Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Aantekeningen colleges Forensische Victimologie €5,39   Ajouter au panier

Notes de cours

Aantekeningen colleges Forensische Victimologie

 5 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Een samenvatting van de colleges van Forensische Victimologie uit het studiejaar .

Aperçu 4 sur 76  pages

  • 3 juin 2021
  • 76
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • Kunst
  • Toutes les classes
avatar-seller
Aantekeningen colleges Forensische Victimologie


College 1: Emancipatie en juridische kaders

Slachtofferemancipatie is dat slachtoffers een rol hebben gekregen in het strafproces en ook in
juridische procedures daarbuiten.

Voor de jaren ’80 was het slachtoffer een vergeten partij.

Verschillende factoren die hebben bijdragen aan slachtofferemancipatie:
1. Toegenomen mondigheid burgers
2. Terroristische acties in jaren ’70 vorige eeuw
o Vooral van Molukken
3. Vrouwenbeweging
o Vrouwelijke slachtoffers van seksueel geweld
4. Toename criminaliteit -> geen goede reden, want dan zou het ook weer afgenomen moeten
zijn en dat is niet het geval

De slachtofferemancipatie is deels ook door toeval tot stand gekomen.

Succesvolle slachtofferbeweging
Kenmerken:
- Geschikte aanleiding
- Vertolkers met aanzien (law of the few)
- Wetenschappelijke onderbouwing
- Juiste timing en politiek klimaat
- Media-aandacht

"The Law of the Few" is, as Gladwell states: "The success of any kind of social epidemic is heavily
dependent on the involvement of people with a particular and rare set of social gifts. The Law of the
Few is the idea that certain types of people are especially effective at spreading an infectious idea,
product, or behavior.

Zes cases die relevant zijn voor de cursus:
1. Tweede Wereldoorlog
2. Vietnam
3. De Molukse acties
4. De vrouwenbeweging
5. Fysieke kindermishandeling
6. Sekstoerisme en vrouwenhandel

,Bij de emancipatie van deze verschillende categorieën slachtoffers spelen telkens, in meerdere of
mindere mate, één of meer kenmerken van een succesvolle slachtofferbeweging een rol. Al deze
cases zijn, zoals we zullen zien, relevant voor de cursus Forensische Victimologie.



1. De Tweede Wereldoorlog
Vlak na de oorlog was er sprake van slachtoffermarginalisatie.
Slachtoffers getuigden alleen tegen daders maar ging niet over hun eigen ervaringen.
Ze waren ook eigenlijk bijna niet aanwezig bij de Neurenberg processen.
Tijdens de Neurenbergprocessen waren geen slachtoffers (van de Holocaust) als toehoorders
aanwezig. Wel werden enkele overlevenden van de vernietigingskampen als getuigen ondervraagd
tijdens de zittingsdagen.
Er was dus weinig aandacht voor slachtoffers in het recht.
De enige uitzondering waren verzetstrijders, daar was wel aandacht voor.

Al vóór het einde van de Tweede Wereldoorlog bundelden verschillende verzetsorganisaties de
krachten om na de oorlog erkenning te krijgen. Dit deden zij onder de naam “Stichting 1940-1944”.
Verzetsstrijders vormden de eerste groep slachtoffers waarvoor de overheid compensatieregelingen
in het leven riep.



Dit duurde tot pak en beet begin jaren ’70 dat de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog
erkenning kregen.
Aantekeningen op slides zijn ook tentamenstof!!!

Lobby van Bastiaans en slachtoffers die gingen protesteren op het binnenhof zorgden voor meer
aandacht.

