Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Een kennismaking met de oude wereld hoofdstuk 12 tm 16 €3,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Een kennismaking met de oude wereld hoofdstuk 12 tm 16

 21 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van het boek "Een kennismaking met de oude wereld" van L. De Blois en K. Van der Spek Algemene introductie in de oudheid De samenvatting is in wezen geschikt voor alle (algemene) vakken met betrekking tot de vroege Romeinse geschiedenis

Aperçu 4 sur 46  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 12 tm 16
  • 5 juin 2021
  • 46
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Oudheid II Boek

Hoofdstuk 12 De vroege Romeinse geschiedenis (753-265 v. Chr.)
12.1 De gebieden rondom het westelijke bekken van de Middellandse Zee
- Pas tussen 800 en 500 v. Chr. ontstonden rondom het westelijke bekken van de MZ beschavingen
vergelijkbaar met beschavingen uit het oosten
 Etrusken
o Stadstaten, verenigd in een los federatief verband
o Stedelijke cultuur
o Welvaart door hoog niveau ambachtelijke producten
o Bovenlaag die heerste over een autochtone Italische bevolking
o Mengcultuur met oosterse, Italische en Griekse elementen
o Na 500 v. Chr.: geleidelijke afbrokkeling macht door toenemende concurrentie van
de Grieken en invallen van de Kelten
 Carthago
o Een van de steunpunten en handelsposten van de Feniciërs langs hun
scheepvaartroutes
 Steeds bereid oorlog te voeren om deze steunpunten te behouden
 Huursoldaten
o Rijke stad, welvaart berustte op zeehandel + import van goud + hoogontwikkelde
agrarische productie
o Carthaagse zeevaart had een monopoliepositie in delen van de MZ en AO
o Bestuur: regentenstand van grootgrondbezitters en rijke kooplieden + enkele
generaalsfamilies
 Griekse kolonies

12.2 Het ontstaan van Rome
- Van de 10e tot 6e eeuw v. Chr.: uniforme cultuur in Latium (Latijnse stam)
 Had veel gemeen met de Etrusken
- 753 v. Chr.: Stichting Rome door Romulus volgens de legenden
 Toen al dorpen op de Palatijn en andere heuvels aan de Tiber
o Bevolkt door eenvoudige boeren
o Georganiseerd in familiegroepen olv aristocratische leiders (patres)
- Oudste romeinse bevolking was waarschijnlijk een mengeling van Latijnen, Etrusken en Sabijnen
 In de 7e en 6e eeuw v. Chr. werden Etruskische en Griekse invloeden sterker en pas toen werd
Rome een echte stad
 Lag op een goed punt: vruchtbare landstreek, kruispunt van een belangrijke landweg, aan
een vaarroute, aan een weg naar zoutpannen aan de kust
- Oudste Rome geregeerd door zeven koningen
 Latere Romeinse schrijvers hebben allerlei instellingen en gebruiken aan het initiatief van
deze koningen toegeschreven om de ouderdom en eerbiedwaardigheid ervan aan te tonen

12.3 Staat en maatschappij in het vroegste Rome
- 7e en 6e eeuw: al een maatschappelijke verscheidenheid
 Bovenlaag van aristocratische geslachten met grondbezit
 Gezeten boerenstand
 Kleine boeren

