Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting filosofie en ethiek €6,99   Ajouter au panier

Notes de cours

Samenvatting filosofie en ethiek

1 vérifier
 107 vues  7 fois vendu

Samenvatting met daarin alle notities van iedere les

Aperçu 4 sur 49  pages

  • 25 mai 2021
  • 49
  • 2018/2019
  • Notes de cours
  • Barbara verdonck
  • Toutes les classes
Tous les documents sur ce sujet (24)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: isabellemouton • 1 année de cela

avatar-seller
HV25
Filosofie en ethiek
“wat menen we te weten”
Begrippen  niet éénduidig en glibberig
Ethiek  mensen oordelen snel
Historisch ontstaan filosofie
Zelfontdekking Logos als de plaats van waarheid
Tekst Parmenides (540 v.Chr.)
 Uitspraak die cruciaal is voor cultuur + we kunnen er niets mee aanbrengen
 “het zijn is en het niet-zijn is niet”
o Het zijn = datgene wat eeuwig en onveranderd is = de waarheid
o Niet-zijn = de wereld zoals we die concreet ervaren, die we zintuiglijk kunnen waarnemen =
empirische werkelijkheid
 onderscheid zal ganse cultuur uitmaken

 Enkel het zijn is!
 Verschillen tussen de wereld die we denken en de wereld die we zien
 Worden = veranderen van toestand
 Met uitspraak ben je niets!
o 2 “gebieden” (zijn en niet-zijn)
o Kloof te groot tussen 2 gebieden
o Uitspraak strookt niet met concrete werkelijkheid, ervaring (beweging en veranderlijk)



4 grote periodes in geschiedenis:
 Authentieke Tijd 500v.Chr – 300 na Chr
o Parmenides
 Middeleeuwen 300 na Chr – 16e eeuw
 Moderniteit 16e eeuw - 1850
 Hedendaagse Tijd
 filosofen alles bekritiseren

Authentieke tijd Middeleeuwen Moderniteit Hedendaagse tijd
Plato Augustinus Descartes Nietzsche
Aristoteles Thomas van Aquino Kant H. Arendt
Utilitaristen <-> Kant
Plato (427 – 347 v.Chr)
Tegen wie of wat reageert hij? + uitgangspunt?
 Reageert tegen Parmenides
o Plato is volkomen eens tegen Parmenides maar reageert tegen uitspraak waar dat kloof
tussen zijn en niet-zijn te groot is omdat het niet strookt met de concrete ervaring
o Dus hij is niet “tegen” maar reageert tegen zijn uitspraak
 Reageert ook op bepaalde gebeurtenis die hem heeft aangegrepen: Socrates drinkt de gifbeker

, o Socrates = leermeester van Plato
o Plato wilt project van Socrates verderzetten
 Socrates reageerde tegen relativisme van de Sofisten
 Sofisten = soort leraars
 Hij vond dat het moreel niet kon wat sofisten deden
 Socrates stelt vraag “wat is rechtvaardigheid nu echt?”
 = waarheidsvraag
o Plato waarheidsvraag Socrates opentrekken niet louter morele kwesties meer
 maar vraag stellen naar ware werkelijkheid (in geheel)

 Uitgangspunt:
o “Hoe moeten we dan verandering denken”



Gedachte-experiment
 Basisintuïtie Parminedes
o Plato volgt die intuïtie van Parminedes
 Gebied waar dingen anders zijn
 Gebied waar dingen vastligt
 Verband tussen verschillende verschijningsvormen
o Bv. verschillende paarden zoals klein zwart paard en groot wit paard (niet-zijn)
o IDEE (Grieks: Eidos)
 = het niet zintuiglijk waarneembaar verband tussen verschijningsvormen
 Vaste eeuwige vorm  kan je zelf niet zien, maar wel begrijpen
 Plato: transcendent (overstijgt) concrete wereld
 Wereld vol ideeën = het zijn
 Iets anders zien, maar hetzelfde begrijpen
 2 werelden
o Zijn wordt bij Plato een wereld vol ideeën
o Niet-zijn
 Plato zal zeggen dat het ‘niet-zijn’ toch een beetje kan ‘zijn’
o Hebben verband met elkaar
o Afschaduwingsrelatie = Mimèsis (nabootsing)
 Ideeën = volmaakte vormen
 Onvolmaakte afschaduwing van volmaakte idee (paard)
 Mens ervaart of begrijpt wereld als geordend  ordening zal door de tijd wijzigen
o 1. Ordening gebeurt vanuit participatie
o 2. Ordening vanuit gemeenschap
 Ideeën hangen met elkaar samen vanuit hiërarchisch verband
o Plato : “al die ideeën zijn volmaakte eeuwige vormen, maar lage liggende ideeën in
hiërarchie zijn specifieker dan hoge liggende (hoge zijn algemener)”
o Bv. Zoogdier is algemener dan paard en koe
o Alle ideeën hebben dit met elkaar gemeen = ze zijn volkmaakt!
 Hoogste idee = volmaakte zelf


