1. In eigen woorden en met concrete voorbeelden illustreren dat begrip
van adolescentiepsychologie een voorwaarde is voor een
proffesionele begeleiding van secundair onderwijs.
Adolescentiepsychologie is een onderdeel v/d ontwikkelingspsychologie en
beschrijft en verklaart het gedrag van adolescenten. Als leraar secundair
onderwijs moet je de verandering die gepaard gaan met de adolescentie
kennen, anders is het moeilijk om professioneel te kunnen begeleiden. Focus
in lerarenopleiding ligt dus op de adolescentiepsychologie.
Concreet voorbeeld:
Een jongen gooit een boek naar het bord. Indien je als leraar enkel blindstaart
op het gooien v/h boek, kan je de jongen op geen enkele goede manier
begeleiden.
2. Verschillende ontwikkelingsdomeinen kunnen opnoemen:
Identiteitsontwikkeling: wie ben ik?
Sociale ontwikkelng: vrienden, Facebook, …
Cognitieve ontwikkeling: zich in de plaats stellen van anderen, eigenwijs,
onzeker
Morele ontwikkeling: wat is goed of fout?
Seksuele en lichamelijke ontwikkeling: lichamelijke veranderingen
3. Verschillende ontwikkelingsdomeinen herkennen in casussen.
4. Ontwikkelingspsychologische theorieën en concepten in correcte
terminologie uitleggen aan de hand van gegeven casussen.
5. Omschrijven wat ontwikkelingspsychologie als tak binnen de
psychologie bestudeert.
Psychologie wil menselijk gedrag beschrijven en verklaren. O psychologie blikt
terug op O proces van een mens, aaneenschakeling van veranderingen, het
doorlopen van een reeks toestanden, verandering en vooruitgang zijn 2
essentiële kenmerken van O. O laat zich als een getrapt proces beschrijven
waarin elke volgende trede op een ‘hoger’ niveau staat en meer op het
eindresultaat lijkt dan de trede die eraan voorafging.
Definitie uit boek:
O wordt opgevat als een reeks progressieve veranderingen die tot hogere
niveaus van differentiatie en functioneren leiden.
,*O = ontwikkeling(s)
6. Rijping en leren definiëren als 2
voorwaarden om tot ontwikkelen te komen.
Rijping:
Verandering en vooruitgang op 2 niveaus: van
klein naar groot (groei) en van eenvoudig naar
complex (differentiatie) VB. eerste woordjes.
Leren:
Verwerven van kennis en vaardigheden op basis
van ervaring. Die ervaring doen we op door actief
in contact te treden met de omgeving.
Beide processen zijn nodig om resultaat te krijgen. Iemand kan snel rijp zijn
maar er geen stimulans voor hebben gekregen, dan gebeurt er niets. Steeds
hoger niveau van functioneren, volwassenheid.
7. Begrippen
Levensloop:
Levensloop van mensen bestaat uit aantal fasen, die een vaste volgorde
hebben en een bepaalde onderlinge samenhang vertonen.
Fase:
Fase is een tijd waarin mensen voorspelbare overeenkomsten in lichamelijke
en geestelijke ontwikkeling vertonen. In iedere fase heeft het menselijke
functioneren een eigen kwaliteit. Vb. een baby brengt grootste deel van zijn
tijd slapend door en is afhankelijk van zijn omgeving.
Periode:
Deel van een fase
Adolescentie:
Adolescentie heeft in loop v/d tijd veel verschillende betekenissen gehad. Het
is de fase tussen kindertijd en volwassenheid in levensloop v/d mens.
Pubertijd:
Beginperiode adolescentie.
8. Ontwikkelingsfases in chronologische volgorde omschrijven:
Baby: 0 - 1 jaar
o Baby zolang kind nog niet loopt.
o Het eerste levensjaar is de groei- en het ontwikkelingstempo heel
hoog.