,  Boerderijen gericht op zelfvoorziening, in Rome woonden en werkten ambachtslieden
 Veel boeren waren afhankelijk van aristocraten of stonden onder hun bescherming
o Cliëntes, aristocraten waren patroni
 Aristocraten werden patriciërs genoemd, niet-patriciërs waren plebejers
- Koningen voerden het leger aan, spraken recht en leidden plechtigheden voor de staatsgoden
 Hadden imperium: een algemeen, zich op alle terreinen van staatsbemoeienis uitstrekkend
gezag
 Bijgestaan door een raad van aanzienlijke familiehoofden: de Senaat
 Konden een volksvergadering bijeenroepen: comitia curiata
o Bestond uit 30 curiae (bundeling van een aantal gentes (= groepen families met
dezelfde stamvader))
 De gentes waren oorspronkelijk ook militaire eenheden
 Dezelfde drie staatsorganen als in de archaïsche Griekse poleis
- Zoals de koning een onbeperkt gezag had over de zaken van de Romeinen gezamenlijk (res publica),
zo had de familievader (pater familias) absolute zeggenschap over zijn privéhuishouding (res privata)
- 6e eeuw v. Chr.: Romeinen begonnen te vechten op dezelfde manier als de Grieken en Etrusken
 Gesloten slagorde van zwaarbewapende infanteristen (falanx) met ruiters en
lichtgewapenden eromheen
 Servus Tullius: paste de indeling van de burgers bij de veranderde strijdwijze aan
 Indeling op vermogensklassen: rijkste burgers ruiterij (equites), gezeten boerenstand
infanterie en lagere klassen lichtgewapenden
o Werd ook gebruikt voor het opleggen van vermogensbelasting (tributum) en voor
een nieuwe volksvergadering: de comitia centuriata
 5 vermogensklassen, elk onderverdeeld in centuriae die elk één stem hadden
 Hoogste klassen hadden de meerderheid
 Directe relatie tussen de rijkdom, de militaire betekenis en de
politieke inbreng van een groep burgers
 Verdrong geleidelijk de comitia curiata

12.4 De vroege republiek: staat en maatschappij
- 509-265 v. Chr.: vroege republiek
 Einde koningstijd: Romeinen verjoegen laatste koning Tarquinius Superbus
o Geen genoegen meer met wreedheid en arrogantie
o Losmaking van Rome uit de Etruskische invloedssfeer
o Rebellie van de aanzienlijken tegen een steeds sterker koningschap
 Laatste koningen legden steeds meer nadruk op de staat en de gehele
gemeenschap van de burgers
- Bond van de Latijnse stadstaten
 Vorm van gemeenschappelijk burgerrecht
- Regering ging over op twee jaarlijks wisselende magistraten: consuls
 Hadden het imperium van de koningen
 Vetorecht
 Eén jaar in functie
 Bijgestaan door twee schatmeesters: quaestoren
 Lieten zich adviseren door de senaat
- Religieuze taken  rex sacrorum en de pontifex maximus
- In een noodsituatie aanstelling dictator voor zes maanden
- Patriciërs beheersten de staat

,  Zij leverden de magistraten en de senatoren + de pontifices en andere leden van
priestercolleges
 Beheersten ook het maatschappelijke en economische leven
o Patronagesysteem
o Gewoonterecht
o Rituele formules die rechtszaken geldig moesten maken

De geschiedenis van de Romeinse republiek werd tot in de derde eeuw v. Chr. bepaald door twee
langdurige historische processen:
1. De Romeinse expansie in de laars van Italië
2. De standenstrijd tussen de patriciërs en plebejers

12.5 De Romeinse expansie in Italië
- 509-338 v. Chr.: voortdurende strijd tussen Rome, de Latijnen, de bergstammen rondom Latium en
de Zuid-Etruskische steden in wisselende coalities
 Strijd om landbouwgrond en beheersing van de handelswegen
 Militair tegen elkaar opgewassen
 Rome kreeg een beslissend overwicht over de Latijnse stadstaten in begin 4 e eeuw v. Chr.
door de inlijving van het zuidelijkste stuk van Etrurië
 Verweren tegen bergstammen, Latijnse steden en Keltische benden
- Na 350 v. Chr.: Romeinse machtsuitbreiding kwam op gang
- 338 v. Chr.: Rome onderwierp de Latijnse steden en sloot verdragen met de belangrijkste stadstaten
in Campanië
- Niet langer lid van de Latijnse bond, maar domineerde de lidstaten ervan
 Latijnse burgerrecht bleef wel bestaan
- Na 326 v. Chr.: plaatselijke en regionale conflicten  coalitieoorlogen (326-290 v. Chr.)
 Alle volken van Italië betrokken
 Rome won en verwierf de heerschappij over bijna de hele laars
 Sloot een reeks afzonderlijke verdragen met de stadstaten en stammen: ze werden
onderhorige bondgenoten die troepen leverden en Rome volgden in de buitenlandse
politiek, behielden wel zelfbestuur en hun eigen burgerrecht

