O NDERZOEKSMETHODOLOGIE
intro: .................................................................................................................................................................... 2
design 1 ............................................................................................................................................................... 2
1. Design .......................................................................................................................................................... 2
POOT 1: probleem stelling en onderzoeksvraag ............................................................................................. 4
Poot 2: concepten ........................................................................................................................................... 5
design (verder) : .................................................................................................................................................. 6
Poot 3: operationalization (examen..) ............................................................................................................ 6
Poot 4: design en methode van onderzoek. ................................................................................................... 7
Staart: ethical issues........................................................................................................................................ 9
2. data verzameling (kwantitatief) ................................................................................................................ 15
Linking to the research design (aka the Turtle) ............................................................................................. 15
Data Collection .............................................................................................................................................. 16
Sampling: ....................................................................................................................................................... 17
Developing questions and answers ............................................................................................................... 18
3. Dataverzameling (Kwalitatieve dataverzameling) .................................................................................... 20
design ............................................................................................................................................................ 20
Sampling ....................................................................................................................................................... 20
Data Collection ............................................................................................................................................. 21
Data analyse ................................................................................................................................................. 30
Report ........................................................................................................................................................... 31
Ethics ............................................................................................................................................................. 33
, ONDERZOEKSMETHODOLOGIE
1 LES: 9 FEB
intro:
The Field of Management
GROEPSWERK 60% Research
Discipline base
EXAMEN 40% Psychology Sociology Anthropology Economics
MP MET EEN PAAR INVULWOORDJES ! Organisational
Behaviour/HR
Sub Fields Operational
Research
Information Accounting
systemst & Finance
Industrial
ZIE OPDRACHTEN: MODULES DIE GEKEND MOETEN WORDEN VOOR HET EXAMEN. Relations Strategy
Marketing
design 1
Dit vak= Sociaal wet onderzoek: heeft te maken dat we actoren bestuderen, Influences on Research
individuen, organisaties, idnustrietakken (it sector,..) Practical considerations
labo onderzoek: dat gaat niet over actoren Theory Epistemology
Social Research
Bepaalde assumpties die we in acht moeten nemen:
Time, Budget, Ethics, Law, Finance Values Ontology
Fouten die we kunnen maken moete we kunnen wegwerken, in elke mogelijke stadium van ons onderzoek
Design zo goed mogelijk op stellen is het vnl doel.
Bij een onderzoek zijn de volgende fase:
1. Design
2. Data verzameling`
3. Data analyse
4. Rapportering
In alle 4 fase kunnen we fouten maken!
dus we vertrekken al uit een vastellingen dat er geen enkel onderzoek perfect gaat zijn.
1. D ESIGN
Kader van het onderzoek, wat waarom, hoe conceptueel en praktisch?
We gebruiken een research turtle. = opbouw van onderz voorstel.
Schildpad: gezicht gaat in een bepaalde richting, lijf met een schild dat is het theoretisch gedeelte, 4 poten en
een staartje.
dus volledig beschrijven in de groepsopdracht via een Turtle.
,HOOFD en de 2 POTEN;
HOOFD
1. Waar gaat het onderzoek naartoe?
2. Onderzoeks filosofie:
3. ONTHOLOGIE: wat kunnen we weten? Waarover kunnen wij uitspraken doen?
▪ Objectivistisch: sociale werkelijkheid, wat bestaat er eigenlijk.
Er is een realiteit dat feitelijk is.
Objective werkelijkheid die we kunnen meten. Ongeacht de onderzoeker.
Niemand mag effect hebben op de antwoorden. Het is een ware score!
▪ Constructionistisch: sociale werkelijkhedi wordt doorlopend gecontsrueerd door
actoren.
Bepaalde versie van de werkelijkheid.
stel: het kan zijn dat 2 vrienden gezien hebben en op dat moment kan onze welzijn
plots omhoog.
Werkelijkheid is altijd in beweging, is nooit hetzelfde, gemaakt door actoren.
(pantarei alles is in beweging)
4. EPISTEMOLOGY: hoe kunnen kennis vergaren?
Epistemology and Ontology: continuum
▪ Positivisme dit komt door het objectivisme. Ontology: what can we know
• Statistisch. Objectivism Constructionism
▪ Interpretivisme komt door het Epistemology: how can we know
constructionisme. Positivism
Theory in relation to research
Interpretivism
we gaan diepgaande kennis proberen te Deductive Inductive
verwerven en interpreteren
van binnenuit begrijpen van wat er aan de hand is: Verstehen.
