Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Commercial Skills €5,59
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Commercial Skills

 72 vues  4 fois vendu

Alle hoofdstukken die te kennen zijn voor het examen. Gedetailleerde samenvatting met veel voorbeelden vanuit de curus.

Aperçu 10 sur 65  pages

  • 30 mai 2021
  • 65
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
eliseverhaeghe
Elise Verhaeghe
2020-2021




Pagina 1 van 65

, COMMERCIAL SKILLS
VERKOPEN IS MEER DAN EEN WERKWOORD
INLEIDING: DE VERKOPER IS VAAK EEN COMMERCIËLE SADOMASOCHIST
 De 25 geboden hieronder komen uit de praktijk en zijn waardevolle tips
 In de ganse samenvatting komen af en toe salesgeboden voor met meer uitleg


DE 25 SALESGEBODEN

1. Ageer in plaats van te reageren
2. Verkoop geen product of dienst, wél een resultaat van behoeftebevrediging en een samenwerken op LT
3. Laat de (potentiële) klant met al zijn zintuigen ‘beleven’ wat jouw onderneming voor hem kan betekenen
4. Verkopen is een werkwoord: nooit enkel woorden, maar ook daden
5. Vertrek per definitie nooit van een probleemsituatie
6. Speel ook in op de impliciete behoeften van de (potentiële) klant
7. De (potentiële) klant kan op zoek zijn naar opbrengst, én ook naar besparen
8. Stel jezelf de vraag: ‘wie wil ik als klant’
9. Relationeel verkopen rendeert meer dan transactioneel verkopen
10. Klanten zijn ook de beste ambassadeurs van je onderneming én een bron van marktinformatie
11. De klant is je eigenlijke werkgever
12. Werk samen met leveranciers en/of wederverkopers
13. Assisteer de wederverkoper in zijn salesinspanningen
14. Durf neen zeggen tegen de (potentiële) klant
15. Geef je commerciële inspanningen voldoende tijd
16. Personaliseer zoveel mogelijk je contacten met de (potentiële) klant
17. Geef de (potentiële) klant de keuze tussen minimaal twee voorstellen, waarvan je er één accentueert
18. Non- verbaal communiceren vertegenwoordigt 93% van het totale communiceren
19. Parafraseer telkens opnieuw de kernboodschap van de (potentiële) klant
20. Ban de voorwaardelijke wijs en woorden of uitdrukkingen die twijfel zaaien uit uw woordenboek
21. Laat zowel je verbale als je lichaamstaal overeenstemmen met die van je gesprekspartner
22. Het correct inschatten van een gegeven verplicht ook om alles in een tijdskader te plaatsen
23. Maak duidelijke afspraken omwille van een optimale opvolging en planning
24. Registreer enkel salesdata die praktisch bruikbaar zijn
25. Beschouw jouw (potentiële) klant nooit enkel als CONsumer, maak van hem een PROsumer!




Pagina 2 van 65

,1. Ageer in plaats van te reageren


 Vermijd een “reactieve houding”
 = Denken dat het contact met de (potentiële) klant geslaagd is als alle info gegeven is
 Deze wil namelijk al een antwoord op de vraag “waarom hij met jou zou samenwerken?”
 Neem een “proactieve houding” aan
 Geef spontaan ongevraagd advies via empathische en suggestieve communicatie
 Proactief denken en handelen wekt sympathie op
 Empathisch communiceren is zien met de ogen van de ander en horen met de oren van …

Belangrijk: het woord “samenwerken”
 Je moet een samenwerking verkopen, maak de klant trouw aan jouw onderneming


2. Verkoop geen product of dienst, wél resultaat van behoeftebevrediging en een samenwerking op LT


 Je moet de klant een middel aanbieden om zijn objectieven te helpen realiseren
 En niet een middel om de klant zijn behoeft(en) te vervullen


