DEEL 1: inleiding tot het recht
1. Inleiding
Definitie
• Er bestaat geen algemeen aanvaarde bepaling van recht, het is onmogelijk tot 1
definitie van recht te komen
• Enkele definities:
- Recht = systeem van instellingen en regelingen dat in zijn geheel op een
dwingende wijze de uiterlijke aspecten van het samenleven ordent en bevordert
- Recht = geheel der regels die op een bepaald tijdstip, in een bepaalde
gemeenschap gelden en op haar gezag zijn vastgesteld.
- Recht = stelsel van dwingende leefregels uitgevaardigd tot beveiliging van
menselijke belangen welke in het contact der samenleving in het gedrang dreigen
te komen.
Kenmerken van het recht
1. Het recht is een geheel van regels, regelingen en instellingen
• Het recht wordt gevormd door gedragsregels: in het recht komen tal van regels
voor die aan de individuen een bepaalde gedraging voorschrijven, ze leggen iets op
of verbieden iets en ze kunnen een verlofbepaling inhouden
- Gebodsbepalingen: verboden, staat niet altijd in strafrecht maar wel allemaal
verboden
Voorbeelden: Aangifte van geboorte, kiesplicht, (vroeger) dienstplicht, door rood
licht rijden, moord, fraude, stelen, wegcode
- Verbodsbepalingen: wat niet mag, maar niet bestraft wordt
Voorbeelden:
o Bigamie: niet in strafrecht, verbod om met meer dan 1 persoon tegelijk
getrouwd te zijn
® Bij ons monogamie, polygamie is verboden > islam en VS wel polygamie
o Het strafrecht
o Oneerlijke handelspraktijken
® Geen leurhandel meer (deur aan deur verkoop): nu 7 dagen bedenktijd bij
aankoop
® Ander vorm van “oneerlijke handelspraktijken”: dingen die we online
kopen komen vaak vanuit een ander land zoals China terwijl dit niet
vermeld is
- Verlofbepalingen: regels die niet moeten nageleefd worden, maar waar de
"mogelijkheid" bestaat om er gebruik van te maken
Voorbeeld: indexering van woninghuur
, - Louter technische regels: dienen om het rechtsapparaat te laten draaien, geen
gebod of verbod, geen effect op ons gedrag
Voorbeelden: de akten van de Burgerlijke Stand, de inhoud van een dagvaarding,
de regels over de verplichte vermeldingen op een rijbewijs of een identiteitskaart
o Akte van burgerlijke stand: heel je leven in beeld gebracht bij de overheid
(geboorteakte, huwelijksakte, …) > elke akte verwijst ook naar vorige aktes
(stamboom)
o Dagvaarding: uitnodiging op rechtbank
• Het recht omvat het geheel van regelingen en instellingen: het recht
omschrijven als een geheel van regels is te eng. Het recht bestaat niet alleen uit
abstracte normen die een algemene draagwijdte hebben en die op iedereen van
toepassing zijn.
- Het recht bestaat ook uit regelingen die geen regels of normen zijn
Voorbeelden:
o Beschikkingen die een individuele draagwijdte hebben, zoals benoemingen,
berichten van naamsverandering, …
o De rechtspraak
- Het recht bevat ook een aantal regels die betrekking hebben op de instellingen
van het land, zoals:
o De staatsstructuur: de samenstelling, de werking en de bevoegdheid van de
wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht.
o De gerechtelijke organisatie: de samenstelling, de werking en de
bevoegdheden van de rechtbanken.
2. Het doel van het recht is het ordenen van de samenleving
• Het recht is een instrument om het samenleven in groep mogelijk te maken
- Vanaf men in groep leeft, dienen afspraken gemaakt te worden
- Recht is geen doel op zich, maar een middel om beleidsopties te realiseren
o Het uitstippelen van het beleid of het doel dat men wil bereiken is een politiek
gebeuren en geen kenmerk van recht
- Recht = afspiegeling van overheersende maatschappelijke tendensen in de
maatschappij, een afspiegeling van de waarden die historisch zijn gegroeid
o Recht is dus noodzakelijk tijdsgebonden: recht is het resultaat van
verschillende ideologische stromingen die onze maatschappij hebben
beïnvloed
o Onze maatschappij en dus ons recht zijn sterk beïnvloed door de joods-
christelijke godsdiensten, de principes van de Franse revolutie en kapitalisme,
nationalisme en individualisme
• Er is in de samenleving een toenemende "juridisering” merkbaar
- Meer en meer de neiging alles te willen regelen
, o Vb: de wet over wettelijke samenwoning: introduceerde meer
samenlevingsvormen in onze maatschappij, het onderwijs, de medische
aansprakelijkheid
- Door toenemende complexiteit van de samenleving, wordt het recht ook
complexer
o Vb: aanvankelijk bevatte het Burgerlijk Wetboek slechts enkele bepalingen
over de huur. Nu zijn er specifieke regels over woninghuur, landpacht,
handelshuur en bestaan er nieuwe aanverwante rechtsfiguren, zoals de
leasing.
- 3 componenten
o Stelselmatige toename van hoeveelheid recht in samenleving
o Behoefte om algemene wetgeving apart en specifiek in de wetgeving te
plaatsen > toename complexiteit
o Regelgeving op plaatsen waar vroeger geen recht was > toegenomen
mondigheid vd burger
3. Er bestaat een binding tussen gezag en recht
• Kleine primitieve gemeenschappen: recht = afspraken die men onderling maakte
• Complexe samenleving: moeilijk om burgers rechtstreeks te betrekken bij het maken
van rechtsregels. Het recht wordt gemaakt door een erkend gezag, dit is ook nodig
om de naleving van de rechtsregels af te kunnen dwingen.
• Onze maatschappij: parlementaire democratie met een koning aan het hoofd
- De soevereine volkswil = de verkozen vertegenwoordigers in het parlement, die
samen met de niet verkozen vorst het hoogste orgaan uitmaken
• Vroeger Goddelijk gezag: sinds Franse revolutie geen goddelijk gezag meer
- Restanten hiervan: bv speciale diensten in kerken op feestdagen
- Gezag komt uit het volk, volk is drager van soevereiniteit: bv Brexit
- Zwitserland: referendum/volksraadpleging
- België 1 keer referendum gebruikt: mag Leopold 2 terugkeren? Lichte
meerderheid zei ja, Walen wouden nog koning en Vlamingen eigenlijk niet
meer. Eventjes geen koning gehad in België tot meerderjarigheid koning
boudewijn.
o DUS normaal geen volksraadpleging in België, maar toch macht bij volk >
volksvertegenwoordigers kiezen voor in parlement = constitutionele
parlementaire representatieve democratie
- Provincies en gemeenten mogen volksraadplegingen houden (deze zijn
adviserend, niet bindend): provincies hebben het nog nooit gedaan maar
gemeenten wel
® Bv voor oosterweelverbinding Antwerpen: meerderheid stemde tegen
o Montesquieu: scheiding der machten
Gezag en dwang kunnen niet los van elkaar gezien worden!!!
>Sterke relatie tussen gezag en dwang: hoe meer gezag, hoe minder
dwang nodig en hoe minder dwang hoe meer gezag nodig
o Bv in noord korea 1 persoon die alles beslist dus geen moreel gezag en
veel dwang nodig