Bloedvaten en bloedsomloop
Anatomie
Te kennen figureren : 13.8, 13.15, 13.16, 13.18 a, 13.19, 13.20, 13.21,
13.22, 13.24
,13.1 Bouw van de bloedvaten
Wand van de arteriën en venen : 3 lagen
Tunica interna (=tunica intima)
→ Elastische vezels
Tunica media
→ Glad spierweefsel in collagene en elastische vezels, 2 lagen gladde
spiercellen die invloed hebben op druk en stroomsnelheid
Tunica externa (=tunica adventitia)
→ Koker bindweefsel rond bloedvat, geeft stabilisatie
, 13.1 Bouw van de bloedvaten
Arteriën
- Dikkere wand dan venen : bevat meer elastische en spiervezels (moeten hoge druk kunnen opvangen)
Elastische arteriën
→Veerkrachtige bloedvaten
→Wand : meer elastische dan spiervezels
Systole = uitrekking van de vaten, drukstijging zwakt af door elastische vezels
Diastole = vene plooit terug op oorspronkelijke vorm en de drukdaling zwakt af
Gespierde arteriën
→Middelgrote arteriën
→Vervoerd bloed naar skeletspieren en inwendige organen
→Meer glad spierweefsel, minder elastische vezels (invloed op stroomsnelheid en bloeddruk)