3. Laat de potentiële klant met zijn zintuigen ‘beleven’ wat jouw onderneming voor hem kan betekenen


 Stimuleer als verkoper zelf de toekomstige werkelijkheid door multiperceptioneel communiceren
 Multiperceptioneel = een boodschap naar zoveel mogelijk zintuigen op hetzelfde moment sturen, je
boodschap wordt zo correct begrepen/ beleefd en geeft veel overtuigingskracht
 Niet denken dat de klant zelf inspanning zal leveren

 Zorg dat de (potentiële) klant vandaag al de realiteit van die toekomst beleeft
 Speel daarom zoveel mogelijk in op alle zintuigen: zien – ruiken – voelen – proeven – horen
 Stuur de belangrijkste boodschap zeker naar de ogen en oren
 Ogen worden het meest gebruikt om info waar te nemen
 Neus beïnvloedt het meeste de keuzes
 Neus is het enige dat rechtstreeks verbonden is met de hersenen = gedeelte dat gevoelens verwerkt
 Geur moet je op een subtiele manier verspreiden
 Smaak wordt overschat! Want we kennen eigenlijk maar 5 smaken: zoet – zuur – bitter – umami …

Elke mens capteert informatie en verwerkt deze volgens een mix van 3 systemen
1. Visueel
2. Auditief
3. Gevoelsmatig (letterlijk)


4. Verkopen is een werkwoord: nooit enkel woorden, maar ook daden


 (Potentiële) klant laat zich voor 90% leiden door gevoelens op het moment van de aankoop
 Maar in de praktijk worden weinig acties ondernomen om vertrouwen te krijgen bij de klant, … etc.


5. Vertrek per definitie nooit van een probleemsituatie


 Verkoper stelt “wat is het probleem” te vaak! = een negatieve situatie (enkel een arts mag dit doen)
 Sales bestaat nooit uit alleen maar problemen oplossen
 Vertrek daarom vanuit een positieve situatie (bv.: klant zoekt vaak meer ondersteuning, tijdbesparing …)



Pagina 3 van 65

,6. Speel ook in op de impliciete behoeften van de (potentiële) klant


 Verkoper denkt en handelt meestal vanuit expliciete behoeften, die de klant bewust ervaart
 Zintuigelijke waarnemen is hoog en het gevolg: klant heeft vraag naar behoeftebevredigend middel
 Er kunnen ook impliciete of sluimerende behoeften aanwezig zijn
 Laag of onbestaande zintuigelijke waarneming en waarvan de klant zich niet bewust is
 De vraag om deze zaken te bevredigen is er daarom ook niet
 Een topverkoper zoekt zelf of deze impliciete behoeften bij de klant aanwezig zijn


7. De (potentiële) klant kan op zoek zijn naar opbrengst, én ook naar besparen


 Verkoper denkt vaak dat deze de klant enkel een BTW (Betere Toegevoegde Waarde) moet aanbieden
 = duidelijke voordelen of nuttigheden
 Maar de klant kan ook op zoek zijn naar besparen, denk aan de 3 M’en
 = bv.: met minder kosten meer nettowinst maken


8. Stel jezelf de vraag: “wie wil ik als klant?”


 Verkoper moet zich focussen op wie hij als klant wil i.p.v. wie klant van hem kan worden
 Om praktische en rendabele redenen is prioriteiten stellen een must
 Seneca “de wind kan nooit uit de goede richting komen als men niet weet waar naartoe varen”


9. Relationeel verkopen rendeert meer dan transactioneel verkopen


 Hoofddoel verkoper (meestal): transacties binnen halen
 Investeren in de levenscyclus van de klant is echter veel rendabeler
 ROI vervangen door ROC (Return On Customer)

De levenscyclus
 Geheel van deals en orders in een toekomstig tijdskader
 Je budgetteert de “Lifetime Value”/ waarde die de klant kan hebben voor je bedrijf
 Je verkoopt een samenwerking op LT en investeert in een partnership = win-winrelatie


10. Klanten zijn ook de beste ambassadeurs van je onderneming én een bron van marktinfo


 Beste verkopers zijn jouw enthousiaste klanten: ze delen ervaringen met anderen
 Basis van gewoontevorming is een routine, zorg dat je aanbod routine wordt van de klant
 Zonder de minste inspanning, tijd & geld kan je over de ideale data beschikken


