Enkel deze sv geleerd en door in eerste zit (13/20)! Beknopte samenvatting van de cursus Administratief Recht, geschreven en gedoceerd door prof. Steven Lierman, uit de eerste bachelor rechten aan de KU Leuven. Aangevuld met notities. In deze samenvatting geen ellenlange zinnen, maar duidelijk gest...
Samenvatting Administratief Recht (PUBI) – 1BA Rechten, KU Leuven 2020-2021
Lierman, S. (2020). Publiekrecht I. Administratief recht. Acco.
Inhoudsopgave
DEEL 1 – PUBLIEKRECHT IN PERSPECTIEF ......................................................................................... 3
HOOFDSTUK 1 – BASISBEGRIPPEN EN CENTRALE THEMA’S VAN HET PUBLIEKRECHT............................................. 3
AFDELING 2 – DE GRONDWET ....................................................................................................................... 3
AFDELING 3 – HET BESTUUR ......................................................................................................................... 3
AFDELING 4 – ENKELE CENTRALE THEMA’S VAN HET PUBLIEKRECHT ...................................................................... 5
HOOFDSTUK 2 – BRONNEN VAN HET PUBLIEKRECHT .................................................................................... 6
AFDELING 2 – HET LOKALE, VLAAMSE EN BELGISCHE BESTUURSNIVEAU ................................................................ 6
HOOFDSTUK 3 – VERHOUDINGEN IN DE GELAAGDE RECHTSORDE ................................................................... 7
AFDELING 4 – VERHOUDINGEN TUSSEN DE CENTRALE OVERHEID EN DE LOKALE BESTUREN ....................................... 7
DEEL 2 – BESTUUR EN ZIJN VERSCHIJNINGSVORMEN ...................................................................... 9
HOOFDSTUK 1 – BESTUUR: BEGRIP, BEGINSELEN, VERSCHIJNINGSVORMEN EN VORMEN VAN TOEZICHT .................. 9
AFDELING 1 – BEGRIP (ADMINISTRATIEVE) OVERHEID ........................................................................................ 9
AFDELING 2 – VERSCHIJNINGSVORMEN VAN HET BESTUUR ................................................................................. 9
AFDELING 3 – VORMEN EN INTENSITEIT VAN TOEZICHT EN GEORGANISEERDE BESTUURLIJKE BEROEPEN .................... 13
HOOFDSTUK 2 – LOKALE BESTUREN: ORGANISATIE, WERKING EN BEVOEGDHEDEN ........................................... 16
AFDELING 2 – GRONDWETTELIJKE PRINCIPES, BEVOEGDHEIDSREGELING EN WETTELIJKE BEPALINGEN ....................... 16
AFDELING 3 – ORGANEN EN DIENSTEN VAN DE GEMEENTEN, HUN WERKING EN BEVOEGDHEDEN ............................ 17
AFDELING 4 – ORGANEN EN DIENSTEN VAN DE PROVINCIES, HUN WERKING EN BEVOEGDHEDEN ............................. 18
AFDELING 5 – VERZELFSTANDIGING .............................................................................................................. 20
AFDELING 6 – INSPRAAKMOGELIJKHEDEN VOOR DE BURGER ............................................................................. 21
AFDELING 7 – BESTUURLIJK TOEZICHT ........................................................................................................... 21
AFDELING 8 – AANSPRAKELIJKHEID............................................................................................................... 22
DEEL 3 – ACTIEMIDDELEN EN WERKING VAN HET BESTUUR .......................................................... 23
HOOFDSTUK 1 – BESTUURSHANDELING .................................................................................................. 23
AFDELING 1 – BESTUURLIJKE RECHTSHANDELING ............................................................................................ 23
AFDELING 2 – BIJZONDERE BESTUURSHANDELINGEN ....................................................................................... 25
HOOFDSTUK 2 – CONTRACTEREN MET DE OVERHEID (DAVID D’HOOGHE)...................................................... 28
AFDELING 1 – TOEPASSELIJKHEID VAN HET BURGERLIJK RECHT OP AL DE OVEREENKOMSTEN MET DE OVERHEID? ........ 28
AFDELING 2 – DE OVERHEIDSOPDRACHTENREGLEMENTERING ........................................................................... 29
HOOFDSTUK 3 – ENIGE NOTIES VAN AMBTENARENRECHT ........................................................................... 33
