Communicatiewetenschap samenvatting
Inleiding
Ex cursus
Hoe komt het dat invloed op publieke opinie geen langdurige impact heeft/geen politieke
verandering teweegbrengt? Vb. Aylan, klimaatverandering (al over bericht sinds jaren 80)
Bepalen de media dan wel wat de mensen denken?
Gemediatiseerde samenleving (zichtbaarheid) ≠ alle communicatie via media lukt
Communicatie tussen mensen = gedigitaliseerd vb. de druk bij 12-jarigen om Instagram te hebben =
marktwaarde voor bedrijven (klantenbasis voor reclame en inzicht in interactie tussen 12-jarigen,
terwijl vroeger interactie tussen kinderen op de speelplaats bleef)
VRAGEN: Wat is communicatie? Hoe kan je communicatie modelleren? Wat zijn de componenten
van communicatie?
Journalistieke deontologie = codes die weergeven hoe je moet omgaan met situaties.
vb. naam van jongeren noemen in media?
vb2. Stevaert (politicus) pleegde zelfmoord door verkrachtingszaak waarin hij betrokken was; hoe
schrijf je over een bekend politicus die verdacht wordt van verkrachting?
Officieel ontstaan in jaren ’50 (relatief jonge discipline): oprichting Departementen
Communicatiewetenschap(pen) Maar communicatiewetenschappen heeft oorsprong in een aantal
andere disciplines: retoriek, psychologie, sociologie, taalkunde...
Health & Bryant (1992): 4 invalshoeken die basis vormen voor communicatietheoretisch of
communicatiewetenschappelijk denken; retoriek, propaganda en media-effecten, informatietheorie
(hoe kan info elektronisch verstuurd worden? -> studies Bell Laboratories) en
groepsdynamica/interpersoonlijke attributietheorie (leiderschap en invloed die mensen op elkaar
uitoefenen in kleine groepen).
Media-effecten en media-onderzoek pre-WO2 -> we zijn niet pas in communicatie en media
geïnteresseerd de laatste 100 jaar! De fascinatie van wetenschappers, denkers voor fenomeen
communicatie is eeuwenoud.
Voorbeeld: Sterke retoriek volgens Aristoteles -> Welke tactieken kunnen sprekers gebruiken om
gedachten en gedragingen van het publiek te beïnvloeden?
3 intrinsieke middelen om publiek te overtuigen: ethos = persoonlijkheid en waarden van de spreker;
pathos = inspelen op emoties van het publiek; logos = de logica van de argumentatie ~ zender ->
boodschap -> ontvanger
Basisconcepten en modellen
2.1 Inleiding
Er bestaat geen eenduidige, alles omvattende, ‘correcte’ definitie van communicatie.
2.2 Wat is communicatie?
Wetenschappelijke definities van communicatie: talrijkà verschillende accenten: Ontvanger,
zender, verbinding, gemeenschappelijk maken, transmissie, symboolgebruik
Communicare (Latijn) = gemeenschappelijk maken van ideeën = delen van inhoud zodat de ander
ook op de hoogte is.
1
,Van Dale definities van ‘communicatie’:
1) Mededelingen en kennisgeving (A -> B)
2) Verbinding (communicatie als transport)
3) Het uitwisselen van gedachten; geestelijk met elkaar verkeren (A >< B) = communicare
Een definitie van communicatie is goed wanneer zij: bruikbaar is binnen bepaalde wetenschappelijke
visie, benadering, veld; logisch en coherent is; niet tegengesproken wordt door de waarneembare
werkelijkheid; toelaat het gedefinieerde nauwkeurig te onderscheiden van andere maatschappelijke
verschijnselen
Fauconnier = Grondlegger van communicatiewetenschappen in BE en NL.
Communicatie is…
1. Processchool: transmissie van boodschappen ~ zender -> ontvanger
è Klemtoon op efficiëntie; efficiënte inzet van kanalen en media (bereikt communicatie haar
doel?)
è Communicatie is een poging om gedrag of gedachten te beïnvloeden en heeft een
bedoeling.
è opdracht van zender = boodschap encoderen; ontvanger = boodschap decoderen
è doel niet bereikt = een communicatiefout (waar is het misgelopen?)
è Basis/invloed: psychologie en sociologie
è Focus op communicatieve handelingen (‘acts’)
è Wanneer zijn gezondheidscampagnes succesvol? -> processchool als startpunt
2. Betekeniscreatieschool: productie en uitwisseling van betekenissen
è Klemtoon op inhoud en boodschap
Vb. Hoe komt het dat in westerse media in tv-reeksen een enorme klemtoon ligt op law & order
(misdaad, politie, advocaten)? = westerse cultuur obsessief bezig met law & order?
Betekeniscreatie: als mensen uit verschillende culturen in de samenleving elkaar niet goed begrijpen
dan zijn zij op zoek naar gemeenschappelijke grond en is het niet omdat ze elkaar niet verstaan
(taal/processchool) -> vb. ontstaan van eigen taal (wijken in VS met nieuw soort Engels ≠ fout Engels)
è Basis/invloed: semiotiek = wetenschap van betekenis
è Tekst maken en lezen parallelle/evenwaardige processen = schrijver produceert tekst met
betekenis maar als lezer produceer je ook betekenis/interpretatie -> zender heeft niet alleen
de macht, ontvanger maakt eigen betekenis van boodschap
è Verschillen in de betekenisgeving tussen zender en ontvanger niet noodzakelijk als fout
beschouwd, maar als resultaat van culturele verschillen
è Focus op works of communication (vb. kunstwerken, reclamespots, series, etc.)
2.3 Controversen en breekpunten in de definities van communicatie
1) Intentionaliteit als breekpunt: mag je spreken over communicatie als er geen intentie van
de zender is?
Het passief-actief model van McQuail
- Situatie 1: Een persoon die intentioneel een boodschap uitstuurt en een persoon die
intentioneel ontvangt. vb. ik bestel een brood bij de bakker, de verkoper luistert naar mij
- Situatie 2: Een persoon die niet-intentioneel een boodschap stuurt naar een persoon die
intentioneel ontvangt. vb. ik luister naar een gesprek tussen treinreizigers in een wagon
2
, - Situatie 3: Een persoon zendt bewust een boodschap uit naar een persoon die niet-
intentioneel ontvangt. vb. passief luistergedrag in klas
- Situatie 4: Een persoon zendt niet-intentioneel een boodschap uit naar een persoon die niet-
intentioneel ontvangt. vb. indrukken die we van anderen krijgen als we op straat lopen
(opvallend groene hanenkam)
Niet bedoeld door zender
Bedoeld door zender (actief)
(passief)
Intentioneel ontvangen
1 2
(actief)
Niet-intentioneel ontvangen
3 4
(passief)
Teleologische opvatting: communicatie is pas communicatie als het een doel heeft (~ processchool)
- Enkel echte communicatie in situatie 1, eventueel ook situatie 3 (dominant in de eerste
communicatiemodellen)
- Sterk vertegenwoordigd bij onderzoekers massacommunicatie
- Alle gedrag is geen communicatie, maar eventueel wel informatief
Gedragsopvatting: “You cannot not communicate” (Watzlawick)
- Communicatie in situatie 1, 2, 3 en 4
- Studie van interpersoonlijke communicatie
- Alle gedrag van mensen is communicatief, ook niets zeggen is iets zeggen.
Teleologische opvatting countert: iemand die een bepaald kapselkeuze maakt of zich op een
bepaalde manier gedraagt is relevant maar je mag het geen communicatie noemen, het is hoogstens
informatief.
Probleem: intentionaliteit vaak moeilijk vast te stellen vb. politicus die in de aanloop naar
verkiezingen pintje meedrinkt met volk. Welke bedoeling? Dat weet je niet.
2) Geslaagdheid als criterium?
Enkel communicatie wanneer die ‘geslaagd’ is à communicatie moet voldoen aan bepaalde normen
of verwachtingen om van ‘communicatie’ te kunnen spreken.
Fauconnier (1981): GC= E + T + Ox +Ib + Ub
Geslaagde communicatie vindt plaats bij expressie (E), wanneer dat de expressie transmitted (T)
wordt naar een ontvanger (Ox met x als bedoelde ontvanger), waarbij bedoelde ontvanger bericht
op juiste manier interpreteert (Ib) en waarbij ontvanger bericht op juiste manier uitvoert (Ub)
à kritiek: gaat ervan uit dat er altijd een juiste uitvoering nodig is. (vb. prof communiceert naar
studenten toe zodat zij allemaal leerstof correct uitvoeren en 20/20 behalen?)
Zie voorbeeld in cursus: via radiospot verkoop van yoghurt bij oudere personen verhogen.
3) Eenrichtings- of tweerichtingsverkeer
Processchool:
- Eenrichtingsverkeer voldoende (A -> B)
- Lineair
3
, - Feedback (B -> A): nieuw communicatieproces vb. Als A iets zegt tegen B, dan is dat
communicatie. De reactie van B op wat A zegt is feedback en vormt een nieuw
communicatieproces.
Gedragsopvatting:
- Tweerichtingsverkeer (A >< B)
- Circulair vb. Als A iets zegt tegen B, en B daarop iets zegt tegen A, dan is dat een geval van
communicatie
è Visie is nauw verbonden met communicatieniveau dat ze bestuderen
Vb. massaconsumptie gaat uit van eenrichtingsverkeer
Vb. interpersoonlijke communicatie en nieuwe media gaan uit van tweerichtingsverkeer
Voorbeeld: De invloed van de media op stemkeuze van het volk -> zien we het publiek als de
passieve ontvanger van pers? Of is het een wisselwerking tussen beiden?
4) Observatieniveau
Communicatie: algemeen of enkel ‘menselijke’ communicatie
4 Niveaus:
o Intrapersoonlijk: communicatie binnen één persoon = gedachten
o Interpersoonlijk
o Communicatie in (kleine) groepen
o Organisatiecommunicatie
o Massacommunicatie
Alle niveaus of intrapersoonlijke uitsluiten? In meeste handboeken wordt intrapersoonlijke
communicatie buiten beschouwing gelaten
2.4 Elementen in het communicatieproces
In het communicatieproces wordt een bron/zender onderscheiden die een boodschap verstuurt
waarbij een gedachte-inhoud wordt omgezet in tekens, die door middel van een medium worden
omgezet in signalen, die op hun beurt via een kanaal worden verstuurd naar een ontvanger
2.4.1 Zender/bron
Onderscheid tussen bron en zender: algemeen spreken we van zender
- Bron: persoon die een boodschap verstuurt
- Zender: technisch apparaat die oorspronkelijke geluidssignalen omzet, die via een kanaal
verstuurd kunnen worden (vb. telefoonhoorn)
- Zender encodeert en zendt door
- Macht van zender: in meeste beschrijvingen van communicatieproces heeft men het over
‘zender’ (vb. journalisten/media zien vaak publiek als passief “De mensen willen…”)
2.4.2 Ontvanger/bestemmeling
- Ontvanger (de telefoon) en bestemmeling (de persoon die luistert, het brein, het oor) ->
algemeen spreken we van ontvanger
- Ontvanger ontvangt, decodeert en interpreteert de boodschap
- Na zender dominantie, meer aandacht voor ontvanger: eerste communicatiemodellen:
actieve zender, passieve ontvanger àlatere studies: ook actieve ontvanger
4