Door het voornemen van Van Acht om de De Drie van Breda (waren tijdens WOII beulen geweest)
gratie ter verlenen werden (onbedoeld) allerlei onverwerkte trauma’s bij slachtoffers – die zich tot
dat moment relatief stil hadden gehouden in het publieke debat – naar boven gebracht. Slachtoffers
gingen zich alsnog roeren, kregen aandacht in de media en vonden in Jan Bastiaans, psychiater en
hoogleraar in Leiden, een medestander met gezag, die bovendien bereid was voor hun belangen op
te komen. De rol van Bastiaans is een goed voorbeeld van “the law of the few”. Om zijn beweringen
over het slachtofferleed kracht bij te zetten beriep hij zich bovendien op de resultaten van zijn eigen
wetenschappelijke onderzoek, waarover hij onder andere rapporteerde in zijn proefschrift
Psychosomatische gevolgen van onderdrukking en verzet (dat, naar de standaarden van nu, van
dubieuze kwaliteit was).

De hulpverlening na de oorlog werd aanvankelijk gekenmerkt door een gigantische versplintering.
Dat kwam enerzijds door gebrekkige communicatiemiddelen. Omdat veel telefoonlijnen en andere
middelen van communicatie niet (goed) functioneerden, konden hulpverleningsacties slecht
gecoördineerd worden. Anderzijds kwam dit door de manier waarop hulpverlening in die tijd
geregeld was. Nederland was na de oorlog nog geen verzorgingsstaat. Ondersteuning van

,hulpbehoevende burgers vond vaak plaats via particuliere initatieven (bijv. armenzorg) of de kerk
(die later dus als grote slachtoffermaker te boek kwam te staan).
Het is overigens nog wel aardig om op te merken dat Bastiaans zelf een zeer omstreden methode
gebruikte om zijn patiënten te behandelen voor hun oorlogstrauma’s. Hij diende hen namelijk LSD
toe, zodat zij herinneringen aan hun trauma’s tijdens therapiesessies gemakkelijker konden ophalen.

Resultaten slachtofferbeweging
Hulpverlening slachtoffers WOII:
Tot jaren ’70:
- Hulpverlening gericht op praktische en medische zorg, zoals huisvesting, kleding en voedsel
Begin jaren ’70:
- Door lobby Bastiaans: opkomst psychosociale hulpverlening (bijvoorbeeld oprichting
Stichting Centrum Post-concentratiekamp Syndroom, de voorloper van de Stichting Centrum
’45)

Schadevergoeding slachtoffers WOII
Kort na de Tweede Wereldoorlog:
- 1947: Wet buitengewoon pensioen (uitsluitend verzetsslachtoffers)  vergoeding actief
slachtofferschap
Eind jaren ’40 – eind jaren ’60:
- Rijksgroepregelingen (als onderdeel Algemene Bijstandswet)  zorg passief slachtofferschap
Begin jaren ’70 – helft jaren ’80:
- 1971: Omkering bewijslast Wet buitengewoon pensioen
- 1972: Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers
- 1984: Wet uitkering burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
1994: tijdelijke vergoedingsregeling psychotherapie naoorlogse generatie (transgenerationeel
slachtofferschap)

Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen actief en passief slachtofferschap. Bij actief
slachtofferschap gaat het om verzetsstrijders. Zij hadden zich, als quasi werknemers van de
Nederlandse staat, ingezet voor het vaderland en dienden daarom te worden gecompenseerd voor
hun diensten (een soort loonbetaling achteraf). Bij passieve slachtoffers gaat het om mensen die zijn
blootgesteld geweest aan de verschrikkingen van het Naziregime. Zij hadden aanvankelijk alleen
recht op zorg of een overheidsbijdrage die zorgverlening mogelijk maakte.