AFDELING 1 – RECHTSTOESTAND VAN HET OVERHEIDSPERSONEEL...................................................................... 33
AFDELING 2 – BELANG VAN STATUTAIRE VERHOUDING .................................................................................... 33
AFDELING 3 – WIE REGELT HET STATUUT VAN HET OVERHEIDSPERSONEEL? ......................................................... 33
AFDELING 4 – GRONDWETTELIJKE VRIJHEDEN EN STATUTAIRE RECHTEN EN PLICHTEN ............................................ 34
AFDELING 5 – TUCHTRECHT ........................................................................................................................ 34
AFDELING 6 – ORDEMAATREGELEN .............................................................................................................. 35
1
,HOOFDSTUK 4 – OPENBAAR DOMEIN .................................................................................................... 36
AFDELING 1 – ONDERSCHEID TUSSEN PRIVAAT EN OPENBAAR DOMEIN ............................................................... 36
AFDELING 2 – AFFECTATIE EN DESAFFECTATIE ................................................................................................ 36
AFDELING 3 – BIJZONDERE BESCHERMING VAN GOEDEREN BEHOREND TOT HET OPENBAAR DOMEIN EN RELATIVERING 36
AFDELING 4 – PRIVAAT GEBRUIK VAN HET OPENBAAR DOMEIN .......................................................................... 36
AFDELING 5 – STATUUT VAN DE GOEDEREN VAN HET PRIVAAT DOMEIN .............................................................. 37
DEEL 4 – GRONDRECHTEN EN FUNDAMENTELE RECHTSBEGINSELEN IN DE VERHOUDING MET DE
OVERHEID ..................................................................................................................................... 38
HOOFDSTUK 1 – ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN EN BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR: ALGEMEEN KADER .... 38
AFDELING 2 – SITUERING VAN DE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR T.A.V. DE OVERIGE ALGEMENE
RECHTSBEGINSELEN ................................................................................................................................... 38
AFDELING 3 – OORSPRONG ........................................................................................................................ 38
AFDELING 4 – INDELING VAN DE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR............................................................. 38
AFDELING 5 – KENMERKEN EN TOEPASSINGSGEBIED ........................................................................................ 39
AFDELING 6 – PLAATS IN DE HIËRARCHIE DER NORMEN .................................................................................... 39
AFDELING 7 – BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BURGERSCHAP ............................................................................. 39
AFDELING 8 – BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR IN DE GELAAGDE RECHTSORDE ........................................... 39
HOOFDSTUK 2 – OVERZICHT VAN ENKELE BELANGRIJKE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR .......................... 41
AFDELING 1 – INLEIDING ............................................................................................................................ 41
AFDELING 2 – PROCESSUELE BEGINSELEN ...................................................................................................... 41
AFDELING 3 – INHOUDELIJKE BEGINSELEN...................................................................................................... 42
HOOFDSTUK 3 – OPENBAARHEID VAN BESTUUR ....................................................................................... 44
AFDELING 1 – ONDERSCHEID ACTIEVE EN PASSIEVE OPENBAARHEID ................................................................... 44
AFDELING 2 – RECHTSGRONDSLAG EN PERSONEEL TOEPASSINGSGEBIED.............................................................. 44
AFDELING 3 – ACTIEVE OPENBAARHEID ......................................................................................................... 44
