Filosofie?
1. Filosofie begint met verwondering (Plato)
2. Bedenk twee filosofische vragen en schrijft die ergens op
‘Oorsprong van de filosofie’
Etymologie: filein en Sophia
1. Griekse filein: “houden van”
2. Sophia: (godin van de) wijsheid
Oorsprong: twee visies
1. Filosofie is zo oud als de mens
2. Filosofie is ontstaan in bepaalde periode in bepaalde regio
Van mythos naar logos
Nieuwe manier van denken en verklaren dan traditionele eerder mythische
verklaringsmodellen
- Natuur wordt uit de natuur verklaard
- Meer belang aan observatie
Hoe is deze sprong in het ‘denken’ te begrijpen?
Overgang ging samen met verstedelijking en daardoor botsing van modellen?
Dichter Xenophanes reflecteert over de vraag hoe we zo verschillen in visie over de goden.
Logos in het Oosten
India:
- Upanishaden, Boeddha en Mahavira
China:
- Confucius en Taoïsme
Filosofie tussen religie en wetenschap
Cfr. Omschrijving van Italiaans filosoof de Crescenzo
1. Wetenschap bestudeert op systematische wijze de ‘objectieve’ verschijnselen in de
natuur
1. Domein: de materiële (waarneembare?) werkelijkheid
, 2. Natuurfilosofie werd fysica, later ook andere natuurwetenschappen en
sociologie/psychologie
3. Ratio (rede, verstand) en empirie (zintuiglijke waarneming)
2. Religie zoekt naar iets absoluuts en biedt troost en zingeving
1. Domein: zingeving, waarden, bewustzijn
2. “Voorbij” zintuigen en verstand
Soort van filosofische vragen
De vragen van Kant
1. Wat kan ik weten (ons denken)
2. Wat moet ik doen (ons handelen) (ethiek en sociale filosofie)
3. wat mag ik hopen (onze verwachtingen)
Wat is de mens?
Indeling van Ferry
- Kennis: werkelijkheid
- Ethiek: rechtvaardigheid
- Wijsheid: heil of geluk
Het huis van de filosofie
Zijn, bewustzijn, mens
1. Ontologie: vragen over het zijnde (dat was is)
1.1 Kosmologie: werking van de kosmos en natuur
Vanaf Newton ontstaan de natuurwetenschappen
1.2 Metafysica: aard van en orde achter wat is
Wanneer dit principe God genoemd wordt, spreekt men van theologie
1.3 Wijsgeriger antropologie stelt zich vragen over de aard, de status en de plaats van
de mens
De in de 18de eeuw ontstane sociologie bestudeert de mens in zijn sociale context, de
psychologie bestudeert de mens als geestelijk wezen, de culturele antropologie de
mens als cultuurwezen, de agogie de mens als (be)handelend wezen.
De drie grote voorwaarden
2.1 Het Ware
1. De epistemologie of kennisleer houdt zich bezig met de vragen over waarheid en
kennis.
, 2. De logica houdt zich bezig met de vraag: “wat is geldig redeneren”. In de twintigste
eeuw ontstonden de wetenschapsfilosofie, de taalfilosofie en de bewustzijnsfilosofie
als aparte takken van de kennisleer.
3. De wetenschapsfilosofie houdt zich bezig met de grondslagen van de kennis van de
afzonderlijke wetenschappen. Methoden, grondstellingen, begrippen en doel worden
hier verhelderd en aan kritisch onderzoek onderworpen.
4. de taalfilosofie behandelt het ontstaan, de ontwikkeling, de betekenis en de
functie van de taal.
2.2 Het goede en het rechtvaardige
1. De ethiek onderzoekt het goede. Ze vraagt wat goedheid en rechtvaardigheid is, of
en hoe het goede kan gefundeerd worden, of normen en waarden een universele
grond hebben, dan wel relatief zijn aan de mens en cultuur.
2. Toegepast op de maatschappij vertaalt de vraag naar het goede zich in de vraag:
“hoe dient een rechtvaardige maatschappij te worden georganiseerd” Dit soort
vragen behoort tot het domein van de politieke en/of sociale filosofie.
3. Ook de rechtsfilosofie is een apart vakgebied: daarin wordt o.a. de vraag gesteld
naar de aard en de oorsprong van recht en haar verhouding tot ethiek.
2.3 Het schone
1. De esthetica houdt zich bezig met de vraag naar wat schoonheid en wat kunst is.
2. Afgeleide deelgebieden zijn de kunst- en cultuurfilosofie
De voorsocratische natuurfilosofen
- 6de-5de eeuw vchr.
- Rond Egeïsche Zee
- Vraag naar de aard van de Kosmos (kosmologie)
o Wat is het eerste beginsel (archè)?
o Welke kosmische krachten spelen in het proces van verandering
(kosmogonie)
Thales van Milete
1. ‘Eerste’ filosoof volgens Plato onbeholpen en net erg praktisch aangelegd
2. Archè of oerbeginsel van alles is water: reductionisme of het herleiden van
complexe werkelijkheid tot één beginsel
3. Stelling van Thales: A/B = D/C
4. Ken jezelf als fundamentele filosofische taak
, Anaximander van Milete
1. Leerling van Thales
2. Het apeiron (het onbepaalde of onbeperkte) is het eerste beginsel waaruit alles
voorkomt
3. Eerste overgeleverde poging tot een kosmogonie: verklaring voor ontstaan van de
wereld als een scheiding en inwerking van tegengestelde elementen op elkaar
Pythagoras en de Verborgen orde
1. Term philisophos: “ik blijf zoeken en nadenken, tot ik de werkelijkheid begrijp”
2. Werkelijkheid kan uitgedrukt worden in getallen en hun onderlinge verhoudingen
3. Harmonie der sferen (muziek)
4. Idee van Reïncarnatie van de ziel
Parmenides: het eeuwige “zijn”
1. Centraal staat de vraag naar het zijn (ontologie)
2. Beroemdste uitspraak: “alles (het Zijn) is één en onvergankelijk en aan zichzelf
gelijk”
- Al het tijdelijke verschijnt en verdwijnt in het eeuwige zijn
- Denk aan de metafoor van een computerscherm
Herakleitos: de voortdurende “wording” of verandering
1. Bijnaam “de Duistere” omwille van diepe uitspraken
1. Alles voeit (pantha rei)
2. Je kan nooit twee maal in dezelfde rivier stappen
3. Oorlog is de vader van alles
2. De Logos is het principe achter de steeds veranderende werkelijkheid
3. ‘Rivier, ‘vuur’ en ‘oorlog’ als metaforen voor verandering
4. Een vergelijking met toaïsme ligt voor de hand
Democritos
1. Alles bestaat uit niet-deelbare partikels: a-tomos
- Atomen klitten samen en komen los
- Verschillen in zwaarte: zwaardere = materie en lichtere = gedachten
2. Deze visie maakt hem tot de eerste filosofische “materialist”
Doel van filosofie in de opleiding?
Algemeen: verruimende en transformatieve kracht van filosofie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lenaaaaaatje. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.