11. De klant is je eigenlijke werkgever


 Het is meer dan broodnodig dat je zorg draagt voor je klant, want de klant is je broodheer
 Uitspraak van “zaken doen is plezant, jammer dat je er klanten voor nodig hebt” is uit den boze


12. Werk samen met leveranciers en/of wederverkopers


 Altijd beter om samen te werken, i.f.v. het welzijn van de uiteindelijke eindgebruiker
 Je komt tot een situatie waar de som van 1 + 1 meer is dan 3




Pagina 4 van 65

,13. Assisteer de wederverkoper in zijn salesinspanningen


 De (potentiële) klanten van jouw klanten zijn ook jouw (potentiële) klanten
 Wederverkoper is het doorgeefluik en de klant is de eindgebruiker van het aanbod
 Ondersteun daarom de wederverkoper om het aanbod zo rendabel mogelijk door te verkopen


14. Durf neen zeggen tegen de (potentiële) klant


 Ga niet over je grenzen om een deal te sluiten, anders beschadig je jezelf = commerciële prostitutie


15. Geef je commerciële inspanningen voldoende tijd


 Verkopers verwachten vaak te snel een resultaat
 Fundamentele competenties van een goede verkoper: geduld – wilskracht & doorzettingsvermogen


16. Personaliseer zoveel mogelijk je contacten met de (potentiële) klant


 Doe aan gepersonaliseerd argumenteren en demonstreren
 Geef de (potentiële) klant het gevoel dat wat je communiceert speciaal voor hem is gemaakt


17. Geef de (potentiële) klant de keuze tussen minimaal 2 voorstellen, waarvan je er 1 accentueert


 Verkoper assisteert de klant in het nemen van een beslissing, klant moet zijn vrijheidsgevoel behouden
 Laat (potentiële) klanten nooit meer kiezen tussen een iets en niets, want je start met niets (een neen)
 Bij 2 voorstellen denkt de klant niet aan het antwoord “neen” maar aan voorstel 1 en voorstel 2
 Gebruik het KISS- principe: volmaakte eenvoud is de beste manier om je te onderscheiden

Als je de klant voorstel 1 en voorstel 2 heeft maakt de klant zelf een voorstel die een mix van beide is
 Zo spreken we eigenlijk over drie keuzemogelijkheden
 “verkiest u V1 of neemt u liever V2? (beste manier om te vragen!!)


18. Non- verbaal communiceren vertegenwoordigt 93% van het totale communiceren


 Non- verbaal communiceren is 100% eerlijk en speelt in op gevoelens van mensen, zet er goed op in!
 Klant laat zich voor 90% leiden door gevoelens wanneer ze een beslissing nemen

19. Parafraseer telkens opnieuw de kernboodschap van de (potentiële) klant


 Het is niet belangrijk wat iemand communiceert, wel wat hij wil zeggen/ communiceren
 = de betekenis van zijn boodschappen
 Herhaal daarom in je eigen woorden hoe je de boodschap interpreteert van de klant = parafraseren
 Vraag ook om in te stemmen of je samenvatting van de boodschap correct is


20. Ban de voorwaardelijke wijs en woorden of uitdrukkingen die twijfel zaaien uit uw woordenboek


 Je kan de klant niet overhalen of zekerheid geven met de woorden zoals “misschien, denken, zou…”




Pagina 5 van 65

,21. Laat zowel je verbale als je lichaamstaal overeenstemmen met die van je gesprekspartner


 Verkopers matchen hun gesprekspartner nog te weinig
 Terwijl klanten liever een verkoper hebben die op hen lijken
 Speel hier handig op in door hetzelfde te spreken, volume, intonatie, … aan te passen


22. Het correct inschatten van een gegeven verplicht ook om alles in een tijdskader te plaatsen


 De verkoper houdt meestal enkel rekening met de specifieke situatie waarin hij zich bevindt


23. Maak duidelijke afspraken omwille van een optimale opvolging en planning


 Afspraken worden vaak te vaag ingevuld, daardoor zijn ze vatbaar voor diverse interpretaties
 Daardoor heb je miscommunicatie als direct risico
 Goede afspraken beantwoorden aan het QQCPQ- principe
 Qui? Quoi? Comment? Pour quand au plus tard? = wie doet wat, hoe en tegen ten laatste wanneer?
 Ook empathie is belangrijk: verplaats je in de andere persoon!