AFDELING 4 – PASSIEVE OPENBAARHEID........................................................................................................ 44
DEEL 5 – RECHTERLIJK TOEZICHT OP DE OVERHEID ........................................................................ 47
HOOFDSTUK 1 – RECHTSBESCHERMING TEGEN HET BESTUUR ...................................................................... 47
AFDELING 1 – ONDERSCHEID EN VERHOUDING TUSSEN HET ADMINISTRATIEF EN HET JURISDICTIONEEL BEROEP EN DE
GEVOLGEN ............................................................................................................................................... 47
AFDELING 2 – JURISDICTIONEEL MONISME EN JURISDICTIONEEL PLURALISME ....................................................... 48
AFDELING 3 – WETTIGHEIDSTOEZICHT DOOR DE GEWONE HOVEN EN RECHTBANKEN ............................................. 49
AFDELING 4 – WETTIGHEIDSTOEZICHT DOOR DE RAAD VAN STATE ..................................................................... 50
AFDELING 5 – ADMINISTRATIEVE RECHTSCOLLEGES ......................................................................................... 51
AFDELING 6 – HOF VAN JUSTITIE.................................................................................................................. 51
HOOFDSTUK 2 – SCHADEVERGOEDING ................................................................................................... 53
AFDELING 1 – SCHADEVERGOEDING BIJ ONRECHTMATIGE OVERHEIDSDAAD ......................................................... 53
AFDELING 2 – SCHADELOOSSTELLING BIJ RECHTMATIGE OVERHEIDSDAAD............................................................ 53
HOOFDSTUK 3 – STRAFRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN PUBLIEKRECHTELIJKE LICHAMEN ........................... 55
AFDELING 1 – STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS EN LEDEN VAN EEN GEMEENSCHAPS- OF
GEWESTREGERING ..................................................................................................................................... 55
AFDELING 2 – STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN PUBLIEKRECHTELIJKE RECHTSPERSONEN ................. 55
2
,Deel 1 – Publiekrecht in perspectief
Hoofdstuk 1 – Basisbegrippen en centrale thema’s van het publiekrecht
Afdeling 2 – De grondwet
Eenheidsstaat, centralisatie en decentralisatie
• 2 betekenissen bij centralisatie en centrale overheid
o Als gezagsstructuur = 3 machten vormen samen centrale overheid
o Als organisatiebeginsel = ook provincies en gemeenten zijn centraal
georganiseerd; centrale administratie ten dienste van politieke organen bij
uitvoeren lokaal beleid
Afdeling 3 – Het bestuur
Trias politica / horizontale machtenscheiding
• Bestuur in beginsel voor UM
o In feite ook: lokale besturen
o WM en RM doen soms ook bestuurlijke beslissingen
• Max Weber: aan formele regels en procedures gebonden bureaucratie
o Niet de ambtenaar, maar minister moet zich verantwoorden in parlement
o Nu: verzelfstandiging è overheidstaken privatiseren
Verhouding tussen regering en administratie en belang van administratieve rekenplichtigheid
• Verscheiden overheidsdiensten
o Geen homogene administratie
o Hiërarchisch gestructureerd
• Grip krijgen op ambtenarij en administratie
o Politisering van de ambtenarij
o Politieke verantwoordelijkheid bij minister
o Spoils system (VS) = nieuw verkozen president kan top (of soms volledige)
administratie vervangen door personen op wie hij kan vertrouwen dat ze zijn
beleid getrouw en snel uitvoeren
o Ministeriële kabinetten
• Administratieve rekenplichtigheid
o Openheid van zaken geven: inzicht in beleid en motieven
§ In de vorm van audits, rapporten en jaarverslagen
o Ambtenaren kunnen administratief en tuchtrechtelijk verantwoordelijk w
gehouden bij verkeerd handelen/verzuimen aan hun plichten
o Ombudsfuncties: klachten van burgers en ondernemingen behandelen
§ België: federale ombudsmannen + per autonoom overheidsbedrijf of
groep verbonden bedrijven + gemeenschappen/gewesten/provincies +
grote steden + specifieke domeinen
Verreikende overheidstussenkomst
• Algemeen en bijzonder bestuursrecht
3
, o Bijzonder bestuursrecht: regelgeving inzake publieke voorzieningen, veiligheid,
bescherming, noodplannen etc.