 Datgene dat eerste oorzaak is , idee volmaakt, idee goed, waar, almachtig = God (bij filosofen)

,  Wereld van het zijn = ware werkelijkheid = werkelijkheid die je niet kunt zien
o Plato: Waarheid  iets dat eeuwig en onveranderbaar is

“Hoe moeten we deze wereld kennen?”
 Plato is eerste die spreekt over ‘ware kennis’
o Vinden met ethiek (ware morele houding van de mens  mens gericht op waarheid)

 Allegorie (= metafoor in verhaalvorm) van de Grot
o Lange tijd in grot : als je naar buiten kijkt zie
je NIETS
o Volmaakte vormen
 Omdat zon daarop schijnt wordt
schaduw geworpen in grot, dus
mensen in grot denken dat dat de
werkelijkheid is
o Lange tijd in licht kijken: je kijkt plots in grot ,
dan zie je NIETS
 Kritisch denken
o Morele taak om terugkeren naar de grot
volgens Plato
e
 2 functie grot: Plaats van het idee van het goede: de ZON
o Zon hebben we nodig om licht te schijnen
 Morele, ethiek: grens tussen goed en kwaad
o Zon: houdt het goede vast omdat het de taak is van de filosoof om de waarheid over te
brengen
 Mens moet gericht zijn op waarheid
 Mens pas moreel als hij zijn verstand gebruikt, denken

 Kennis = het vatten van iets algemeens of abstract (Plato)
o Kennen van de wereld = abstraheren van de wereld
o Kennis van het ‘niet-zijn’ is geen ware kennis = DOXA
 DOXA (of mening)= kennis over de wereld waarin wij concreet leven, de wereld die
veranderlijk is
 Gevolg: kennis in die wereld is ook veranderlijk
 DOXA: kennis is juist tot ze veranderd
 Bv. Samenstelling van beton is juist tot ze verandert (omdat de wereld
verandert)
= altijd juist, maar niet waar!

 Kennis die waar moet zijn  object van die kennis = het volmaakte (ideeën)
 Epistème = ware kennis
o Kennis over iets dat niet verandert
o Bij Plato: de ideeën

Epistèmè (=kennen van het idee)
DOXA
Verhouding tussen lichaam en ziel

,  Bij Plato: “de ziel is dat deel van de mens waarmee de mens kent en die ziel zit gevangen in het
lichaam”
= Bepaald mensbeeld
 “De ziel behoorde ooit tot de ideeënwereld”
o Mens kent alles
o Ziel = volmaakte eeuwige vorm (idee)
o Wanneer ziel in ideeënwereld verbleef  kende alles in zijn volmaakte ware vorm
 Ziel viel uit ideeënwereld
o Ziel alles vergeten wat hij heeft gezien tijdens die val
o Ziel moet herinneren wat hij heeft gezien



Nature-nurture discussie
Kennis verwerven iets natuurlijk of cultureel?


Tekst Meno  Plato : Dialoog
 Minstens met 2 zijn
 Via vraag en antwoord kan men zo tot het ware inzicht komen
 Filosoof helpt door vragen te stellen kennis/inzicht bij een ander opnieuw geboren te doen worden
o Filosoof zelf zegt het niet voor!
o Ware kennis opdoen komt langzaam op stand via dialoog
 Maieutiek = verloskunde

 Doel van de mens: in ideeënwereld = NIET VAN PLATO
 Christelijk idee
 Bedoeling om ganse werkelijkheid weer te herinneren  ziel bevrijd van het lichaam
 GEBEURT IN DE MIDDELEEUWEN
 Ziel = idee  valt in het lichaam  alles vergeten  via vraag en antwoord mens in staat om ware
vorm, volmaakte vorm van de wereld weer te herinneren, kennen


 Als men sterft gaat de ziel terug naar ideeënwereld, leeft daar verder en valt daarna weer in ander
lichaam (reïncarnatie)
 Kennis: erosprincipe (bij Plato en Aristoteles)
Erosprincipe
= lust, verlang
 Naar iets verlangen = datgene wat je wilt, maar er nog niet aankan < -- > bevrediging
 Glimpen opvangen van hoe waarheid in wereld begrepen kan worden (van DOXA even glimp
opvangen in Epistèmè), verlangen naar de waarheid
 Minnaar = oudere man die een knaap heeft
o Homo-erotische relatie (lichamelijke relatie)
o Minnaar haalde eer uit kracht van wat knaap kon
 Erosprincipe bij authentieke anders
 Valt te cultiveren

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur HV25. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67163 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  7x  vendu
  • (1)
  Ajouter