o Op motorisch gebied zijn de vordering spectaculair
o 1ste levensjaar ontstaat een gehechtheidsrelatie 1 v/d
belangrijkste ontwikkelingen
Peuter: 1 - 4 jaar
o Ondernemend en zelfbewust
o Nieuwe leerervaringen en verkenningsmogelijkheden door nieuwe
vaardigheden
,*O = ontwikkeling(s)
o Spraakontwikkeling krijgt boost basis van sociale- en
communicatieve vaardigheden
o Denken en handelen vanuit eigen belevingswereld. Vb. pijn
Kleuter: 4 - 6 jaar
o Op andere kinderen gericht / buitenspelen aantrekkelijker
o Rijke fantasie aanwezig
o Uitbreiding omgeving omdat ze naar school gaan
Lagere schoolkind: 6 - 12 jaar
o Onderwijs is belangrijke plaats
o Naast school ook contact via sport- en hobbyactiviteiten
Adolescent: 12 - 18 jaar
o Lichamelijke veranderingen door puberteit
o Seksuele belangstelling komt naar boven
o Identiteitsontwikkeling
Jongvolwassene (late adolescentie): 18 - 22 jaar
o Aangaan van verplichtingen
o Maatschappelijke positite
o Persoonlijke relaties
Volwassenen: >22 jaar
o Groeiende zelfstandigheid
9. De 2 deelperiodes met hun kenmerken in de adolescentiefase
beschrijven
Vroege adolescentie (puberteit): 12 - 15 jaar
o Lichamelijke + seksuele ontwikkeling puberteit
o Losmakingsproces tussen adolescent en ouders
o Belang van vrienden
Midden adolescentie: 15 - 18 jaar
o Experimenteren
o Belang vrienden
Late adolescentie: 18 - 22 jaar
o Persoonlijke relaties
o Maatschappelijke positie
o Aangaan van verplichtingen
10. Puberteitsperiode situeren binnen de ruime adolescnetiefase
Begin adolescentie = puberteit, hiermee wordt periode van geslachtsrijping
bedoeld. Het is een periode van lichamelijke veranderingen, 12 - 15 jaar is de
situering van leeftijdsgroep.
11. Het verband tussen leeftijd en gedrag toelichten en illustreren
met voorbeelden
Wat mensen denken, doen en voelen is niet toevallig maar komt onder andere
voort uit behoeften. Daarbij ligt de relatie met leeftijd voor de hand. Een baby
heeft andere behoeften dan een volwassene. Uiteraard hebben ze ook
overeenkomstige behoeften, bv. De behoefte aan eten en drinken.
Ook in de manier waarop ze die behoefte bevredigen zijn er overeenkomsten
en verschillen. De relatie tussen leeftijd en gedrag blijkt dus uit 2 zaken: ze
behelst zowel de onderwerpen waar mensen zich mee bezighouden als de
manier waarop ze daarmee bezig zijn.
, *O = ontwikkeling(s)
De relatie tussen leeftijd en gedrag blijkt dus uit 2 zaken: ze behelst zowel de
onderwerpen waar mensen zich mee bezig houden als de manier waarop ze
daarmee bezig zijn. Voorbeelden: taal verschilt tussen jongeren en ouderen,
onderwerpen verschillen zeker en vast. Bij jongeren meestal over iets heel
indrukwekkends, over wat er op tv te zien is, bij ouderen over de
maatschappij, wat er gebeurt met de wereld.
12. Verklaren dat leeftijdskenmerken die voor het ‘gemiddelde’
opgaan niet opgaan voor iedereen
Dertienjarigen staan aan begin van leeftijdsfase waarin opvallende
veranderingen plaatsvinden. Iedere persoon veranderd tijdens die fase in
allerlei opzichten. Lichamelijk, sociaal en emotioneel. Niet alle veranderingen
vinden echter bij iedereen op dezelfde leeftijd plaats. Denk maar aan de rijpe
en de late bloeiers.
Vb. sommigen doorlopen een fase zonder tegenkantingen, anderen kunnen
een fase doorlopen met veel conflicten. Bij de laatste geldt vastgelegde
leeftijdskenmerken niet.
13. Verklaren dat leeftijdsgrenzen die voorkomen in de literatuur
slechts richtinggevend zijn en soepel moeten gehanteerd worden.
Wat in de literatuur is opgenomen over ’13-jarige jongen’ en ‘de meisjes van
13’ zijn dan ook gemiddelde dertienjarige toepassingen en gelden niet voor
alle dertienjarigen.
Vb. Iemand kan lichamelijk gezien vroeg rijp zijn maar in emotioneel opzicht
nog tamelijk kinderlijk zijn.
14. Adolescentiefase binnen historisch perspectief plaatsen
Vroeger
De oudeheid
o Op basis van schriftelijke bronnen
o Wetenschappelijke discussie nu geneigd tot JA
Middeleeuwen
o Geen jeugd nog discussie over
o Tot 1750 geen aparte jeugdfase
Verzorging tot 12 jaar
Vanaf 12 jaar: arbeid, dezelfde kledij als volwassene,
verantwoordelijk
Verlichtng
o Mentaliteitsverandering na 1750
o “De ontdekking van het kind” Ariès, 1973 Kinderkamer,
kinderspeelgoed
o 2 verlichte filosofen: Locke & Rousseau
Heden
Tot 1750 was er geen jeugd. Nu willen steeds meer volwassene jeugdig
blijven/zijn.
15. Verklaren dat en waarom ‘jeugd een sociale (culturele) constructie
(= dwz ‘gemaakt’ door de mens, niet universeel en van alle tijden) is.
Puberteit (puur lichamelijke verandering tijdens de adolescentiefase) is van
alle tijdens maar adolescentiefase met nog andere kenmerken (Bv.
Experimenteren of bv. Ook de lengte van adolescentiefase, …) is grotendeels
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yoranlamirand. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.