 Het DMU: Decision Making Unit
 Een beslissingseenheid/ besluitvormingsunit die betrokken is bij een aankoopproces
 Belangrijk om te weten wie allemaal bij dit proces zit, voor je argumenten

Het principe van SOFTEN
 Smile, Open posture, Forward lean, Touch, Eye contact, Nod


24. Registreer enkel salesdata die praktisch bruikbaar zijn


 Registreren omdat het moet, heeft geen zin
 Fiches en rapporten van salesmedewerkers zijn vaak niet concreet genoeg ook al werken ze er uren aan
 Daarom niet geschikt om actiepunten uit te distilleren


25. Beschouw jouw (potentiële) klant nooit enkel als CONsumer, maak van hem een PROsumer!


 Betrek je (potentiële) klant actief (ook in produceren van aanbod – prijs…)
 De klant is zo veel en zo vroeg mogelijk je partner bij het tot stand komen van zijn aanbod alsook de
tegenprestatie (de prijs) die hij daarvoor in ruil geeft
 Je onderneming moet naast het aanbod ook een totaal samenwerken op zoveel mogelijk
ondernemingsvlakken aanbieden

Denk aan het Ikea- effect
 Hoe meer betrokken je (potentiële) klant wordt bij het aankoopproces (jouw verkoopproces), hoe meer
hij mag ‘co-creëren’ en hoe hoger deze het eindresultaat zal waarderen




Pagina 6 van 65

,1 HF 1: WAT JE ZEKER MOET WETEN
1.1 WAAROM MOET DE (POTENTIËLE) KLANT MET JOUW ONDERNEMING
(BLIJVEN) SAMENWERKEN?

 Hoe moet je als klant kiezen tussen leverancier A en leverancier B?
 Deze vraag vormt een van de rode draden
 Je moet een antwoord kunnen geven op de vraag:

De cruciale businessvraag:
“waarom moet ik voor jouw onderneming/ aanbod kiezen en blijven kiezen?

 Onthou dat de (potentiële) klant een toekomstig resultaat inkoopt
 Ze moeten NU beslissen en in de toekomst kunnen ze pas de juistheid van de beslissing testen
 Het is moeilijk om te achterhalen of de klant al dan niet tevreden is

 De reden waarom iemand iets koopt, verschilt van persoon tot persoon voor hetzelfde product
 Voor iemand is het een voordeel en voor iemand anders kan het een nadeel zijn

De bovenstaande cruciale businessvraag, stemt tot fundamenteel denken:
 Wil je acties / besluiten / opinies opleggen?
 Of heb je liever dat de klanten een gevoel van betrokkenheid/ inspraak hebben?
 Verkopen/ aankopen is een werkwoord!


1.2 BELANGRIJKE VASTSTELLINGEN/ SUGGESTIES

 Creëer trouw aan jouw bedrijf in plaats van aan jouw aanbod
 Een slecht aanbod is per definitie onbestaande
 (potentiële) klanten hebben graag keuze, maar kiezen nooit graag
 Er is een overvloed van aanbieders van (relatief) hetzelfde aanbod
 Iedereen zegt: “wij zijn de beste”; “wij hebben de beste prijs-kwaliteitsverhouding”; …
 Iedereen kent dit, mensen hebben hier geen boodschap meer aan




Pagina 7 van 65

,1.3 DIENEN DOET VERDIENEN

 Dienen = ten dienste staan van (zowel voor als na het verkopen/ aankopen)
 Dienen is geen synoniem voor bedienen
 Je onderneming en aanbod zijn een tool om de klant zijn ondernemingsobjectieven te helpen realiseren

