SOCIALE WETGEVING
Domein van de sociale wetgeving:
o Sociale wetgeving omvat
Arbeidsrecht: bescherming bieden tegen WG
Sociale zekerheidsrecht: menswaardig bestaan verzekeren
(gewaarborgd inkomen, werkloosheidsuitkering, pensioenen…)
o Bijzonder doel van sociale wetgeving
Bescherming van belangen van de werknemers
Bevorderen van hun welzijn
Inhoudsopgave
1 Collectieve arbeidsverhoudingen........................................................................2
1.1 Individuele arbeidsovereenkomsten regelen individuele
arbeidsverhoudingen........................................................................................... 3
1.2 Collectieve arbeidsovereenkomsten regelen collectieve
arbeidsverhoudingen........................................................................................... 4
1.3 Werknemersorganisaties............................................................................... 4
1.3.1 ABVV....................................................................................................... 4
1.3.2 ACV......................................................................................................... 5
1.3.3 ACLVB..................................................................................................... 5
1.4 Werkgeverorganisaties.................................................................................. 6
1.4.1 Nationaal (= interprofessioneel):............................................................6
1.4.2 Regionaal................................................................................................ 6
1.4.3 Sectoraal (= professioneel).....................................................................6
1.5 Besluit CAO................................................................................................... 6
1.5.1 De Nationale Arbeidsraad.......................................................................7
1.5.2 Paritaire (sub-)comités............................................................................ 7
1.5.3 Onderneming.......................................................................................... 9
1.6 Syndicale afvaardiging.................................................................................. 9
1.6.1 Ondernemingsraad.................................................................................. 9
1.6.2 Comité voor Preventie en Bescherming op het werk (het orgaan op
uitstek als het gaat om het welzijn van de WN).............................................10
1.7 Interprofessioneel akkoord (IPA).................................................................10
2 Arbeidsovereenkomsten (individueel)...............................................................12
2.1 Algemeen.................................................................................................... 12
2.1.1 Begrip arbeidsovereenkomst................................................................12
2.1.2 Gezag.................................................................................................... 13
2.2 Verplichtingen van de partijen....................................................................19
2.2.1 Gemeenschappelijke verplichtingen.....................................................19
P a g i n a 1 | 64
,Carole Declercq Sociale Wetgeving KMO 2A
2.2.2 Verplichtingen van de werknemer........................................................23
2.2.3 Verplichtingen van de werkgever..........................................................24
2.3 Bedingen..................................................................................................... 26
2.3.1 Concurrentiebeding............................................................................... 26
2.3.2 Geheimhoudingsbeding (= confidentieel beding).................................29
2.3.3 Scholingsbeding (Pagina 53-54-55 Sociaal wetboek)............................29
2.4 Schorsing..................................................................................................... 30
2.4.1 Begrip.................................................................................................... 30
2.4.2 Oorzaken van schorsing........................................................................31
2.5 Einde........................................................................................................... 39
2.5.1 Algemene beëindigingswijzen...............................................................39
2.5.2 Arbeidsrechtelijke beëindigingswijzen (ontslag)...................................41
2.6 Arbeidsreglement........................................................................................ 48
2.6.1 Vermeldingen in arbeidsreglement.......................................................48
2.7 Loonbescherming (zelfstudie).....................................................................49
2.7.1 Begrip LOON.......................................................................................... 49
2.7.2 Bescherming van het loon.....................................................................49
2.8 Arbeidswet.................................................................................................. 50
3 Sociale zekerheid.............................................................................................. 56
3.1 Inleiding....................................................................................................... 56
3.1.1 Algemeenheden – wat is sociale zekerheid?.........................................56
3.1.2 Toepassingsgebied van de sociale zekerheidswetgeving......................57
3.1.3 Structuur van de Belgische sociale zekerheid.......................................57
3.1.4 Berekening van de bijdragen................................................................59
3.1.5 Verplichtingen van de werkgevers t.o.v. RSZ........................................62
3.1.6 Sancties................................................................................................ 62
4 Sociaal strafwetboek......................................................................................... 64
5 Oplossing van geschillen................................................................................... 64
6 Sociaal statuur van de zelfstandigen.................................................................64
7 Administratieve formaliteiten van de werkgever...............................................64
1 COLLECTIEVE ARBEIDSVERHOUDINGEN
Definitie: organisaties voor hun aangesloten leden met elkaar onderhandelen en
finaal tot een afspraak komen, die afspraak = CAO
Geschiedenis: ontstaan door afschaffing van de wet “Le Chapelier”: men wou
de macht van de ambachten en de gilden aan banden leggen, als je een bepaald
beroep wou uitoefenen (vb. hoefsmit), dan was het verplicht om hier goedkeuring
P a g i n a 2 | 64
,Carole Declercq Sociale Wetgeving KMO 2A
voor te vragen. Er was dus een grote macht van collectieve organisatie
(ambachten en gilden) die men in de 19 de eeuw (1867) hebben afgeschaft.
Om meer te expliceren: er was een verbod op verenigingen van arbeiders en het
kwam er op neer een verbod op vakbonden en stakingen.
In het begin van de 20ste eeuw was er een schoorvoetend eerste stappen richting
sociaal overleg.
In 1944 is er een sociaal pact afgesloten, dit is het eerste moderne
begin van een sociaal overleg in België.
Sociaal overleg was de compensatie voor machtsonevenwicht tussen WN & WG
Sociaal pact bestond uit:
o Sociale solidariteit: loon, pensioen, ziekte en
invaliditeit, werkloosheid, kinderbijslag
o Paritaire samenwerking (= samenwerking op basis van
2 groepen, die op gelijkmatige basis worden
vertegenwoordigd): onderneming, industrieel gebied,
nationaal
1.1 Individuele arbeidsovereenkomsten regelen individuele
arbeidsverhoudingen
Definitie: overeenkomst waarbij een werknemer zich ertoe verbindt om: arbeid
te verrichten tegen betaling van een loon en onder gezag van de werkgever. De
wet vereist niet dat bij een individuele arbeidsovereenkomst alles op papier moet
staan, je zou dus tewerk kunnen gesteld worden door een mondelinge
overeenkomst. Een geschreven arbeidsovereenkomst is altijd voor onbepaalde
duur en voltijdse tewerkstelling.
Voorbeeld: als ambtenaar werk ik aan de FOD Financiën van Gent, de overheid
beslist dat ze geen ambtenaren meer nodig hebben in Gent maar wel in Aalst en
plaatsen u over.
Arbeidsovereenkomst: een werknemer werkt, handelt onder het gezag van zijn
werkgever.
Als er geen gezagsrelatie is, dan is er geen sprake van een werknemer maar van
een zelfstandige prestant van dienst: Aannemingsovereenkomst: een
overeenkomst die wordt gesloten door een zelfstandige dienstverlener en zijn
opdrachtgever
Verschil arbeidsovereenkomst & aannemingsovereenkomst: het gezags-gegeven
Verschil werknemer & ambtenaar: ligt niet op het terrein van het gezag maar van
Overheid kan gebruik maken van 2 benoemingen: statutaire benoemingen (enkel
publieke sector) en arbeidsovereenkomsten (alle sectoren).
P a g i n a 3 | 64
, Carole Declercq Sociale Wetgeving KMO 2A
1.2 Collectieve arbeidsovereenkomsten regelen collectieve
arbeidsverhoudingen
Definitie: overeenkomst waarbij er een collectieve onderhandeling is met
collectieve afspraken, dit is enerzijds een akkoord tussen 1 of meerdere
representatieve werknemersorganisaties en anderzijds tussen 1 of meerdere
representatieve werkgevers(organisaties). Hier staan individuele en collectieve
betrekkingen tussen werknemers en werkgevers in de
onderneming/bedrijfssector.
Voordeel sociaal overleg:
1. De inkomenskloof in België behoort tot de kleinste ter wereld, vakbonden
slepen voor massa meer uit de brand dan individu
2. Economie is door medezeggenschap van sociale partners bestand tegen
schokken
(vb. automatische indexatie waardoor koopkracht gegarandeerd blijft)
Nadelen sociaal overleg:
1. Onder druk van de vakbonden weinig laagbetaalde arbeid in België wijst
op gebrek aan dynamisme
2. Weinig nachtwerk of tijdelijke arbeid door strikte regels
3. Flexibiliteit wordt in het gedrang gebracht (vb. hervorming 38-urenweek)
4. Er is meer dynamiek gewenst als je kijkt naar de impact op de
tewerkstelling
1.3 Werknemersorganisaties
3 grote vakbonden:
o ABVV (= Algemeen Belgisch Vakverbond)
o ACV (= Algemeen Christelijk Vakbond)
o ACLVB (= Algemeen Centrale der Liberale Vakbonden)
Juridische aspecten?
Grondrechten:
o Vakbondsvrijheid
o Recht om actief op te treden
Representativiteit
Rechtspersoonlijkheid?
o In principe niet
o Uitzonderingen op grond van de wet: beperkte, functionele
rechtspersoonlijkheid)
1.3.1 ABVV
Het is een socialistische vakbond, voorzitter: Thierry Bodson
Verzetten zich tegen concurrentie en individualisme, in de praktijk is het de
meest militante vakbond
Waarden:
o Arbeidscontrole
o Gelijkheid
o Rechtvaardigheid
P a g i n a 4 | 64
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur caroledeclercq22. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.