Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Politieke Partijen En Verkiezingen (alle colleges) €7,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Politieke Partijen En Verkiezingen (alle colleges)

1 vérifier
 124 vues  7 achats

Alle colleges zijn uitbundig beschreven adhv de ppt's van de prof. Ook de gastcolleges zijn opgenomen in dit document. Alle lessen komen aan bod.

Aperçu 4 sur 66  pages

  • 29 mai 2021
  • 66
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (3)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: dorientytgatwerk • 1 année de cela

avatar-seller
laribrys
Politieke Partijen & Verkiezingen
Les 1: Partijen en verkiezingen in crisis?

1. Wat is een politieke partij?
Er is geen eenduidige definitie over een politieke partij. Er is heel veel discussie wat een partij is of
hoort te zijn.

Eerste manier van definiëren:
Zweeppartijen = Niet elke partij wil mee besturen, soms willen ze gewoon een thema op de agenda
krijgen. Bv Agora (ze noemen zichzelf een beweging), the womens equalilty party, etc.
→ het doel is dus niet altijd het verwerven van machtsposities.

Niet elke partij wil via vreedzame middelen macht overdragen. Sommige partijen wille gewapend

Een tweede manier van definiëren:
een partij is een instantie die mensen met een bepaalde idee, waarde, etc willen samenbrengen. Een
gezamenlijke overtuiging willen gerealiseerd zien → hun visie op het algemeen belang nastreven.
→ Wat met one issue partijen? Bv dierenpartij

Een derde manier van definiëren:
Kijken naar hun organisatie.
→ wat met partijen zonder leden? Partijen die enkel online bestaan? (piratenpartijen)

Hoe de staat een partij definieert is zeer belangrijk → bv minimum zoveel leden of geen funding van
de overheid

2. Waarom politieke partijen?
2 soorten benaderingen:
1. Historische benadering → de empirische benadering.

Partijen waren eerst niet zo populair omdat ze voor verdeeldheid zorgen.

In de 19e eeuw veranderd dit → dan ontstaat er een parlement, de hoogste instantie, en ook
stemrecht. Partij labels geven kiezers een indicatie bij welke partij ze horen en op wie ze moeten
gaan stemmen.

Het is geen lineair proces (van democratisering). Het loopt in sommige landen anders. In sommige
landen waren er regels/wetten die het proces van partijvorming vertraagd hebben (vaak uit angst
van communisme, dan komt er bv een verbod op verenigen, publicaties, etc.)

2. Rational choice benadering → partijen bestaan als oplossing voor bepaalde problemen zicht
theoretisch kunnen gaan stellen. Bv. social choice. Ze bieden een oplossing voor 2 problemen die
kunnen plaatsvinden in parlement of electoraat: social choice of collectieve actie.

Social choice = hoe een parlement zou functioneren zonder partijen zou heel moeilijk zijn om een
stabiele meerderheid te vormen. Er kan telkens een nieuwe meerderheid opstaan → zo geraak je in
een “cyclcing” beweging, als er een beslissing valt kan er altijd iemand zijn die een andere beslissing
voorstelt. Partijen bieden een oplossing voor dit “cycling” probleem, ze kunnen een stabiele
meerderheid creëren.

,The calculus of voting = partijen zijn oplossing voor collectieve actieproblemen van electorale
mobilisatie. Waarom gaan mensen stemmen als er geen opkomstplicht is? Deze beslissing kan je
vatten in een bijna mathematische formule.

D = duty → in welke maten vinden ze dat het hun burgerplicht is, de mate van intrinsieke beloning
B = benefits → voordelen dat jij als kiezer eruit haalt als je partij wint
P = probability of winning → de kans dat jouw stem beslissend is bij de verkiezingen
R = rational voting → de kans dat mensen gaan stemmen
C = cost → de kost van kiezers om informatie te verzamelen en te gaan stemmen, van vrijaf te nemen
etc.

Als je alles in rekending houdt is de kans dat mensen gaan stemmen heel laag, want sommige dingen
zijn heel hoog zoals bv de cost (je moet vrijaf nemen, je woont ver, je moet je gaan informeren, het
vraagt veel tijd) (de kans dat jouw stem de beslissende stem is, is zo klein). Partijen kunnen dit
probleem een deel oplossen. Maar partijen kunnen hier verandering in brengen. Het zijn
merknamen, ze kunnen de kost verminderen. Ze maken het voor kiezers gemakkelijker om een keuze
te maken, om info te verkrijgen en makkelijk keuzes te maken. (bv socialisten gaan nooit pleiten voor
minder sociale zekerheid)

3. Welke functies vervullen partijen in democratisch systeem?
Partijen hebben 3 gezichten, de functies die zij vervullen horen bij een van deze 3 gezichten.
1. Partij als electoraat (in de samenleving): Ze maken de keuzes van kiezers gemakkelijker, ze hebben
een educatieve/informatieve functie, partijen zorgen voor symbolen, ze geven trainingen,
vormingen, etc.
2. Partij als organisaties (met een voorzitter, partijbestuur, etc.): partijen rekruteren en selecteren
kandidaten bij verkiezing, quasi alleenrecht in het rekruteren/selecteren van kandidaten bij
verkiezingen (belangrijke rol), etc.
3. Partijen in public office (in parlementen en regeringen): partijen articuleren bepaalde belanden, ze
stellen een programma af en gaat die vertegenwoordigen in de politieke sfeer.