Waarom?
 Dienstverlenende attitude en competentie is essentieel om 5 redenen

Redenen Uitleg
 Klanten betalen eigenlijk jouw loon = financiële inkomsten
1. Je klanten zijn je
 Hou dit altijd in gedachten als je iets voor hen doet
eigenlijke werkgevers
 P van prijs: belangrijkste en enigste dat zorgt voor inkomen
 Enthousiaste, tevreden klanten = gratis publiciteit
 Delen hun tevredenheid met 3 mensen
 Deze reclame is doeltreffend en kost je geen geld/ tijd
2. Je klanten zijn
ambassadeurs voor je  Ontevredenen klanten
zaak/ aanbod  Delen hun ontevredenheid met 11 mensen
 Zorgen voor publiciteit voor je concurrenten
 TIP: transformeer je enthousiaste klanten om tot levende reclame-
instrumenten
3. Je klanten zijn  Bieden continu info over behoeften – verlangens, wensen …
databanken  Bestaande klanten geven het meeste info over je directe concurrentie
 Slecht! Zo’n mensen denken dat ze alles mogen
4. Klant is koning, als hij
 = commercieel prostitutiebeleid als je iedereen zo gaat behandelen
koninklijk gedrag stelt
 Je moet handelen naar een win-winsituatie voor beide partijen
5. Een gezond partnership  Streef naar een synergetisch effect als eindresultaat
op LT  Zorg dat de dingen goed samen gaan en dat 1 + 1 meer is dan 2

Hoe?
 Door een enthousiaste tevredenheid te verkrijgen
 Hoe enthousiaster de klant, hoe groter de kans dat hij trouw blijft aan jouw onderneming
 Loyale klanten zorgen gemiddeld voor 23 meer omzet, winstgevendheid en groei


1.4 VERKOPEN = OVERTUIGEN/ OVERHALEN VIA AANTONEN

 Is de meest krachtige definitie van de activiteit verkopen
 Overtuigen doe je met je hoofd, overhalen met je hart
 Het gaat over het implementeren van de 4D’s
 Je doet iemand Dromen – Durven – Doen en Doorzetten
 Beste manier om iemand te overtuigen is de klant te laten voelen dat voorstellen van hem komen

 Belangrijk om de zaken aan te tonen: bewijzen wat je demonstreert
 Probeer zoveel mogelijk te demonstreren
 Je zou als synoniem voor aantonen, bewijzen kunnen gebruiken
 Bewijzen is een klantonvriendelijk woord en moet je niet gebruiken in commerciële context




Pagina 8 van 65

,Verschil tussen overtuigen en overhalen
Verschil Uitleg
 Doet 100% beroep op het verstand
 Ratio: doet mensen nadenken
 95% van het menselijke gedrag gebeurt automatisch en 5% (het rationele) niet
 Om klanten te beïnvloeden: onbewuste gedrag gaan bespelen
 We hebben de neiging om alleen info te zien die onze overtuigingen bevestigt en al
het andere te negeren = gevaarlijkste vorm van oogklepdenken, een eigen wereld

Twee overtuigingstechnieken
1. De voet tussen de deur
 Je begint met een klein verzoek/ lokkertje
 Vervolgens kom je met een groter verzoek, het item waar het allemaal om draait
Overtuigen  Illustratie van een klein verzoek in een vraag: verandert iets in het denkpatroon
 Het groot verzoek volgt: mensen worden meegaand door het consistent handelen

2. De “gratis-op-proef” of “ontevreden-geld-terug”
 Eerst krijg je meer vertrouwen in het aanbod
 Daarna accepteer je de prijs en/of verkoopsvoorwaarden gemakkelijker
 Teruggeven = het risico dat de mensen lopen gaat verminderen