- Kolonisatie
 Stichten van kolonies: grond van overwonnen tegenstanders werd staatsland
o Vestiging Romeinse en Latijnse boeren met militaire ervaring + bezitloze Romeinen
en Latijnen
 Coloniae Latinae, anders dan kleine kolonies die om strategische redenen in het Romeinse
gebied gesticht waren (coloniae civium Romanorum)
 Vruchtbaar land, knooppunten van wegen, strategische punten
 Geen zelfstandige stadstaten, wel met plaatselijk zelfbestuur
 Kolonisten kregen het Latijnse recht
 Grond kon worden gepacht
 Concurrentie om het gebruik van staatsland
o 367 v. Chr.: wettelijk maximum aan hoeveel staatsland iemand mocht bezitten
 Voordelen: netwerk van strategisch gelegen plaatsen, sociale spanningen oplossen door
arme burgers aan een beter bestaan te helpen, extra inkomsten, militair voordeel (burgers
kwamen in de vermogensklassen waaruit soldaten gerekruteerd werden)

, - Municipia
 Romeinse steden buiten Rome zelf die al bestonden en niet als coloniae gesticht waren
 Verleende soms de status van Romeinse stad met eigen plaatselijk zelfbestuur aan een
onderworpen stadstaat
o Verdienstelijk jegens Rome
o Vrijwillig onder Romes bescherming geplaatst
o Verwant met de Romeinen in taal en cultuur
o Burgers kregen Romeins burgerrecht zonder stemrecht
 Vergroting Romeins grondgebied en militair inzetbare mankracht

- Romanisering
 Aanpassing van de Italische volken bij de organisatie, taal en cultuur van de Romeinen
 Snelst onder de aanzienlijken, die het plaatselijk bestuur uitoefenden
 Italië lappendeken van staten en gebieden die verschillende relaties met Rome hadden
o Romeins kerngebied, oude Latijnse stadstaten, coloniae Latinae, municipia,
bondgenoten
o Uiteenlopende belangen door hun onderling verschillende verdragen (verdeel en
heers) + uiteenlopende economische structuren
 Nooit één verenigd front tegen Rome gemaakt
 Meer ontwikkelde gebieden hebben sneller intensieve banden met rijke, machtige Romeinen
gekregen dan de geïsoleerde berggebieden

- Het militaire karakter van de Romeinse samenleving
 5e + 4e eeuw v. Chr.: kleine schermutselingen en plunderingen in het zomerseizoen
o Seizoenoorlogen
 Militaire bedrijf als nevenactiviteit en bijverdienste die krijgsbuit en land opleverde
 Militaire roem als voornaamste statussymbool voor de Romeinse elite
 Heroïsche sagen en legenden
 Behoefte oorlogen te rechtvaardigen
 Godsdienst stond oorlog voeren niet in de weg
 Meestal als vorm van verdediging
o Begonnen als preventieve acties
o Begonnen als hulp aan kleine bondgenoten tegen sterke mogendheden

12.6 De standenstrijd
- Lange worsteling om de hegemonie in Italië, maar ook interne spanningen
- Patriciërs hadden zich meester gemaakt van de macht, maar al snel begonnen de plebejers zich
tegen hun machtspositie te verzetten
- Plebejers: geen duidelijke maatschappelijke groep
 Rijken: wilden opgenomen worden in de besturende elite
 Armen: wensten verzachting van de harde praktijken tegenover schuldenaars
 Allemaal: verlangen naar geschreven wetgeving, beknotting van de willekeur van de
patriciërs en erkenning van de massavergadering van de plebejers (concilium plebis)
 Geleid door tibuni plebis (volkstribunen) en aediles (tempelwachters)
 Stonden sterk: als zij niet meededen, kon in nauwelijks een leger gevormd worden

- Tegenstellingen werden meestal acuut door de schuldproblemen van de arme plebejers

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur louisestevens0110. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter