Inleiding tot handels- en ondernemingsrecht 1e les 24/09/2020
I. Situering van het ondernemingsrecht
Wat is recht?
Een begrip dat je in 2 betekenissen kan gebruiken.
Enerzijds een objectieve –
o Dit zijn de rechtsregels, met betrekking tot uiterlijk menselijke gedragingen.
Onze gedachten zijn vrij. Het recht houdt zich niet bezig met wat we denken,
we mogen denken wat we willen, zolang dit niet geuit wordt. Zodra er menselijke
gedragingen, handelingen, uitlatingen zijn, gaat het recht dit reguleren.
o Deze afspraken zijn altijd gelinkt aan een zekere maatschappelijke context.
Vroeger mocht men bijvoorbeeld sneller rijden op de provinciewegen, vroeger
mocht men roken op restaurant of in een vliegtuig… Regels zijn nauw
verbonden met de maatschappelijke context! Universele regels bestaan niet.
Mensenrechten kunnen wel zo beschouwd worden, maar toch steeds die
maatschappelijke context!
o Bovendien zijn er opgelegd door een bevoegd orgaan. We leven in een
rechtstaat. Dit orgaan is verkozen door het volk. We aanvaarden dat deze
regels van objectief recht, ook door de overheid kunnen afgedwongen.
Anderzijds een subjectieve betekenis.
Dat zijn de aanspraken die je als burger/ rechtssubject hebt. We hebben allemaal
subjectieve rechten. Spontaan denk je dan aan de rechten ten aanspraak van de
overheid, maar je hebt ook rechten ten aanzien van andere private partijen.
Bijvoorbeeld: je huurt een kot en tekent een huurovereenkomst. Je hebt dan
subjectieve rechten ten aanzien van de verhuurder: je hebt het recht om die
kamer te gebruiken. De verhuurder heeft ook een subjectief recht ten aanzien
van jou: hij heeft een vorderingsrecht op de betaling van de huurprijs.
Subjectieve rechten vloeien voort uit het objectieve recht.
1
,Bronnen van het recht
Wet: allerbelangrijkste bron van het recht. Recht vloeit voort uit het recht. De wet is
een regelgevende akte, die uitgevaardigd wordt door het parlement (= de wetgevende
macht, kamer van volksvertegenwoordigers).
o Decreet: Het is een wet die van een ander niveau in ons land komt dan het
federale niveau: deelstatelijke niveau. Op Vlaams, Waals, Franstalige
gemeenschap, Duitstalige gemeenschap worden er ook ‘wetten’ gemaakt,
namelijk decreten.
o Ordonnantie: ‘Wetten’ uit Brussel.
o KB: Koninklijke besluit: * Als er een wet tot stand komen, blijven enkele details
soms uit. Het parlement behandelt dit niet, en delegeert dit aan de uitvoerende
macht. Deze gaat dit doen via een koninklijk besluit. De Koning heeft hier bijna
niets mee te maken, behalve zijn handtekening zetten. Een KB zijn regels zijn
een verdere uitvoering van een wet.
Bijvoorbeeld: een algemene wet met verkeersregels. KB gaat de
gedetailleerde boetes en minnelijke schikkingen uitschrijven.
o MB: Ministerieel besluit: * MB is een verdere uitvoering van een KB. Dit kan
door één minister worden uitgewerkt.
* Regelgevende akte, ook objectief recht, maar ze worden niet gemaakt door een
wetgevende vergadering, door het parlement. Ze worde gemaakt door de uitvoerende
macht.
2
,Rechtspraak: Wordt traditioneel aangemerkt als een bron van recht, ondanks er het
rechtspraak is in België, die helpen mee vorm geven aan het recht, hebben we geen
precedenten werking. Dit zou inhouden dat de rechtbank gebonden is door wat een
rechtbank eerder al heeft beslist. In common law landen is dit wel zo.
De ondernemingsrechtbank van Gent is niet gebonden met wat de
ondernemingsrechtbank van Antwerpen heeft beslist.
De rechtbanken dragen niet bij tot de eenheid van de rechtspraak, maar wel tot de
vorming van het recht. Er is vaak onduidelijkheid bij regelgeving. De advocaten lezen
zelf hun eigen waarheid in de wettekst. De rechtbanken beslissen dat hoe die moet
geïnterpreteerd worden. Ze bekijken de voorbereiden werking, de historiek van de
regelgeving, de ratio achter de regelgeving. Op die manier draagt de rechtspraak bij
tot het recht: een uitlegging van wat een onduidelijke regelgeving wil zeggen. Je kan
nooit een 100% sluitende regel maken.
Hier moeten we vertrouwd mee zijn.
Dit zijn de rechtbanken die we in België hebben (er zijn er nog meer, maar dit is de
basis).
3
, Politierechtbank: houdt zich bezig met de aller lichtste strafrechtelijke inbreuken. Dit is
tevens ook de verkeersrechtbank.
Vredegerecht: Rechtbank die het dichtste bij de burger zou moeten staan. Er zijn er
187 in België. In iedere stad, ook kleine stadjes, heb je een vredegerecht. Er is 1 jurist,
ondersteund door 1 of 2 secretariaatsmedewerkers, die zich bezighouden met kleine
geschillen. Alle geschillen tot 5.000 euro. Het vredegerecht is een juridische procedure
waar je ook zonder advocaat terecht kunt.
Alle geschillen inzake huur worden hier behandeld: je hebt een conflict met je
kotbaas, dan kom je voor het vredegerecht.
U weigert een rekening van Telenet te betalen, omdat je vind dat je in uw recht
bent, dan is dit voor het vredegerecht.
Rechtbank van de eerste aanleg: stapje hoger. Drie onderdelen:
o Correctionele RB: alle strafrechtelijke rechten: diefstallen, drugs,
levensdelicten, …
o Familie- en jeugd RB: echtscheidingen, afstamming, goederenrecht, ...
o Burger RB: al de rest.
Rechtbank van de eerste aanleg buigt zich ook over beroepen van beslissingen van
de rechtbanken van het laagste niveau. Je hebt steeds recht op een dubbele aanleg:
in eerste aanleg en in graad van beroep, tweede aanleg.
Hof van beroep: Dit zijn serieuze zaken, zaken met een serieuze inzet. Betekent ook
dat dit een belangrijke zaak was in eerste aanleg en je zet door tot het hof van beroep.
Na het aantekenen van beroep (rode pijl), nog steeds ontevreden bent, dan kom je bij
de paarse pijl, namelijk cassatieberoep.
Hof van Cassatie: dit is één van de drie hoogste rechtbanken van ons land. Deze doet
geen uitspraak over feiten (hof van beroep wel), wel over het recht.
Hof van Assisen: allerergste misdrijven.
Ondernemingsrechtbank: Sinds Napoleon, begin van de 19e eeuw, heeft Napoleon
beslist dat ondernemers niet moeten wachten op de (trage) burgerlijke rechtbank.
Ondernemers hebben nood snelle RB die flexibel werken en aan minder strenge
principes. Hier worden verschillen onder ondernemingen opgelost.
Vroeger was dit de rechtbank van koophandel.
Bij beroep kom je wel bij het klassieke hof van beroep terecht.
Arbeidsrechtbank: geschillen tussen WN en WG. Ze hebben hun eigen
beroepsinstantie, namelijk het arbeidshof.
4