Over een realiteit kan je op verschillende manieren schrijven/berichten keuze van stromingen/
invalshoeken
Je ideologische positie in de maatschappij/ visie zal bepalen hoe je naar bepaalde thema’s kijkt/ hoe
aanvaardbaar je iets vindt
Vis in bokaal water = dominante ideeën in de samenleving die wij reproduceren
7 stromingen = uiteenlopende visies op maatschappelijke rol van media
Te verdelen in 2 paradigma’s
1. pluralistisch
2. kritisch: waar gaan media zoals ze vandaag geformuleerd zijn in de fout?
Overzichtsslide: (deze kunnen uitleggen op het examen)
Examen: stromingen vergelijken!!
1
,LES 2: algemene situering
Wat is de maatschappelijke rol van media en comm in de democratische sml de verschillende
visies hierop vormen de verschillende stromingen (zie alle komende lessen)
Concepten situeren op 2 assen (spanningsvelden) om zo te komen tot de 2 paradigma’s
Spanningsvelden:
Onderzoekers starten al van een mensbeeld vooraleer ze een onderzoeksvraag opstellen het
mensbeeld wordt niet meer in vraag gesteld je mensbeeld zal dus de studie beïnvloeden
Spanningsvelden zijn het starpunt van bepaalde vragen NIET het resultaat
Objectief subject: hebben media een sterke of een beperkte invloed op gebruikers?
- Object: gebruiker is passief, ontvanger, beïnvloedbaar
- subject: gebruiker is een zender van betekenis, actief, onafhankelijk eigen verhaal maken
In de geschiedenis was er steeds een afwisseling tussen object en subject visie:
Als nieuwe media elites hebben een bezorgdheid dat ze hun hogere functie/ stand niet kunnen
behouden
Bv: deepfake: als men bezorgd is dat fake-news mensen gaat beïnvloeden in hun acties, dan gaat men
uit van een object visie wanneer men vindt dat wanneer mensen fake-news zien, dit niet
betekent dat ze er ook naar zullen handelen/ zwaar beïnvloed zullen worden, dan gaat met van een
subject visie uit
Maatschappij mediacentrisch: Veranderen media de samenleving OF verandert de samenleving
de media? (vraag over de richting)
- Maatschappijcentrisch: kijkt eerst naar de organisatie van de samenleving media als
gevolg
- mediacentrisch: media als oorzaak/ startpunt
Als nieuwe media/ technologieën
Bv: protesten: wordt vaak gezien als gevolg van media (=mediacentrisch), maar je kan ook zeggen dat
een structureel gebrek aan sociale kansen geleid heeft tot het mobiliseren via media
(maatschappijcentrisch)
2
,Centrifugaal centripetaal: hebben media een verbindend of isolerend effect op individuen en
groepen?
- Centrifugaal: sociale verandering, vrijheid, individualisme, fragmentatie = minder van
hetzelfde
- centripetaal: Sociale verbondenheid, orde, cohesie, integratie, eenheidsdenken,
zwijgspiraal,Naar centraal punt (meer van hetzelfde)
Bv: gebruik van gsm: het constant in contact staan met vrienden wordt mogelijk (= centrifugaal)
men zit steeds meer thuis alleen en is bezig op zijn gsm (=centripetaal)
Optimistische visie pessimistische visie
Is er een verschil tussen de feitelijke en wenselijke functies van media?
- Optimistische visie = ideaalbeeld dat media leidt tot vrijheid en diversiteit
- pessismistische visie= je vertrekt vanuit ideaalvisie, maar je ziet die niet gerealiseerd vandaag
er is een verschil tussen feitelijke en wenselijke functies, deze komen niet overeen?
Je vertrekt vanuit een ideale visie van media, maar je ziet die niet gerealiseerd worden vandaag. Is er
een verschil tussen feitelijke en wenselijke functies? Zeg je van nee, dan vertrek je uit een
optimistische visie. Zeg je er is wel verschil, dan vertrek je uit een pessimistische visie.
Vb: er moet meer nederlandstalige muziek op de radio komen vertrekt van pessimistisch
centrifugaal: zien media als iets dat onze identiteit moet weergeven, vertrekken van media als iets
dat onze identiteit versterkt, samenbrengt. Belangrijk is ook over welke media het gaat, traditionele
of alternatieve, vertrek vanuit een pessimistisch visie op traditionele media, kan je wel je ding zien in
alternatieve soms.
3
, Objectivisme subjectivisme : leiden mediastructuren de mediagebruikers of leiden de
gebruikers de strucutren?
- Objectivisme: structuur boven individu
- Subjectivisme: individu staat centraal, individu begrijpt en beïnvloed de structuren - actie
Bv: nieuwe trends: worden gecreëerd door de advertenties (=objectivistisch) worden gecreëerd
door de mensen zelf (=subjectivistisch)
! Belangrijk om onderscheid tussen de 2 paradigma’s maken onderscheid tussen kritisch denken
en niet kritisch denken
Bv: liberaal = subjectivisme: mensen staan boven de structuren, iedereen weet wel voor zichzelf wat
best is sociaal democratisch = structureel/objectivisme: standaarden waaraan een programma
moeten voldoen
Materialisme culturalisme: veranderen mediastrcturen enkel via wijzigende economische
praktijken of ook via culturele?
- Materialisme: om structuren te veranderen moet je ze overnemen
onderbouw: eigendomsverhoudingen overnemen
- Culturalisme: je moet de structuren niet overnemen, je kan kritiek geven en zo andere
ideeën laten circuleren in de sml en zo zal op de duur er verandering komen
bovenbouw: veranderen door een culturele strijd
Pluralistische dominante media: bieden media diverse visies op vraag van de consument? Of
herhalen zij eenzijdige visies op basis van heersende waarden en belangen?
- Pluralistisch: media zijn divers op vraag van de gebruiker onvoorspelbare effecten waar de
gebruiker actief mee omgaat
- Dominant: media spelen een negatieve rol: gebrek aan pluriformiteit, gelijke producten
grootschalig passief publiek
verschillende spanningsvelden komen hier samen
Consensus- conflictmodel: resulteren media in maatschappelijke consensus of in
maatschappelijke ongelijkheid?
- Consensus: doordat media vrij en pluralistisch zijn maatschappelijke consensus
vraag & aanbod: consumenten hebben een sterke invloed op wat media brengen
duidelijk wat de meerderheid wilt kan gevolgd worden in de media
- Conflict: de sml is een stijdtoneel tussen bepaalde groepen en identiteiten er gaan altijd
groepen zijn die als “normaler” gezien zullen worden men houdt de dominante groepen in
stand men moet in verzet komen tegen deze ongelijkheden
media gaan een illusie van consensus uitdragen
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ellavandenbosch. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.