o Algemeen bestuursrecht: vindt zijn bestaansreden in het bijz. bestuursrecht;
algemene regels en beginselen waaraan het bestuur voor al zijn handelen
gebonden is
• Ontbreken van codificatie van het algemeen bestuursrecht
o Verspreid over supranationale normen, (grond)wetten, reglementen,
besluiten, …
o Veel niet verankerd in wetgeving: wel in rechtsleer en rechtspraak
o Europees bestuursrecht
§ Regels en beginselen over organisatie en werking van het bestuur van
de EU
§ Europese instrumenten die (on)rechtstreeks doorwerken in het
nationale bestuursrecht
o Bevoegdheden binnen eenzelfde domein verspreid over federale en regionale
bestuurslagen è Belgisch en Vlaams bestuursrecht vormen nooit homogeen
kader
o Overkoepelend Bestuursdecreet van 7 dec 2018: decreten gebundeld met
uniforme begrippen
Bijzondere prerogatieven en verplichtingen van het bestuur
• Discretionaire bevoegdheid = laat het bestuur een beleidsruimte
• Gebonden bevoegdheid = resultaat van overheidshandelen is afhankelijk van
toepassing van de wet
• Prerogatieven van het bestuur
o Bestuurlijke RH: bestuur kan eenzijdig de rechtstoestand van de bestuurde
wijzigen zonder zijn instemming (ó louter feitelijke RH)
§ Le privilège du préalable = RH moet w nageleefd zonder dat wettigheid
door rechter moet w vastgesteld (te weerleggen met bestuurlijk of
jurisdictioneel beroep)
§ Le privilège de l’exécution d’office (uitvoerbare kracht) = RH is
uitvoerbaar zonder voorafgaande tussenkomst van rechter (maar niet
gedwongen)
o Eenzijdige administratieve sancties
o Overheidsgoederen niet altijd voorwerp van beslag/andere maatregelen
o Openbare dienst kan niet failliet verklaard worden
• Verplichtingen van het bestuur
o Rechtsgeldig beslissingen nemen: procedures en vormvoorschriften naleven
§ Wetten op de openbare dienst
§ Beginselen van behoorlijk bestuur
§ Openbaarheid van bestuur
o Vaak pas beslissing nemen na advies van andere instantie of openbaar
onderzoek
o Formele motiveringsplicht (art. 2 Wet motivering bestuurshandelingen)
o Interne/externe controles + hiërarchisch/bestuurlijk toezicht van andere
besturen
o Niet altijd vrij om contractspartij te kiezen
4
, Evolutie naar een meer horizontale verhouding tussen bestuur en burger: inspraak en
participatie
• Participatie = het op een vrijwillige wijze beïnvloeden van de besluitvorming van de
overheid door particuliere actoren, op een door de overheid georganiseerde wijze
• Organisaties van burgers moeten beantwoorden aan: representativiteit,
rekenplichtigheid en transparantie
• Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
o Hoorplicht
• Passieve openbaarheid = recht op informatie wanneer burger hierom vraagt
• Actieve openbaarheid = recht op informatie wanneer overheid spontaan informatie
moet aanleveren
• Initiatiefrecht van burgers om eigen beleidsvoorstel in te dienen (Bestuursdecreet)
• Conflicten tussen burger en overheid
o Bemiddeling: partijen trachten zelf vrijwillig tot een oplossing te komen met
onpartijdige bemiddelaar
o Ombudsman (in procedure van RvS)
Afdeling 4 – Enkele centrale thema’s van het publiekrecht
Afbakening van het overheidsbegrip en vervagende grens tussen publiek en privaat
• Overheidsbegrip “administratieve overheid” in de zin van de RvS (dus: aanvechtbaar
bij RvS?) è art. 14 RvS-wet
1. Oprichting/erkenning door de overheid
2. Belast met taken van algemeen belang
3. Controle door de overheid
4. Eenzijdige bindende beslissingsbevoegdheid
• Nieuw overheidsdenken: privaat ondernemerschap en vrije marktdenken
• Grens privaat en publiek
o Organiek criterium: hoedanigheid van de betrokken personen (duidelijke band
met de overheid)
o Inhoudelijk criterium: functie van de rechtsregels/instelling (algemeen belang?)
o Instrumenteel criterium: gehanteerde technieken
• Bestuurlijke verzelfstandiging = overdracht van overheidstaken aan interne/externe
diensten, instellingen of ondernemingen è bepaalde bijz. regels die gelden voor de
overheid w ook van toepassing op bep. privaatrechtelijke rechtspersonen
o Administratieve overheid
• Overheid gebruikt soms ook privaatrechtelijke technieken voor publieke doelstellingen
• Publiek-private samenwerking (PPS): gedeeld risico tussen publieke overheid en
private personen
5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur apfelstrudel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.