VSNED2 FEBE DE WINNE 2020-2021
VSNED2: TAALBESCHOUWING
DEEL 1: WOORDLEER
Semantisch = op vlak van betekenis
Morfologisch = op vlak van woordvorming
Syntactisch = op vlak van grammaticale functie
1. HET ZELFSTANDIG NAAMWOORD (ZN)
Een zelfstandig naamwoord…
- Een woord dat een zelfstandigheid aanduidt; bevat essentiële info.
- Een woord waarvan meestal een meervoud, een verkleinvorm + genitief gevormd kan worden.
Vaak de kern van samenstellingen.
- Een woord waar “die” of “dat” voor kan staan.
Het kan een zinsdeel(stuk) zijn.
1.2 CATEGORIEËN – SEMANTISCH
Soortnamen
= Duiden een soort aan: de ene soort dingen/wezens onderscheidt zich van de andere.
Bv. een leraar, een zakmes, een behandeling, een spoedopname,…
Eigennaam
= Duiden iemand/iets unieks aan: ze onderscheiden individuele dingens/wezens tegenover elkaar.
à STEEDS MET EEN HOOFDLETTER!
Bv. Elise, Zweden, Dafalghan,…
Concreta of concrete substantieven
= Duiden tastbare/waarneembare zelfstandigheden aan; doorgaans een meervoud.
Bv. een boek, een mens,…
3 onderverdelingen:
- Voorwerpsnamen
o Persoonsnamen: een leraar
o Dierennamen: een aap
o Zaaknamen: een stoel
- Stofnamen bv. diamant, lood, …
- Verzamelnamen bv. gebladerte, aantal,…
Abstracta of abstracte substantieven
= niet tastbaar + meestal geen meervoudsvorm.
Bv. januari, maart, hoofdpijn, eenzaamheid,…
OPMERKING:
De concreta doorkruisen elkaar waardoor er soms sprake is van subklasseverschuiving.
= manifesteert zich meestal in een verschillend lidwoord
Bv. Er zitten tien diamantjes in mijn ring. ßà Dat kunstwerk is uit diamant gemaakt.
Ik hou niet van voetbal. ßà Ik trapte tegen de voetbal.
-1-
,VSNED2 FEBE DE WINNE 2020-2021
Twee soorten substantieven:
- Telbare substantieven
o Vertonen een enkelvoud – meervoudoppositie.
Bv. zus/zussen
o Kunnen gecombineerd worden met het lidwoord “een”.
Bv. een zus
o Komen in het MV voor met zowel een onbepaald als een bepaald hoofdtelwoorden.
Bv. drie zussen/veel zussen
- Niet-telbare substantieven
o Vertonen geen enkelvoud – meervoudoppositie.
Bv. rook/roken
o Kunnen niet met het lidwoord “een” gecombineerd worden.
Bv. een rook
o Hebben geen meervoudsvorm.
o Dulden geen bepaalde hoofdtelwoorden.
Bv. 7 rook
o Kunnen wel voorkomen zonder lidwoord en met onbepaalde hoofdtelwoorden.
Bv. weinig rook
OPMERKING:
Heel wat substantieven kunnen zowel tastbaar als niet-tastbaar voorkomen.
Strikt genomen hoeft het verschil tussen telbaar en niet-tastbaar zelfs niet samen te hangen meteen
werkelijkheidsverschil.
1.3 CATEGORIEËN - SYNTACTISCH
Syntactisch gezien kan men substantieven indelen op grond van het genus OF woordgeslacht: mannelijk,
vrouwelijk, onzijdig.
- DE-WOORDEN
Er wordt met ‘hij’ (hem, zijn) of ‘zij’ (ze, haar) verwezen.
- HET-WOORDEN
Er wordt met de voornaamwoorden ‘het’ (het, zijn) verwezen.
à nooit mannelijk/vrouwelijk
- HIJ-WOORDEN (= mannelijk
OPMERKING:
- Samenstellingen = het hoofdtelwoord bepaalt het genus
- Verkleinwoorden = het- woorden
- Een beperkt aantal substantieven heeft zowel de als het (soms betekenisverschil).
-2-
, VSNED2 FEBE DE WINNE 2020-2021
1.4 CATEGORIEËN – GRAMMATICAAL
In het Nederlands krijgen substantieven nog zelden naamvallen.
De datief vinden we enkel in vaste verbindingen + archaïsch taalgebruik terug.
Bv. ’s maandags, ten tijde van, met voorbedachten rade, ten huize van, ter goeder trouw, ’s avonds,..
Slechts eigennamen + paar persoonsnamen (vader, moeder, oom, tante, broer, zus) vormen hier een
uitzondering op.
à Vaak een genitiefvorm (= bezitsvorm) = ‘s/-s
Kan in de gewone schrijftaal/spreektaal vervangen worden door een constructie met een bezittelijk
voornaamwoord.
1.5 CATEGORIEËN – VORMEN VAN GRONDWOORDEN
Een zelfstandig naamwoord kan verschillende vormen aannemen naargelang de vorm van het grondwoord.
- Meervoud
= bij telbare zn’s om aan te duiden dat er meer dan 1 iets is.
- Verkleinvorm
= om te spotten/te liefkozen/te zeggen dat iets klein is.
- Samenstelling
= met een ander grondwoord om gebald/specifieker te verwijzen naar zaken.
1.6 DENOMINALISEREN
Je kan werkwoorden nominaliseren: soms handig maar zorgt vaak voor een zwaardere stijl.
Bv. het ontdekken van à toen zij… ontdekten; door … te ontdekken,…
Nadelen?
- Zinsconstructies zijn moeilijker/onpersoonlijker/afstandelijker/statischer.
- Leveren te veel voorzetselconstructies op.
ð Gebruik dit enkel als je handelingen/processen op de voorgrond wil plaatsen ipv de handelende
persoon.
-3-