Marketing intelligence:
1
,Marketing intelligence beschrijft alle handelingen en informatie die
betrokken zijn bij het data-gestuurde onderdeel van moderne marketing.
De mogelijkheden die Big Data-technologieën bieden aan moderne
marketeers zijn onontbeerlijk geworden in het marketingproces.
De uitdaging wordt: Hoe vertaal je die enorme hoeveelheid data naar bruikbare
inzichten?
Situering marketing intelligence:
Alle informatie die relevant is voor markten waarop een bedrijf zijn activiteiten
ontplooit. Deze informatie wordt verzameld en geanalyseerd ten bate van
accurate en betrouwbare decision making voor het bepalen van kansen in de
markt, strategieën voor marktpenetratie en het meten van marktontwikkeling.
Marketing intelligence bepaalt welke informatie benodigd is, verzamelt en
analyseert deze en levert het aan de marketing manager die het nodig heeft.
Belgische marketingvakliteratuur: mediamarketing en pub. (online:
Frankwatching)
Hoofdstuk 1: Marketing en de rol van analytics
Marketing is the activity, set of institutions, and processes for creating,
communicating, delivering, and exchanging offerings that have value for
customers, clients, partners, and society at large.
In het Nederlands: Marketing is de activiteit, het geheel van instellingen en
processen voor het creëren, communiceren, leveren en uitwisselen van
aanbiedingen die waarde hebben voor klanten, partners en de maatschappij in
het algemeen.
Drie cruciale elementen (3 entiteiten) in deze definitie: (ODA)
1. Organisatie: bedrijf, overheid, zelfstandige, winkel, school, …
2. Doelgroep: klanten, gebruikers, bewoners, …
3. Aanbod: product, dienst, overtuiging, …
1.2 Veranderend medialandschap:
Van industriële revolutie naar internetrevolutie
Industriële revolutie: massa-productie (schaalvergroting) en massa-
communicatie (enorm bereik) .
Massacommunicatie wordt gekenmerkt door éénrichtingsverkeer. (Zender
bepaalt wat ontvanger ziet & hoort.)
Internetrevolutie (vanaf 1993): iedereen kan publiceren, delen, reageren.
Internet wordt een primaire levensbehoefte (vastgelegd in Duitsland)
2
, Iedereen mobiel:
De smartphone is de connectie tussen het internet en de fysieke wereld •
Vlaanderen 2019: 90% bezit een smartphone (Digimeter 2020). (47% kan
niet zonder smartphone)
1.2.3 Vervlechting online en fysieke wereld
Integratie online en fysieke wereld:
klantenkaarten, digitale interfaces, contactloos betalen
Dataficering: organisaties beschikken over steeds meer data van en via
hun gebruikers
IoT (= the Internet of Things) steeds meer dingen verbonden met het
internet
RFID-tags (= Radio Frequency IDentification) identificatie met
radiogolven (koelkast)
1.3 Betekenis van de ontwikkelingen voor organisaties:
1.3.1 Van push naar pull:
Consument bepaalt zelf welke media hij consumeert => via opt-in:
klant geeft zelf toestemming om gegevens te gebruiken.
Er komen steeds meer touchpoints (klantcontactmomenten van een
bepaald merk via een bepaald medium) binnen de customer journey
om waarde te creëren.
1.3.2 Vindbaarheid:
Van lean backward naar lean forward (consument actief in controle) =>
de consument controleert en zoekt zelf naar informatie.
UGC (=User Generated Content): content wordtdoor andere
consumenten gecreëerd voor op fora, wiki’s, reviews etc.
1.3.3 Van zenden naar interactie:
Sociale media zijn alomtegenwoordig: de Vlaming ‘jongleert’ met
sociale media
Marketeers willen always-on contact met de klant
Inzet van social mediamonitoring en webcare
1.3.4 Customer journey :
3
, Er zijn steeds meer touchpoints met de (potentiële) klant
Het klassieke AIDA-model (awareness, Interest, Desire, Action) is niet
meer realistisch: de consument neemt nu zelf initiatief.
De customer journey wordt een non-lineair proces
Een merk wil erkend en herkend worden om door de consument te
worden gekozen
Toenemend belang van de ‘postpurchase experience’ (wat doet de
klant na de koopervaring?)
brand salience= hoe prominent een merk aanwezig is in het hoofd
van de doelgroep
Initial consideration set= oorspronkelijke overwegende opties
4