• Diepte interview, vragen.
De schildpad kan dus ofwel naar links of naar rechts
Realisme is een tusseliggende vorm: +- positivsme.
Post modernisme. Geloven nooit dat de echte waarheid naar boven gaat komen
rationalisme.
5. in THEORIE:
o Deductief: theorie komt eerst en dan gaan we er een hypothese uit halen, data verzamelen
en dan deze testen.
o Inductief: conclusie formuleren obv zaken die we gezien hebben in het ondzerzoek. Eerst
data verzamelen en dan patronen herkennen, theorie formuleren, en conclusie ver
, o Abductie: simpelste verklaring voor een observatie.
gras is nat, als het regent wordt het gras nat, dus het heeft geregent.
The Process of Deduction The Process of Induction
Theory Gather information
Hypothesis Ask questions
Data collection Form categories
Findings Look for patterns
Hypotheses confirmed or rejected Develop theory
Revision of theory Compare theory
Simon: de mens is geen rationele wezen, altijd een selectie in het brain. Daarom nooit zuivere rationele
beslissingen
Karl Popper: empirisch onderzoek. Hyôthese toetsen, ho proberen te verwerpen. Nooit bewijzen dat iets er is
enkel kunnen falsifisieren;
Kuth: filosofisch denken;
De dominante logica: positivistische kijk.
vb. virlogolgie over corona
werkt een vaccin of niet? Veel testen, objectieve realiteit, of wel werkt het of niet.
maar ook worden via de positivostische kijk sociale zaken beslis zoals het thuis zitten van studenten? Heeft dit
werkelijk een invloed op besmettingen of niet, moeilijker te besluiten?
Epistemology and Ontology: continuum
6. METHODOLOGISCH Ontology: what can we know
o Kwantitatief Objectivism Constructionism
Epistemology: how can we know
o Kwalitatief
Positivism Interpretivism
Theory in relation to research
Hofestede (organisatiecultuur): heeft de brug wel kunnen maken, hij had
Deductive Inductive
een onderzoek dat zowel inductief als kwantitatief was uitgevoerd, deze Methodology: how can we find out
zijn !inderdaad! twee uitersten Quantitative Qualitative
7. VALUES
waardekader: we kunnen bepaalde keuzen niet maken , deze zijn meeggeven. We gaan gebiased zijn,
assympatie tegenover bepaalde groepen of juist niet.
algemeen: blijf dicht bij uzelf. (ben je zelf positivistisch; maak dan ook zo’n onderzoek.)
POOT 1: PR O B LE E M S TE LL I NG E N O ND E RZ O E K S V R A A G
8. Probleemstelling: wat wil je zoeken?
9. Onderzoekvraag: dat het onderzoekbaar is. Is een wetenschappelijke formulering en meestal, maar
een deel van de probleemstelling (deze is merendeel redelijk breed.)
Formulering geeft al welke kan je gaat benaderen positivistisch of interpretivistisch.
, P O O T 2: CO NC E P TE N
We gaan een conceptueel model maken.
Conceptual model
Op een visuele manier de onderzoeksvraag
voorstellen. Vnl de sleutelbegrippen de vormgeven.
Joint Satisfaction
Cooperation management Cost management
We moeten ons hier wel beperken tot wat er hospital-nursing reduction
Flow of Cooperation
onderzoeksbaar is! patients patients
Financial Quality
system of care
Medical audit
Motivation
Dit voorbeeld is redelijk breed! staff
Dit is eigenlijk al voldoende!
Link leggen met de BODY of knowledge en dat is dan bepaalde variabele die belangrijk zijn
Variables
• Operationalized concepts with different values
Values: qualitative or quantitative
Level: nominal, ordinal, interval/ratio
• Dependent variable Y and Independent variable X
Variable can be both dependent and independent
Within the same research Control variable
Across research
• Individual: e.g. gender, age, education
• Organizational: e.g. size
Bart Cambré – BRM – Research Strategy and Designs 11-Feb-21 41 X (autonomy) Y (productivity)
Z
z = controle variabele deze kan een rol spelen voor zowel x en y.
Bart Cambré – BRM – Research Strategy and Designs 11-Feb-21 42
Moderator
z= moderator variabele: effect van x op y, maar de moderator heeft een effect • Path analysis; interaction effects
voor de relatie tussen x en y. X
(autonomy)
Y
(productivity)
Z
(job level)
Bart Cambré – BRM – Research Strategy and Designs 11-Feb-21 44