van zowel kinderen als volwassenen. Ze kennen
gemiddeld gezien minder remmingen, zoeken vaker risico’s op en laten zich vooral door vrienden
beïnvloeden.

Moederhersenen en vaderhersenen zijn een manier van uitdrukken om duidelijk te maken dat de
hersenen van een jonge ouder op zo’n manier veranderen en zich aanpassen aan de nieuwe situatie,
dat hij beter in staat is om adequaat te reageren op de signalen van het jonge kind.

Bij een beroerte of CVA is de zuurstoftoevoer naar de hersenen ever verstoord. De therapie Contraint
Induced (Movement) Therapy kan worden gegeven aan mensen die al enige tijd geleden een
beroerte hebben gehad. Het is een behandelvorm van de gevolgen van een beroerte. De
behandelvorm bestaat uit het fixeren van de niet-verlamde arm gecombineerd met training van de
verlamde arm. De training is intensief en kent een groot aantal herhalingen.

Positieve omgevingsinvloeden op het brein:
- Use it or lose it
- Bewegen en sport
- Een goede nachtrust
- Gezonde voeding
 Schijf van vijf of de actieve voedingsdriehoek. Omega 3-vetzuren zijn erg belangrijk want
deze dragen bij aan een goede myelinisatie van de hersenen.
- Met denken de hersenen veranderen
 Visualiseren: het creëren van een mentaal beeld over een gewenste situatie.
 Psychotherapie: behandelmethoden van psychosociale problemen en psychische
stoornissen door psychotherapeuten.
 Meditatie: geestelijke of spirituele oefening waarbij vaak de aandacht op een bepaald
onderwerp wordt gericht en het de bedoeling is dat opkomende gedachten en gevoelens
geaccepteerd worden.
- Vriendschappen en sociale contacten

Negatieve omgevingsinvloeden op het brein:
- Negatieve invloeden tijdens de zwangerschap
 Denk aan alcohol, drugs of stress tijdens de zwangerschap.
- Aanhoudende stress na de geboorte en trauma’s
 Iemand die veel stress ervaart maakt te veel van het stofje cortisol aan, dit heeft dus een
te hoge concentratie en houdt lang aan, wat slecht is.
- Armoede
- Alcohol- en middelengebruik door jezelf


Hoofdstuk 3, blz. 103-111 + 130-133

Het proces waarin zintuigen prikkels uit de omgeving opvangen noemen we gewaarwording. Die
prikkels worden als zenuwimpulsen naar de hersenen gestuurd. De interpretatie, betekenisgeven,
herkenning, enzovoort die in de hersenen plaatsvindt noemen we waarneming. Dat is per definitie
een subjectief proces, je neemt nooit alles om je heen waar.

Selectiviteit is een van de waarnemingsprocessen. Het slaat op ons vermogen om binnenkomende
prikkels te ordenen en al naargelang het belang, er aandacht aan te besteden of juist te negeren.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur evivanderkooij. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

56326 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  29x  vendu
  • (9)
Ajouter au panier
Ajouté