Andere manier om naar de functies te kijken:
Keten van delegatie:
Partijen spelen een centrale rol in vertegenwoordigende democratie, ze geven die ook mee vorm.
Kiezers geven het mandaat aan het parlement, parlement gaat macht delegeren aan ministers, etc.
Een delegatieketen. Kiezers worden op een manier vertegenwoordigd. Het is een keten (het is geen
eenrichtingsverkeer, ze moeten verantwoording aan elkaar afleggen). Partijen spelen een rol in elke
stap van de delegatieketen, elke stap kenmerkt zich door interactie met partijen. Kiezers gaan
stemmen obv partijen. Parlementsleden zijn gebonden door partijen, zij kunnen niet zomaar
beslissen welk standpunt ze innemen. Partijen zijn ook centraal in de regering, ze gaan beslissing wie
er minister wordt, zij beslissing wie voor hun partij minister wordt. De pijl wordt dunner, naarmate
de link met partijen minder wordt.

4. Zijn partijen (en verkiezingen) ‘in crisis’?
Party decline: de crisis van partijen is te zien in de achteruitgang democratic linkage functie van
partijen (partijen zijn de link tss de samenleving en de staat).

1. Party membership = In heel veel landen is er een daling in partijleden. Het lijkt een universele
trend te zijn in Europa. Partijen worden memberless parties.

,2. Turnout = de mate waarin kiezers op dagen bij verkiezingen. Ook hier zien we en trend. De
indicator over de mate waarin kiezers onverschillig zijn tav electorale politiek.

3. Volatiliteit = De mate waarin kiezers tussen verkiezingen door van partijen wisselen, de mate
waarin ze niet consistent zijn met hun stemkeuze van de vorige verkiezingen. Kiezers zijn minder
consistent in partij keuze. Kiezers lijken zich op een minder betekenisvolle manier te binden aan
partijen.

4. Party closeness = Het idee dat burgers zich minder en minder identificeren aan een bepaalde
partij, burgers voelen zich minder geconnecteerd met een partij zowel psychologische als
ideologisch. Partijen verliezen de link met kiezers. (gelijkaardig aan party identification)

Hoe decline interpreteren:
- het is er, maar het is moeilijk, om te interpreteren. We hebben geen historisch referentie punt om
mee te vergelijken, dus het is moeilijk: “golden age of parties” idee is fout → het is theoretisch, in de
praktijk is het niet zo. Het idee van de massapartij is maar een klein deel in de geschiedeins van
partijen.
- soms is achteruitgang ook gewoon een proces van verandering. Bv mensen worden minder snel lid
van een partij, maar we zien nu ook nieuwe manieren van lidmaatschap, zoals een partij volgen of
twitter, inschrijven voor een nieuwsbrief etc. ze zijn niet formeel lid, maar ze binden zich op andere
manieren aan partijen.
- vooral de party in het electoraat is een decline te merken, maar zeker niet op andere aspecten.
- volatiliteit wil niet zeggen dat kiezers zomaar iets aanduiden, het kan ook een fenomeen zijn dat
wijst dat kiezers nu eigenlijk echt gaan kiezen en zich niet laten leiden door gewoontes en
lidmaatschap.

4 kritieken
1. Partijen zijn illegitiem:
- Facties verdedigen private belangen ten koste van algemeen belang. De staat moet boven partijen
staan

- Partijen vormen obstakel voor directe expressie van individuele wil (populisme en directe
democratie)

2. Selectieve kritiek op massapartij:
- Partijdiscipline verengt het publieke debat

- Ideologische integratie van samenleving in partij gezien als dogmatisch en als ‘kolonisatie van de
staat’

- Maar ook: erkenning van democratisch potentieel van massapartij (zie hoger)

3. Selectieve kritiek op specifieke partijsystemen:
- Meerpartijensystemen leiden tot fragmentatie en instabiliteit:
→ Franse 3e en 4e Republiek
→ Weimar Republiek in Duitsland

- Meerpartijensystemen staan alternatie in de regering en accountability in de weg

- Positievere houding: Lijphart’s consensusmodel gekenmerkt door coalitieregeringen en
machtsdeling

, 4. Politieke partijen zijn overbodig:
- Partijen zijn verbonden met specifieke historische periode

- Partijen delen niet langer duidelijke ideologieën, ze organiseren zich niet meer lauter op het
ideologische, ze zijn catch all geworden. Ze zitten meer links en rechts op het spectrum, ze zitten
overal.
→ Kirchheimers catch-all partijen
→ ‘End of ideology’ debat: er is geen echte ideeën strijd meer.

- Verandering in patronen van politieke participatie: belangengroepen, nieuwe sociale bewegingen
en referenda nemen rol van partijen over

- In rol als beleidsmakers uitgedaagd door experten en technocraten

5. …en is dat een probleem voor democratie?
Party decline en neergang in party closeness houdt verband met democratische legitimiteit: mensen
die zich close voelen met een bepaalde partij voelen zich meer geconnecteerd met het systeem en
gaan er dan meer steun aan geven.

Maar tegelijkertijd moet het model genuanceerd worden. Niet alle effecten zijn even duidelijk.

Antisysteem partijen: daar verwachten we niet dat het gaat leiden tot linkeage. Ze zijn net anti het
gevestigd systeem. Kiezers gaan dus niet meer gelinkt zijn aan het systeem.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur laribrys. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49  7x  vendu
  • (1)
  Ajouter