Overigens heeft het overzicht geen betrekking op slachtoffers die op zee of in Nederlands-Indië of
Nieuw Guinea zijn getroffen. Hiervoor werden aparte regelingen in het leven geroepen. Een andere
beperking van het overzicht is dat het uitsluitend betrekking heeft op letselschade. Voor materiële
schade (anders dan het gevolg van lichamelijk of geestelijk letsel) zijn andere regelingen in het leven
geroepen.
De lobby voor erkenning van Holocaustslachtoffers is nog steeds niet gestopt. Begin 2017 maakte de
Nederlandse regering bekend bijna 8 miljoen euro voor een nationaal Holocaustmuseum in de
Hollandsche Schouwburg en een nieuw herdenkingsmonument beschikbaar te zullen stellen (dit is in
September dit jaar gereed). Verschillende Joodse maatschappelijke organisaties hebben hier een

, belangrijke rol in gespeeld. En begin 2020 werd bekend dat ook Duitsland 4 miljoen gaat bijdragen
aan de realisatie van het museum.

Er was dus sprake van een soort van olievlek. Eerst kregen alleen de verzetstrijders erkenning maar
langzaam kregen ook anderen die niet zo actief aan de oorlog hadden deelgenomen erkenning.

Omkering bewijslast
Als iemand claimde een ziekte of gebrek te hebben gelopen als gevolg van verzet in de oorlog?
- Tot 1971 lag de bewijslast van het causale verband bij de slachtoffer. Dit was na zoveel jaar
heel lastig, zo niet onmogelijk.
- Vanaf 1971 lag de bewijslast van het ontbreken van het causaal verband bij de Buitengewone
Pensioenraad.

Het thema “omkering bewijslast” is een typisch forensisch victimologisch thema. Slachtoffers
hoefden vanaf 1971 niet langer te bewijzen dat hun lichamelijke of psychische klachten het gevolg
waren van blootstelling aan de oorlog. Vanaf dat moment werd een causaal verband voorondersteld,
tenzij de verantwoordelijke uitkeringsinstantie het tegendeel kon bewijzen.

2. Vietnamoorlog

Tijdens en vlak na de oorlog:
- Veel media-aandacht
- Weinig tot geen maatschappelijke steun
- Vietnamveteranen werden gezien als gevaarlijke gekken
- Kwam naar voren in films en kunst

In de Verenigde Staten was weinig publieke steun voor de oorlog in Vietnam. De belangrijkste reden
daarvoor was de beeldvorming in de media. De media berichtten van moordpartijen op onschuldige
burgers (bijvoorbeeld bij My Lai; het boek van Howard Jones biedt een uitstekend overzicht van de
gebeurtenissen die tijdens en na het bloedbad in My Lai plaatsvonden) en lieten gruwelijke beelden
zien op de televisie. Teruggekeerde Vietnamveteranen konden dan ook niet rekenen op een warm
onthaal en werden gezien als bloeddorstige “baby killers”.

Ook in de filmwereld werden Vietnamveteranen neergezet als gevaarlijke gekken. Een goed
voorbeeld daarvan vormt de film Taxi Driver uit 1976. In deze film speelt Robert de Niro de rol van
taxichauffeur Travis Bickle. Bickle lijdt onder andere aan slapeloosheid en opgekropte woede (beide
symptomen van PTSS) als gevolg van zijn ervaringen in Vietnam. Hij probeert een relatie aan te
knopen met ene Betsy, maar die wijst hem af nadat hij haar tijdens een date had meegenomen naar
een pornofilm. Daarna raakt Bickle steeds meer in zichzelf gekeerd en koopt hij verschillende
wapens. Met één daarvan schiet hij de overvaller neer van een winkel waar hij vaak boodschappen
doet. Later beraamt hij een (mislukte) aanslag op senator Palantine, die in de running is voor het
presidentschap van de Verenigde Staten. Betsy werkte voor Palentine. Tenslotte vermoordt hij de
pooier van een jong hoertje dat bij hem in de taxi had gezeten (gespeeld door de jonge Jodie Foster).
Bickle vertolkt in de film het tot dan toe (in de eerste jaren na de oorlog) algemeen gedeelde beeld
van de Vietnamveteraan: dat van een gevaarlijke gek. Een soortgelijk beeld van Vietnamveteranen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amberbeukeveld. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

75619 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,39
  • (0)
  Ajouter