Vier woorden die je overtuigingskracht zeer sterk doen toenemen = BYAF
 But You Are Free
 Kernboodschap aan klant: voel je niet verplicht om in te gaan op het voorstel!
 Waarom? Je toont zo aan dat je hen keuzevrijheid geeft
 Doet 100% beroep op gevoelens, emoties
 Emoties: laat mensen handelen
 Heeft niets te maken met over de streep te trekken
 Je gaat meer, sneller en gemakkelijker verkopen door frequent de gevoelens van
(potentiële) klanten te bespelen, te verwoorden en bespreekbaar te maken
 Ga van denken naar voelen
 Verkoper die enkel vanuit het hoofd handelt: behoort tot de verliezers
 Je hebt positieve en negatieve emoties
 Negatieve emoties beïnvloeden ons gedrag sterker dan positieve

Positieve emoties (zie pagina 7 cursus)
 Empathie, affectie, aspiratie, plezier, optimisme, enthousiasme, geruststelling, …
Overhalen  Angst: is een krachtige emotie (geld verliezen, zien dat iets is uitverkocht …)
 Kleuren die emoties oproepen alsook vormen
 Bv.: empathie: oranje – blauw
 Bv.: ronde vormen: relatie – liefde – hulpvaardigheid (denk aan Apple)

5 stellingen over emoties die werken op je gemoed
1. De echte menselijke natuur is gefixeerd op zichzelf, de mens heeft wensen en
verlangens en wil die invullen
2. De mens wordt geleid door genetische eigenschappen, maar beseft dat zelf niet of
toch onvoldoende
3. Mensen hebben weinig aan technische omschrijvingen
4. Mensen evalueren een aanbod door emoties te volgen die ze voelen via dat aanbod
5. Mensen willen emotionele ervaringen en sociale verbindingen



Pagina 9 van 65

, 1.4.1 FUNDAMENTELE BEÏNVLOEDINGSPRINCIPES VAN CIALDINI

 Er zijn volgens Cialdini 8 breinvoorkeuren
1. Commitment – consistentie – herkenning
2. Sociale bewijskracht
3. Autoriteit
4. Wederkerigheid
5. Sympathie
6. Schaarste
7. Korte termijn voordeel
8. Begeerte is summum


1.4.1.1 HET CONSISTENTIEPRINCIPE

 Uitgangspunt: mens neigt automatisch naar onveranderlijkheid in denken – voelen – spreken – handelen
 Consistentie = hetzelfde gedrag steeds opnieuw weer vertonen
 Mensen willen wel veranderen maar doen dit uiteindelijk met tegenzin
 Probeer het gedrag te veranderen via tussenstappen (zie pagina 7 voorbeeld)

Het ja- ritme
 Laat mensen experimenteren in plaats van te veranderen, is minder bedreigend
 Ga ervan uit dat de klant op alles neen zegt en transformeer deze in een feitelijke ja = doel!


1.4.1.2 HET SOCIAAL - BEWIJSPRINCIPE

 Mensen worden beïnvloed door wat anderen vinden en doen
 Als de grote massa iets koopt en positief staat t.o.v. het product:
 Dan gaan de meeste mensen mee doen met de kudde uit angst er niet bij te horen
 Mensen hebben de neiging richtlijnen te volgen van mensen die op hen lijken = imitatiegedrag
 Je kijkt in een situatie hoe anderen denken en handelen = spiegeleffect
 Swarm Intelligence: kracht van de grote massa/ getallen
 Sociale bewijskracht oefent de grootste invloed uit op onzekerheid en gelijksoortigheid


1.4.1.3 AUTORITEITSPRINCIPE

 Mensen laten zich beïnvloeden door personen met een superieure positie
 Gezag maakt indruk en dwingt respect en gedragsverandering af
 Dit principe zie je ook in het bedrijfsleven


1.4.1.4 WEDERKERIGHEIDSPRINCIPE

 Voor wat hoort wat = evenwaardig
 Een dienst verdient een wederdienst, een gunst verdient een wedergunst
 Wederkerigheid is gebaseerd op het principe ‘geven en ontvangen’
 = het gevoel van in de toekomst iets aan een ander verplicht te zijn, maakt de ontwikkeling van
diverse soorten acties en duurzame relaties mogelijk
 Onverwachtheid: als je onverwacht een cadeautje geeft/ … kan dat een positieve impact hebben




Pagina 10 van 65

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur eliseverhaeghe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

50064 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,59  4x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté