Ik heb het hele boek van "Geschiedenis van het publiekrecht en de politiek", geschreven door Georges Martyn en Rik Opsommer, samengevat. Hiernaast werden ook de ppt's gelinkt aan het boek, en in de samenvatting opgenomen.
Deze samenvatting werd gemaakt tijdens het academiejaar . Hierdoor ben ik in...
Manon Iaqi Geschiedenis van het publiekrecht en de politiek 2020-2021 semester 1
, HOOFDSTUK 1: INLEIDING, DEFINITIES, DOELSTELLINGEN EN AANPAK
1. Definitie: “geschiedenis van het publiekrecht en de politiek”
A. Geschiedenis
A.1. De historische benadering is een metajuridische benadering
Hoe is de vroegere maatschappij gestructureerd? Vroegere regels kunnen ook nu gebruikt
worden bv. uitstel van betaling huur, … tijdens de coronacrisis net zoals na WO1/WO2.
Een maatschappij bestaat uit regels en sancties om de orde te handhaven. Elke maatschappij
wil steeds betere regels en sancties om als groep mensen samen te leven.
Metajuridisch = bestuderen het recht in de meest brede zin vanuit een andere wetenschap
vanuit een andere wetenschap; hoge graad van interdisciplinariteit.
Niet kijken naar het paradigma (= de invalshoek, de benadering) maar eruit stappen als
metajurist; het recht bestuderen als buitenstaander.
Carl Friedrich von Savigny (18e-19e eeuw):
- Bedenker Historische Rechtsschule
- Positief recht als resultaat van historische evolutie
- Recht drukt eigen Volksgeist uit: elk land heeft eigen nationaal recht
A.2. De wisselwerking tussen recht(swetenschap) en geschiedenis(wetenschap)
1. Geschiedenis dient het recht
Positief recht = het recht dat op een bepaald tijdstip en op een bepaalde plaats van
toepassing is.
Heuristiek = toepassing van de norm in de tijd
1. Wetshistorische interpretatie: enkel kijken naar de wettekst en de geproduceerde
voorbereidende documenten bv. het wetsontwerp, het verslag.
Op zoek gaan naar de ratio legis om de norm van de wetgever toe te passen; de
reden waarom de wet er gekomen is.
2. Rechtshistorische interpretatie: op zoek naar de indirecte bronnen van een regel
dmv. voorbereidende documenten, rechtsleer, rechtspraak en wetgeving.
Helpt om de maatschappij beter te begrijpen.
2
,Historisch argument (inhoud van recht):
Constitutionalisme = beroep doen op verworden rechten om publiekrechtelijke standpunten
te gronden.
Bv. Plakkaat van Verlatinghe: Nederlanden scheuren zich af van Spanje (1581) want niet
akkoord met de koning. Ondertekenen het Plakkaat van Verlatinghe gebaseerd op
historische argumenten.
Historische expertise (inhoud/bewijs van feiten): wanneer een expert optreedt als
gerechtelijk expert.
Bv. Tijdens de negationismeprocessen (= ontkennen van algemeen aanvaarde historische
gebeurtenissen).
2. Recht dient de geschiedenis
Recht vooral een dienende rol want zorgt voor geschreven bronnen
- Formele rechtsbronnen: wetgeving, rechtspraak, rechtsleer
- Materiële bronnen: contracten, testamenten, kerkelijke parochieregisters, …
A.3. Continuïteit
Recht ontwikkelt zich voortdurend, maar geleidelijk aan door wetgevend ingrijpen,
evoluerend gewoonterecht, evoluerende interpretatie, …
- Geleidelijke evolutie is de regel, revolutie (= terugkeer naar het oude) is de
uitzondering.
-> Vgl. Franse (1789) en Belgische Revolutie (1830): breukmomenten in het recht.
Zelf indien heel veel aspecten tegelijkertijd veranderd worden, blijft de meerderheid
ongewijzigd.
1. Materiële continuïteit = wanneer eenzelfde probleem in twee verschillende
tijdperken op inhoudelijk dezelfde wijze opgelost wordt maar adhv. andere
vormen of termen; het werkelijke land.
2. Formele continuïteit = de wet geeft de indruk dat er niets veranderd is, terwijl de
relaties in het werkelijke land wel degelijk veranderd zijn; het wettelijke land.
Bv. De schuttersgilden hadden altijd heel veel militaire macht. Maar die die nu nog
bestaan, stellen amper nog iets voor.
Bv. Met de Franse Revolutie is een einde gesteld aan het vorstelijk absolutisme, maar
niet aan de absolute vorst. De machtsuitoefening kreeg gewoon een andere inhoud
en legitimatie.
3
, Praktijk: juristen verdedigen cliënten adhv. “de waarheid”, maar iedereen heeft zijn eigen
waarheid.
A.4. Historische kritiek -> noodzakelijke reflex
Kritische omgang met bronnen, want papier is gewillig.
Vaak geschriften/wetgeving geschreven door overwinnaars, vorsten, koningen. Het
wettelijke land =/ het werkelijke land.
Er moet verder gekeken worden dan de wetteksten. Ook naar het werkelijke land kijken: law
in action.
Bv. In vele edicten en opgeschreven gewoonterechten van de Middeleeuwen en
Vroegmoderne Tijd waren tal van zware straffen terug te vinden. In de werkelijkheid bleek
dat deze niet werden uitgevoerd en het werd opgelost dmv. verzoening.
Sommige teksten hebben een intrinsieke waarde. Ze worden in de eigen tijd niet gebruikt,
maar er wordt later wel naar verwezen.
Bv. Magna Carta (1215), toegestaan door Jan zonder Land. Hij stond zwak dus moest wel
instemmen. Eenmaal terug machtig genoeg, werd het afgeschaft. De woorden doken in de
17e eeuw echter terug op.
A.5. Historische achtergrond
Prehistorie Oude Nabije Oosten Klassieke Oudheid Middeleeuwen Vroegmoderne Tijd Moderne Tijd Eigen Tijd
3500 vC. 800 vC. 476 1500 1789 1945
Ancien Régime
1. Recht is cultuur
Prehistorie – Antieke Cultuur – Germaanse verhuizingen – Burchten en heren – Steden –
Christelijke ME – Renaissance – Verlichting – Romantiek – Belle époque – Wereldoorlogen -
Globalisering
Prehistorie: geen geschreven bronnen
Antieke cultuur: Grieken & Romeinen
Germaanse verhuizingen: Germanen sloegen op de vlucht en kwamen in het Romeinse Rijk terecht
Romantiek: tegenbeweging von Savigny waarin recht als iets cultureel werd gezien
Belle époque: kolonisatie van de wereld, economische groeiperiode
2. Recht is macht: politiek
Romeinse tijdvak – Merovingen – Karolingen – Feodaliteit en territoriale vorsten –
Bourgondiërs – Spaanse Tijd – Oostenrijkse Tijd – Franse Revolutie en Napoleon – Verenigd
Koninkrijk der Nederlanden – België (unitair en federaal)
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur StudenterechtenUGent. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,09. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.